Met grote stappen

Afbeelding
Puur natuur

Tijdens zomervakanties verder weg, deze keer naar Oostenrijk, overnachten we op de heenreis meestal ergens onderweg. De terugreis wordt doorgaans in één keer afgelegd. Uiteraard wel met de nodige pauzes. Na ruim 600 km verlieten we de snelweg om ergens in een dorpje een eenvoudig onderkomen voor de nacht te zoeken. De eerste zaak zat vol, maar men verwees ons naar een plaats een klein eindje verderop. Daar waren meerdere hotels wist men en er was vast wel plek voor ons. We kwamen terecht in Rothenburg (ob der Tauber), waar ik nog nooit van had gehoord, maar kwam er later achter dat het voor Duitsers zoiets is als Volendam voor Nederlanders.

Bij het inchecken viel de prijs voor een overnachting al tegen, maar daar let je tijdens een vakantie (iets) minder op. Er was tijd genoeg om het plaatsje (ca. 10.000 inwoners) wandelend te verkennen en een gelegenheid uit te zoeken waar iets gegeten kon worden. Het is er supertoeristisch, met allerlei winkeltjes en de ene horecagelegenheid volgde op de andere. Naast de vele Duitsers waren er vooral ontzettend veel Chinezen en Japanners. Rothenburg is dan ook een aantrekkelijk middeleeuws authentiek plaatsje met rondom een stadsmuur waarover je kunt wandelen. Helaas vond een stel ’barbaren’ het op het eind van de Tweede Wereldoorlog nog nodig (zoals ook in Dresden gebeurde) om een deel van het centrum plat te bombarderen. Dat is overigens wel vrij goed hersteld.

De volgende dag wachtte bij het binnenrijden van Oostenrijk een ietwat onplezierige verrassing, want van een autosnelweg wordt het direct een tweebaansweg. Met een zwaar beladen vrachtauto voor je op een pas schiet het dan niet op. Er was ook een prettige verrassing, want na het passeren van de grens bleek bij het eerste benzinestation dat een liter super daar slechts € 1,12 kostte. Niet veel verder reden we onder een toeristische trekpleister van formaat door. Dat is de langste hangbrug van Oostenrijk, maar liefst 405 meter lang en 110 meter hoog gespannen boven de Fernpas (de B 179) bij Reutte. Ondanks enige hoogtevrees (”Diesses Bauwerk ist garantiert nichts für Menschen mit Höhenangst”) leek het me desalniettemin wel wat om daar eens overheen te wandelen. Het is er niet van gekomen, gewoon omdat het te ver rijden van ons vakantieadres was.

In de bergen weet je dat je veel moet klimmen en dalen. Nou had ik me daarop goed voorbereid door in de voorafgaande maanden bij het Fitnesscentrum van Bert de Groot aan de Kanaalstraat aangepast te trainen, waardoor me dat redelijk goed afging. Op een dag trok ik de bergen in om de Koraalwortel, een (half) parasiterende orchidee, nog eens te fotograferen. Tijdens een eerste sessie waren de foto’s niet goed gelukt, want het is maar een tamelijk onbeduidend plantje van pakweg 10 cm hoog. Dus moest het werk worden overgedaan. Om daar te komen moet je over een Hängebrücke heen (foto) die over een dal is gespannen dat meer dan 200 meter onder je ligt. Je loopt over roosters, waar je dus doorheen kijkt, en voor de 83 meter die het lang is had ik 112 stappen nodig. Eerder had ik totaal geen hoogtevrees, maar na een schilderklus bij een kennis, waarbij ik vierhoog op een schuin dak weggleed en me nog net met mijn kont in de dakgoot, met bungelende benen eroverheen, aan de rand kon vastgrijpen ben ik iets minder dapper. Vandaar het tellen, want dat leidt af.

Deze dag had ik pech. Het was tamelijk slecht weer, het woei vrij hard, waardoor de hangbrug een beetje schommelde. Dat doet hij sowieso wanneer je eroverheen loopt, maar deze keer dus iets meer. Je weet dat er niets kan gebeuren, maar toch voelde het niet prettig. Eenmaal aan de andere kant aangekomen bleek dat men langs het bergpaadje nota bene aan het maaien was geweest. En ja hoor, pakweg een halve kilometer verderop bleek dat er geen enkele Koraalwortel meer was te bekennen. Ondertussen was het weer danig verslechterd en pakten donkere wolken zich boven mijn hoofd samen. In de verte rommelde het al en ik spoedde me naar de hangbrug om hem deze keer sneller te passeren waarvoor ik pakweg 106 stappen nodig meende te hebben. Ik was nog niet eens halverwege de brug (en met tellen) toen een bliksemflits direct werd gevolgd door een daverende donderslag. Niet dat ik panisch werd, maar de rest van de brug passeerde ik in no-time met grote stappen. Zo’n metalen brug en elektriciteit leek me geen fijne combinatie!

UIT DE KRANT

Lees ook