Herfst

Afbeelding
Puur natuur
De weersverwachting voor de komende tijd wijst er nog niet op, maar hoe dan ook, of we willen of niet, de meteorologische herfst is begonnen. Die begint altijd op 1 september en duurt tot 1 december. Het weer houdt zich (gelukkig) niet aan regels hoe het eigenlijk zou moeten zijn. We moeten het nemen zoals het is. Met de herfst is voor de paddenstoelenwerkgroep van IVN Roden ook weer een periode aangebroken van wekelijkse inventarisaties. Deze vinden om en om plaats in Drenthe, veelal in de gemeente Noordenveld en soms in Tynaarlo en, vanwege een samenwerkingsverband met de provinciale werkgroep in West-Groningen.
Het is bekend dat paddenstoelen jaarrond zijn te bewonderen, zij het dat de bulk zich in de herfstperiode aandient. Dat is dan wel afhankelijk van het weer. Een week eerder, dat was nog in augustus, was het zo bloedheet dat je het de mensen niet wilde aandoen het veld in te trekken. Overigens viel toen het aantal soorten paddenstoelen dat viel te bewonderen nog tegen. Hitte (droogte) en een drogende wind zijn niet bevorderlijk voor de ontwikkeling van paddenstoelen. Wat dat betreft moet worden afgewacht hoe het weer aanstaande vrijdag is, de vaste dag waarop de excursies plaatsvinden. Ze hebben het liefst vochtige omstandigheden en ’s nachts iets lagere temperaturen. Geen vorst, daar hebben ze een broertje dood aan, want dat verdragen ze niet. Uitzonderingen zijn er wel, zoals bijvoorbeeld de Gewone oesterzwam die zich juist wel weer onder (licht) winterse omstandigheden ontwikkelt. Een doemscenario voor mycologen (mensen die zich met paddenstoelen bezig houden) is dan ook droogte in het najaar en een vroeg invallende vorst. Gelukkig zijn dat omstandigheden die nauwelijks meer voorkomen. Sterker, de omstandigheden zijn de laatste jaren dusdanig dat af en toe zelf in januari nog wordt geïnventariseerd.
Zwammen worden, grof benadert, in drie groepen ingedeeld: samenwerkers, afbrekers en parasieten. De groep van afbrekers is het grootst en wordt zelfs steeds groter. Toen ik me vijftien jaar geleden in de mycologie ging verdiepen hielden we ons bezig met pakweg 3600 soorten. Allengs werden dat er steeds meer en nu worden er al 5200 soorten onderscheiden. Die grote toename van aantal soorten kan dus geheel worden toegeschreven aan de groep van afbrekers. Het is bekend dat in de natuur alles weer wordt afgebroken om opnieuw in de kringloop terecht te komen. De dood creëert in feite nieuw leven. Men is er sinds enige tijd achter gekomen dat bijna alle wilde planten veelal elk door een specifieke soort (of soorten) worden afgebroken. Er komen in Nederland pakweg 1500 verschillende wilde planten voor en de verwachting is dan ook dat de komende jaren het aantal soorten paddenstoelen nog behoorlijk gaat toenemen. Meestal zijn dat hele kleine zwammetjes die nauwelijks met het blote oog zijn te onderscheiden. Mycologen, maar ook floristen, trekken daarom altijd gewapend met een loep het veld in om een beter beeld te krijgen van specifieke kenmerken en zo tot de soortbepaling te komen.
Bij zo’n groot aantal is het niet vreemd dat mensen zich in een bepaalde groep paddenstoelen gaan specialiseren. Het is gewoon ondoenlijk je met alles bezig te houden. Daarom is het mooi dat je kunt terugvallen op de kennis van specialisten om de naam van een organisme te achterhalen. Dat moet ook wel om soorten officieel erkend te krijgen, want de criteria zijn danig opgeschroefd. Zo weet ik niet welke soort verantwoordelijk is voor de demarcatielijntjes op het blad van een Amerikaanse eik (foto). Elk door lijntjes afgebakend plekje op het blad is één individu! Toch gek eigenlijk dat dit fenomeen zich aandient zonder ooit in al die jaren eerder door mij te zijn waargenomen. Nieuw, maar wel bekend, zijn kleine zwarte stipjes op het bekende Zevenblad, het door vele tuinliefhebbers verfoeide onkruid vanwege de hardnekkige wortelstokken. Dat is het Zevenbladpuntkogeltje. En vrij nieuw is het nietige Robertskruidkraterbultje. Mooie namen en je weet dat nog vele zullen volgen.
 

UIT DE KRANT

Lees ook