‘Je kunt wel stellen dat ik een vreselijk jaar heb gehad’

Afbeelding
actueel

Nieuwe voorzitter Sportstimulering Noordenveld spreekt openhartig



RODEN – Patrick van der Duin (23) heeft afscheid genomen van zijn leven als topsporter. De wielrenner is niet meer dagelijks met zijn sport bezig en gaat niet meer als semi-prof door het leven. Op de fiets zit hij nog steeds, maar de focus komt meer op zijn maatschappelijke carrière te liggen. Zo heeft hij zijn plek als student voeding en diëtetiek gevonden en zal hij de komende jaren als voorzitter van Sportstimulering Noordenveld aan de slag gaan. Maar voordat hij naar de toekomst kijkt, blikt hij eerst terug op bewogen sportjaren. Jaren waarin hij zowel hoogte- als dieptepunten beleefde. Hij werd Sportman van het Jaar en won mooie ritten, maar herinnert zich ook de dagen dat hij met tegenzin op zijn fiets stapte. De nog jonge Patrick vertelt een openhartig verhaal over topsport en biedt een unieke inkijk in het leven van een semi-prof.


De woorden hoef je er bij Patrick niet uit te trekken. 23 jaar is hij. Een jonkie. Hij praat echter met het gemak van een veteraan. Iemand die het allemaal al heeft gezien. Patrick zag dan ook veel. Niet alles, maar wel genoeg om – na jaren van topsport – te weten hoe de wereld in elkaar steekt. Wat het inhoud om sport op niveau te beoefenen.


In 2015 lag de wereld aan zijn voeten. Hij was semi-prof, kreeg een handvol centen om zijn favoriete sport te beoefenen. ‘Nee, ik kon er niet van leven’, relativeert hij. ‘Maar ik besloot dat jaar om alles op de sport te zetten. Mijn studie liep destijds spaak, dus ging de focus voor honderd procent op het wielrennen.’ Patrick wilde prof worden en voelde zich sterk. Een blessure gooide echter roet in het eten. Eind 2015 ging het mis. Patrick viel tijdens de Drenthe 200. Hij reed hem wel uit, puur op karakter. ‘Eerst weet je niet wat er aan de hand is. Dan denk je dat het meevalt. Later bleek uit de MRI dat ik een scheurtje in mijn achterste kruisband had. Je komt dan thuis te zitten en gaat beseffen dat er meer is in het leven dan sporten.’ Dat besef komt pas langzaam, want Patrick kan aan het begin van zijn blessure alleen maar denken aan herstellen. ‘Dan ga je al gauw te snel. Van thuiszitten werd ik niet vrolijk en dus zat ik te snel weer op de fiets. Later krijg je daar last van. Ik heb nu vaak last van m’n rug en dat heeft daarmee te maken. Ik ben destijds gewoon te vroeg weer begonnen.’


Opzienbarend was echter de terugkeer van Patrick. Na zijn blessure ging het goed en begon hij steeds beter in vorm te raken. ‘Maar zo goed als ik voor mijn blessure was, ben ik nooit meer geweest. Dat merkte ik in de trainingen al. Waar ik eerst ritten maakte van 200 tot 240 kilometer, kon ik naar mijn blessure niet veel langer dan 180 kilometer fietsen. Dat klinkt inderdaad nog steeds veel, maar voor een wielrenner is dat een groot verschil. Ik merkte dat.’ Het jaar dat volgde was echter een uitstekend jaar. Sterker nog: Patrick werd verkozen tot Sportman van het Jaar in de gemeente Noordenveld en hij werd Drents wielrenner van het jaar.


Het afgelopen jaar verliep echter dramatisch voor Patrick. Na een jaar waarin hij veel won, volgde een jaar waarin niets lukte. Het kwam het humeur van Patrick niet ten goede. ‘Ik stapte vaak met tegenzin op de fiets. Ik zag er tegenop om te trainen en hield er ook geen voldoening meer uit. En er was de druk om steeds te presteren. Het vreet aan je. Ik denk dat ik op een gegeven moment een burn-out heb gehad. Ik barstte vaker in huilen uit’, vertelt Patrick. ‘Wielrennen is verslavend, maar soms ook afstotend. Dat heb ik nu als amateur trouwens nog steeds. Er zijn dagen bij dat je helemaal niet op de fiets wil zitten, maar dat je het toch doet. Dat is het verslavende. En na de training voel je wel de voldoening, al was ik dat helemaal kwijt toen ik semi-prof was. Die voldoening is nu gelukkig weer terug. Sinds ik heb besloten dat ik niet meer alles voor de sport wil doen, haal ik weer meer plezier uit het fietsen.’ Nog steeds mag Patrick bovengemiddeld fanatiek worden genoemd. ‘Ik zit nog steeds vijftien uur per week op de fiets. Dat was eerder 25 uur per week. En dan tel ik de uren in de sportschool daar nog niet eens bij.’


Ander pad


Na vijf jaar als semi-prof te hebben rondgereden, is de switch naar een maatschappelijke carrière wellicht een lastige. Al ervaart Patrick dat niet zo. In september 2017 begon hij met zijn studie voeding en diëtetiek, en sindsdien lag daar de prioriteit. Het leven wordt anders ingevuld. ‘Ik heb niet het idee dat ik veel gemist heb door mij altijd te focussen op het wielrennen. Ik ben nog steeds jong en kan de dingen doen die een achttienjarige ook kan. Daarnaast heb ik veel beleefd, veel mensenkennis opgedaan en vooral heel veel geleerd. Topsport is een weerspiegeling van het echte leven.’ En de randzaken? Het stappen met vrienden? ‘Ik ben nooit iemand geweest die zich naar de kloten zuipt. Een biertje drinken met vrienden vind ik leuk en dat kan ook.’
De focus ligt nu dus anders. Patrick is bezig met het opzetten van een eigen bedrijf. Spreken over voeding ten overstaan van een grote groep, lijkt hem wel wat. Het begeleiden van sporters op het gebied van voeding zou een optie kunnen zijn. ‘Van huis uit ben ik altijd al met voeding bezig geweest. Topsport komt op kleine dingen aan, dat heb ik door de jaren heen wel gemerkt. Op de basisschool hield ik al eens een werkstuk over E-nummers. Het zat er al vroeg in.’


‘Als je je laat afzeiken, ben je het pispaaltje’


De komende jaren kan Patrick zich presenteren als voorzitter van Sportstimulering Noordenveld. Dat hij nog jong is, vindt hij van ondergeschikt belang. Als voorzitter wordt hij voornamelijk de spreekbuis van de organisatie en zal hij de lijntjes met samenwerkende instanties kort moeten houden. Bang voor publiciteit is hij allerminst. ‘Zet mij maar een camera op m’n neus, ik weet hoe ik er mee om moet gaan’, stelt hij. In het wielerpeloton leerde Patrick om op z’n strepen te staan. Een man worden leer je als geen ander in de topsport. ‘Als je je binnen een wielerploeg laat afzeiken, ben je het pispaaltje. Je moet voor jezelf opkomen. Jezelf kunnen presenteren. Dat heb ik door de jaren heen wel geleerd.’


In het wielerpeloton stond Patrick bij sommigen bekend als arrogant. ‘Dat heb ik me altijd beseft. Mensen die me wat beter kennen, zeggen vaak dat het wel meevalt. Maar er zullen veel renners zijn die mij arrogant vinden.’ Wat hieraan ten grondslag ligt, is vooral het feit dat Patrick heel direct is. Je kunt veel over hem zeggen, maar eerlijk is hij bovenal. ‘Dat heb ik eigenlijk altijd. Als ik in de kroeg merk dat iemand geen rondje geeft, vraag ik op de man af of dat niet eens tijd wordt. Op den duur maakt het je ook niet zoveel uit wat men van je denkt. Ik ben gewoon eerlijk en dat blijft zo. Men weet bij mij waar ze aan toe zijn. En ja, er zullen meer mensen zijn die mij niet leuk vinden dan andersom.’
Ideeën als kersverse voorzitter heeft hij zeker. Het herintroduceren van het groene boekje en het sportcafé bijvoorbeeld. Vooral dat laatste is een speerpunt van hem. ‘Sporters hebben sponsoren nodig. Een sportcafé is een mooie manier om sporters en ondernemers te verbinden.’


‘Je leert meer van de periodes die minder gaan’


Terugkijkend op een roerige periode, is Patrick tevreden over waar hij nu staat. ‘Als je me vraagt of ik nu gelukkig ben, zou ik ja zeggen’, aldus Patrick. ‘Men vindt me nogal eens pessimistisch. Zelf denk ik dat ik een realist ben. In ieder geval geen optimist. Ik ben er verder achter gekomen dat je meer leert uit de periodes die minder gaan. Dan ga je meer beseffen wat je écht leuk vindt. In mijn geval is dat mijn studie. Ik weet wat ik wil. Heb plannen en ambities. Maar als het niet lukt, ben ik niet per se ongelukkig. Ik heb door de afgelopen periode meer geleerd te relativeren.’

UIT DE KRANT