‘Een bezoekje aan de psycholoog is nu veel meer geaccepteerd, door vrouwen én mannen’

actueel

Lidi Coolsma stopt als maatschappelijk werkster

RODEN – Duizenden Rodenaren hielp ze met een ‘praatje’ in de ruim 35 jaar dat ze maatschappelijk werkster was. Eerst in het voormalige gezondheidscentrum dat gevestigd was aan de Westerbaan, vanaf 2000 bij de huisartsenpraktijk van De Jong en Steenhuisen. Zes jaar lang was ze vertrouwenspersoon op rsg Borgen in  Roden en Leek. Maar nu is het mooi geweest. Ze wordt binnenkort ‘iets boven de 65’, en dat was voor Lidi Coolsma reden om de praatstoel te verruilen voor het fietszadel. “Of met pensioen leuk is? Nee. Ik had het erg naar mijn zin hier. Maar je moet ergens een keer zeggen dat het genoeg is.”
‘Kom je bij mij in de praktijk werken voor de praterij’, vroeg huisarts Yteke de Jong Lidi Coolsma in 2000. De Jong wilde een eigen maatschappelijk werkster in haar praktijk om patiënten niet langer door te hoeven sturen. Best vooruitstrevend voor die tijd, ze was namelijk de eerste in Roden. Sindsdien is Lidi een vast gezicht van de huisartsenpraktijk aan het parkeerterrein achter de Jumbo. Voor talloze mensen was ze een luisterend oor, de bekende rots in de branding. Iemand die vooral kwam met praktische oplossingen. “Het lukt niet altijd een probleem weg te nemen. Soms zijn ze er gewoon. “Wel is het essentieel hoe je ermee omgaat. Zodat ze niet je leven beheersen”, vertelt Lidi.
Mensen die bij Lidi aankloppen komen niet voor een gezellig praatje. Of over hoe leuk het wel niet is, waar ze mee bezig zijn. Al 35 jaar lang ontvangt ze mensen met toestanden. “Of dat zwaar is? Nee. Het zijn niet mijn toestanden. Natuurlijk, er is altijd wel iets dat er een keer tussendoor slipt, iets dat je mee naar huis neemt. Problemen met een kind kunnen me raken. Het is vooral heel dankbaar werk. Het mooist is wanneer iets lukt. Dat je hebt kunnen helpen om een besluit te nemen, inzichten te verschaffen.” De redenen waarvoor mensen bij Lidi komen zijn in de loop van de jaren wel veranderd. Tegenwoordig kampen mensen met andere problematiek dan vroeger, weet Lidi. Vooral met dank aan de huidige technieken. Spannende appjes, internetdatingsites en avontuurlijke mailtjes die leiden tot amoureuze affaires hebben al heel wat relaties om zeep geholpen, bedoelt ze ermee. “Problemen in de relationele sfeer kom je nu meer tegen dan vroeger. Toestanden met vechtscheidingen. En ook pesten via social media komt steeds vaker voor. Maar dat is niet de enige verandering. We zien nu veel meer mensen met arbeidsproblemen, mensen met een burnout. Vrouwen, maar zeker ook mannen. Ook dat is veranderd.” Vroeger waren het vooral vrouwen die behoefte hadden om over hun problemen te praten, nu schromen mannen ook niet om met hun problemen op de proppen te komen. “Een bezoekje aan de psycholoog is veel meer geaccepteerd.”
Ze gaat haar werk missen. Dat is zoveel als zeker. Vooral de lol die ze onderling hadden, samen met Yteke de Jong en de andere huisarts van de groepspraktijk Edith Steenhuisen. Want lol moet, om het beroep lichter te maken, vindt ze. Regelmatig bespreken de dames elkaars belevenissen onder genot van een lekker wijntje bij de Cuisinerie op Landgoed Mensinge. “De lol én het contact met mensen ga ik missen. Hier is altijd reuring. Als je de dag begint weet je nooit wat er allemaal voorbij komt, wat je te wachten staat. Met sommige patiënten is een heel speciale band ontstaan. Van één van hen heb ik een multomap vol lieve kaarten en brieven die ze in de loop der jaren heeft geschreven. Ongelofelijk waardevol. Toch heb ik geen spijt van mijn besluit om te stoppen. Soms moet je stilstaan waar je staat in het leven. Ik ben 71. Soms heb ik een patiënt van die leeftijd in de praktijk. Best oud al, denk ik dan. Dan schrik ik: ben het zelf ook. Ik wil nog lekker genieten. Van de fietstochten met mijn zus bijvoorbeeld. Afgelopen zomer hebben we in Spanje gefietst, Vietnam staat op onze bucketlist. Dat ik een bijzonder beroep had, besef ik me altijd weer wanneer ik weleens met Yteke op pad ben. In iedere straat in Roden kennen we wel mensen.”
 

UIT DE KRANT