KNJV-Jachthonden-Proef al 45 jaar in Veenhuizen
“Het mooie is dat je met je hond bezig bent in de natuur”
VEENHUIZEN – Veenhuizen staat bekend om de gevangenis en haar rijke historie. Minder bekend is de jachthondentraditie. Binnenkort (zaterdag 16 augustus) is Veenhuizen het domein van jachthonden. In de prachtige natuur wordt dan de KNJV-proef georganiseerd. Deelnemers komen uit het hele land. Het wordt alweer de 45e keer. Pieter Koops is al die jaren betrokken geweest bij de organisatie en houdt al net zo lang jachthondenproeven.
“Toen ik 25 jaar was, liep ik al op de veldwedstrijden voor de jachthonden”, vertelt Koops. “We zijn in 1961 in Veenhuizen gekomen. Ik was fulltime jachtopziener. Toen ben ik al gauw begonnen met de opleiding jachthonden. De afsluiting van de opleiding is de KNJV-proef (Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging), die in het hele land wordt georganiseerd. Deze proef is in deze contreien in 1969 begonnen in Witten. We zijn begonnen met acht deelnemers. Na de derde keer zijn we meteen naar Veenhuizen verhuisd. Veenhuizen heeft een mooiere omgeving.”
Een Jachthonden-Proef is een samenstelsel van op jachtpraktijken gebaseerde proeven. ‘Het uiteindelijke doel van de Jachthonden-Proeven is de bevordering van de weidelijkheid ter jacht door stimulering van het gebruik van goed afgerichte honden in handen van jagers, die hondenwerk verstaan en waarderen’, staat uitgebreid omschreven in ORWEJA, het reglement van jachthondenproeven. Koops: “De opzet van de proef was dat iedereen zelf met het hondje aan de gang gaat. Je bent met je hond bezig in de natuur. Wild opsporen voor de jacht. Er zijn heel veel soorten jachthonden. Veelvoorkomend zijn Duitse Staanders, Labradors, Golden Retrievers, Viszla (Hongaarse staande hond), Waterspaniels, Flat Coats en Drentse Patrijs. Je hebt staande honden en apporteerhonden. Labradors doen nazoek, apporteren, terwijl een staande jachthond meer allround is”, geeft Koops een verschil aan. “Jagen bij honden is een aangeboren iets. Een hond wil van oorsprong iets vangen. De prooi is voor zichzelf. In de opleiding leert de hond dat hij de prooi moet brengen; een stukje appèl. Begin april beginnen de cursussen en die duren dan vier maanden. De puppycursus is de beginnerscursus. Dit gaat puur om het socialiseren, van de pup. Dan heb je het C-diploma. Relatief eenvoudig. Het B-diploma is voor gevorderden. Er zijn niet veel mensen met een A-diploma. Voor een diploma dien je bepaalde proeven uit te voeren: aangelijnd en los volgen, uitsturen en komen op bevel, de hond moet op een aangewezen plaats blijven, apport te land, apport uit diep water, een verstopte eend apporteren, markeerapport te land , apport over diep water, dirigeerproef te land, apport van verre loper over breed water. Zelf heb ik meerdere diploma’s.” Pieter is trainer bij de cursussen. Hij wordt bijgestaan door Ingrid de Jong en Iris Erkelens. “Zij doen de C-opleiding, ik de B-cursus.”
Iedereen die bij een erkende vereniging is aangesloten kan meedoen aan de grote proef die op zaterdag 16 augustus begint om half acht. Zeventig honden worden getest, zij worden beoordeeld door zes keurmeesters en gedelegeerde. Die keurmeesters worden aangesteld door het KNJV. Een proef is voldoende afgelegd als de hond zijn ‘voorjager’ niet herhaaldelijk hindert door trekken, voor de voeten lopen of snuffelen. De dag wordt mede mogelijk gemaakt door vele vrijwilligers. Het gebeuren is vrij toegankelijk. De ‘proef’ wordt gehouden in de omgeving van Blankenbos.