Melancholische klanken doen terugverlangen naar vroeger

Afbeelding
kleintje cultuur
 
Arie Bergsma brengt alweer zijn zeventiende nummer uit
ZEVENHUIZEN - Hij is wereldberoemd in Zevenhuizen. De 68-jarige Arie Bergsma. Een zanger van het Nederlandstalige lied en een ‘piraat’ in hart en nieren. Sinds kort heeft hij een nieuwe singel uit. ‘Tijd komt en gaat voorbij’, is het emotionele lied wat volgens Arie perfect past bij deze tijd van het jaar. ‘Het is een lied wat in deze donkere dagen mooi tot zijn recht komt. De tijd vliegt voorbij en dat stemt soms wat melancholisch’, zegt Arie. Arie begon zijn muzikale carrière als drummer. ‘Eerst drumde ik nog met mes en vork. Dat was in de jaren ‘60. Een drumstel kopen was destijds niet vanzelfsprekend en bovendien erg duur. Later kreeg ik dan toch een gedeeltelijk slagwerk en kon ik dus aan de slag’, vertelt Arie. Hij had nooit kunnen denken dat hij uiteindelijk als zanger zou optreden. ‘Ik zong nooit mee met de liedjes op school. Dat vond ik maar niks. In die tijd luisterden mijn leeftijdsgenootjes bovendien allemaal rock ‘n roll of popmuziek. Ik hield daarentegen meer van de piratenhits. Ik luisterde in mijn vrije tijd veel naar etherpiraten en die muziek vond ik wél leuk. Dat zong ik dan ook mee en zo raakte ik enigszins vertrouwd met zingen.’ Arie begon uiteindelijk met optreden voor de Woodpeckers, een bekende band in die tijd. ‘Toen nog als drummer. Ik kon maar één lied zingen. Dat was ‘O, was ik maar bij moeder thuisgebleven’. Dat zong ik dan wel eens. Steeds vaker kreeg ik van het publiek te horen dat ik dat eens vaker moest doen en zo ben ik dus wat meer liedjes gaan zingen.’ Na een lange tijd bij de Woodpeckers, werkte Arie samen met Jan Mulder uit Roden. ‘Hij was een echte muzikant, een liefhebber. Ik heb vijftien jaar met hem gespeeld.’ Pas later zou Arie beginnen met een solo carrière. In 2006 bracht hij zijn eerste hit uit. ‘Meisje van ijs’, werd veel gedraaid op RADIO NL en Radio Continu. Een bescheiden succes voor Arie. In die tijd boden de optredens zich als vanzelf aan. Tegenwoordig geeft Arie niet zoveel optredens meer. ‘Ik kan het vanwege mijn gezondheid niet meer opbrengen om van negen tot twee in een café te staan. Voor korte optredens in een rustige setting, ben ik nog wel te vinden.’ Met ‘Tijd komt en gaat voorbij’, mag Arie alweer zijn zeventiende nummer aan zijn repertoire toevoegen. Hij ziet het dan ook als een afsluiter. ‘Het is een mooi lied en ik zie het als een soort einde, al weet je nooit wat nog op je pad komt. Ik vond het een mooi lied en nam het eigenlijk eerst voor mezelf op. Het was Otto Roona die zei dat ik het nummer moest uitbrengen, omdat het zo mooi was en goed bij me past. Daarom heb ik het gedaan.’ Met enige weemoed kijkt Arie terug op de jaren die voorbij zijn gevlogen. ‘Als je jong bent, ben je gelukkiger dan wanner je ouder wordt. Je moet ook oppassen dat je geen oude zeur wordt. Ik ben een gelukkig mens, maar ik merk dat ik steeds meer commentaar lever op dingen om me heen. Dat hoort bij het ouder worden, denk ik.’ Een trouwe schare fans heeft Arie overigens nog wel. Eén van hen was Babette, een superfan die hij nooit zal vergeten. ‘Babette overleed op relatief jonge leeftijd en haar ouders vroegen of ik wilde optreden op haar begrafenis. Dat heb ik toen gedaan. Haar ouders hebben dat destijds erg gewaardeerd en ik vergeet het zelf ook nooit meer. Dat was erg bijzonder. De nieuwste hit (inclusief clip) van Arie is te zien en te beluisteren via Youtube. Meer informatie is te vinden op www.ariebergsma.nl.
 

UIT DE KRANT