Koud

minikul
Wat fijn! Maar vooral: Wat ben ik trots op mezelf nu ik eindelijk weet waarom ik ruim zestig jaar geleden (ik ben dienstplichtige van de lichting 1953/3) als recruut oftewel dienstplichtig soldaat in opleiding wekenlang door de modder en rioolbuizen heb moeten kruipen. Waarom ik uren heb moeten excerseren onder het brulgeblaf van in mijn ogen machtsbeluste meerderen. Waarom ik in totaal drie (3!) keer een geweer met een echte kogel er in op de oefenbaan heb moeten afschieten en zelfs één (1!) keer een handgranaat tot ontploffing heb moeten brengen. Waarom ik, vaak op dagen dat ik – één keer in de veertien dagen; de Russen hielden er vast rekening mee  – met weekendverlof had gemogen, juist op die dagen met zogeheten licht arrest in de kazerne moest blijven. Waarom ik mijn wolletje (paardendeken) altijd lineaalrecht moest opvouwen wat me maar sporadisch lukte dus weer licht arrest opleverde. Want het was hartje Koude Oorlog en de Russen waren van plan om ons land via de IJssel, jawel, over het water, binnen te vallen. Dat hadden, zo werd pas onlangs bekend, de geheime diensten uitgevogeld. Nu weet ik dus waarom ik het land heb moeten dienen. Dat al mijn inspanningen en ontberingen toen niet voor niets zijn geweest. Dat ik ons land heldhaftig heb mogen beschermen tegen die gewetenloze Bolsjewieken. Daarom heb ik dus manmoedig alle in mijn ogen belachelijke vernederingen doorstaan, heb ik machtswellustige meerderen getrotseerd waaronder een mede-scholier die twee jaar was blijven zitten maar het tot sergeant had geschopt terwijl ik de hele 24 maanden lang als meest eenvoudige, simpele, soldaat zeg maar kanonnenvoer van 75 cents per dag had moeten rondkomen. Maar, laat ik eerlijk zijn, dat had ik allemaal aan mezelf te wijten. Ik was te laf om dienst te weigeren en te balsturig om me, als dienstplichtige, bij al die verschrikkelijke en nutteloze discipline neer te leggen. Ik heb het er achteraf, nu ik dit weet, echter allemaal voor over gehad. Dat de Russen er niet in zijn geslaagd ons land via het doorwaden van de IJssel te veroveren, is deels ook mijn verdienste geweest. Ik stond paraat. Het lukte hen zelfs niet, toen het zo hard had gevroren waardoor ze niet pootje badend maar schaatsend ons land hadden kunnen binnenkomen. Nederland was attent, had hen door en was er op berekend. Dat kwam mede door mijn vastberaden inzet, liefde en trouw voor ons vaderland. Binnen in mij gloeit het verlaat van trots. Ik word er koud van.
Henk Hendriks
 

UIT DE KRANT