Het Elsburger Onland

Afbeelding
Puur natuur

Vanwege inventarisatiewerkzaamheden komen we met sommige werkgroepen van IVN Roden af en toe in natuurgebieden die niet voor het publiek zijn opengesteld. Meestal zijn het reservaten met een kwetsbare natuur die gebaat zijn met rust. En soms is het gebied privébezit waarvan de eigenaar niet wil dat er ‘vreemden’ rondlopen. Het Elsburger Onland is een terrein waarop beide zaken van toepassing zijn. Afgelopen zaterdag waren we daar met de florawerkgroep en ervoeren het als een voorrecht daar de flora te mogen inventariseren.

Het gebied is slechts 15 ha groot en ligt ten westen van het Paterswoldsemeer tegenover de ingang van het Scandinavisch Dorp. Het is ontstaan na vervening in de 18e en 19e eeuw. In het boek ‘De Franse kaarten (1811 – 1813) van Drenthe en de noordelijke kust’ vind ik het niet terug. Dan is het nog één groot verveningsgebied en verbonden met het Paterswoldsemeer dat toen Neer Wold heette. Op een kaart van 1899 is het wel goed zichtbaar en worden iets ten noorden van het gebied de namen Oude- en Nieuwe Elsburg genoemd waaraan het gebied haar naam heeft ontleend. Vanaf de Groningerweg kijkt u uit op een plasje, met vooraan een klein gedeelte waaroverheen een vlonderpad loopt. Niet zichtbaar is een opvallend wit gebouw dat is gebouwd in 1938 naar een ontwerp van Joost Boks. Hij trouwde met Mathilde Schoute en als huwelijkscadeau kregen ze van haar ouders een logeeraccommodatie aangeboden dat hij dus zelf mocht ontwerpen. Het wordt omschreven als een functionalistisch gebouw met nautische referenties. Pakweg 10 jaar geleden is het gerestaureerd en daarbij is volgens het Nederlands Architectuurinstituut het uiterlijk van het op betonnen palen, in het water staande gebouwtje enigszins aangetast. Desalniettemin heeft het (de buitenkant) wel de monumentenstatus verworven.

Galigaan

Vijf jaar eerder was ik al eens in dit gebied om met de paddenstoelenwerkgroep van IVN Roden de mycoflora in kaart te brengen. Dat was in het najaar en toen was het er een stuk natter. Logisch denkt u misschien, want nu is het zomer en droog, maar toch heeft het gebied (heel Drenthe trouwens) te maken met verdroging door een steeds lager grondwaterpeil. Dat is vooral ontstaan na de ontwikkeling van de wijk Ter Borgh. Om de zaak weer te herstellen is tussen deze wijk en het Elsburger Onland een natte bufferzone gecreëerd. Het moerasbos kent namelijk verschillende milieutypes met elk een specifieke flora die een hoog grondwaterpeil nodig hebben. Nu vonden we er nog specifieke soorten als de Blauwe-, Geelgroene- en Draadzegge. Als het gebied verder verdroogt raak je die kwijt. Een zeer speciale plant is de Galigaan die in de Ecologische Flora wordt omschreven als het meest robuuste en ‘gewapende’ gewas onder de Cypergrassen. Dat ‘gewapende’ slaat op de bladranden en kiel die dicht bezet zijn met topwaarts wijzende zaagtandjes die ruw zijn. Eén van de excursiegangers zag er een geschikt (middeleeuws) martelwerktuig in; je kunt je huid er namelijk lelijk mee openhalen. Zelf ken ik de plant goed van de kop van Overijssel (Weerribben en De Wieden) waar het grote oppervlakken kan beslaan die echt ondoordringbaar zijn. Het Elsburger Onland is de enige groeiplaats van de Galigaan in Drenthe, maar gaat daar wel sterk achteruit. Aan één van de beheerders, Frank Kruk (de andere is Jaap de Boer), die ons zaterdag samen met partner Cora de Leeuw rondleidde is dan ook geadviseerd gericht(er) te beheren ten faveure van deze en andere plantensoorten.

Slangenwortel

Een andere opvallende plant daar is de Slangenwortel (foto) die u vast wel kent als de (ouderwetse) kamerplant de Aronskelk. Dat is wel een andere soort, maar de bloem is vrijwel eender. Hier staan ze in het water en de planten hebben in mei-juni gebloeid. De groeiplaatsen van de Slangenwortel komen vrij nauwkeurig overeen met die van de Galigaan. Naast de kop van Overijssel zijn dat vooral de laagveengebieden op de grens van Noord-Holland en Utrecht (o.a. het Naardermeer). Op Texel en Terschelling groeit de Galigaan in duinvalleien en het is niet verwonderlijk dat een roofvogel als de Blauwe kiekendief er vroeger een veilige broedplek in vond, maar die broedt daar niet meer. De Slangenwortel komt niét voor op deze Waddeneilanden. Het is niet altijd een onverdeeld genoegen om in beschermde gebieden te verkeren (vanwege stekende insecten) maar daar hadden we nu geen last van. Een heen en weer vliegende IJsvogel was de kers op de taart.

UIT DE KRANT