Nederland, waterland

Afbeelding
Puur natuur

Persoonlijk houd ik er van de ’grote’ vakantie steeds in andere streken door te brengen. Dat hoeft niet per se in verre, exotische oorden te zijn, in Europa valt ook heel veel te beleven. Het is maar net op welke wijze je dat wilt doen. U zult begrijpen dat ik geen type ben van luieren op een zonnig strand of bij een zwembad rondhangen met een drankje bij de hand. Ik wil de natuur in, landschappen verkennen en van de inhoud proeven. Wat biedt de natuur: hoe ziet de flora eruit, welke vogels komen er voor, met een schuin oog kijk ik uit naar insecten, zoogdieren en zijn er ook reptielen te ontdekken en welke amfibieën.

Het is een vorm van beroepsdeformatie om van dat alles lijstjes bij te houden. Nou ga ik best regelmatig op de bonnefooi de natuur in, gewoon om er van te genieten en er te ontspannen. Maar meestal heeft het een doel, is het een officiële inventarisatie van flora, vogels of paddenstoelen. Inherent daaraan is dat je dan lijsten bijhoudt, secuur gegevens noteert die later via de computer worden verwerkt. Dat alles onder het motto: Meten is weten. Overigens worden tal van organisaties voor het ontvangen van subsidies afgerekend op deze gegevens. Tijdens vakanties ben ik minder secuur bezig, maar echt doorstappen is er nauwelijks bij, tenzij er weinig is te zien. Meestal is het meer slenteren wat ik doe. Eigenlijk wil je niets missen. Tijdens de komende zomervakantie komt dat slenteren sowieso goed uit, want die breng ik door in Oostenrijk. In het Ötztal om precies te zijn, u weet wel, waar ze in 1991 net over de grens (92 meter) in Italië Ötzi, de ijsmummie uit de Kopertijd (5300 jaar oud) vonden.

Het is zeker niet de bedoeling dat ik naar ijsmummies op zoek ga. Het is een wonder dat Ötzi is gevonden en het zou een nog groter wonder zijn als er ooit nog weer één wordt gevonden. Bovendien werd Ötzi op meer dan 3200 meter hoogte gevonden en dat is te hoog voor het hoofddoel waar ik naar ga kijken, de bergflora ofwel de Flora Alpina. Die zoek je vooral tussen de 1000 en 2000 meter hoogte. Hoger komen ook wel planten voor, tot wel 2900 meter, maar wel steeds minder talrijk. Tevens is de tijd van het jaar dat je gaat belangrijk, want op grotere hoogte heb je vaak nog met sneeuw te maken. Wat ook een rol speelt is de afnemende soepelheid van schrijver dezes. Tien jaar geleden werd dat al minder dan tien jaar daarvoor enzovoort. Vandaar ook dat het slenteren me tegenwoordig goed uitkomt. Waar ik me bij voorbaat al op verheug zijn de verschillende soorten gentianen die er voorkomen, de vele primula’s, klokjes, kwastjesbloemen, saxifraga’s (steenbreek) en orchideeën. Het is te veel om op te noemen. In Nederland is ook best veel te vinden, maar lang niet zoveel als in de Alpen en minder divers. Wat dat betreft is het een verademing om een tijdje in zo’n Alpenland te verkeren. En bovendien is het pas de eerste keer dat ik naar Oostenrijk ga. Daarvoor waren het meestal de bergen in Zwitserland en Frankrijk. Omgekeerd zijn er juist floristen uit de Alpenlanden die graag naar Nederland gaan… vanwege de waterplanten. Die vind je daar juist weer een stuk minder dan hier. Voor hen is Nederland (waterland) een verademing.

De (water)plant op de foto, de Moeraswederik komt wel voor in de Alpenlanden, zij het op minder grote hoogte. Afgelopen zaterdag was ik voor een flora-inventarisatie in Vosbergen bij Eelde. Daarachter ligt Polder Lappenvoort waar we ook een deel van meenamen. Daar had ik deze plant ook verwacht, maar trof hem niet. Er was meer dat ik miste. Zo stond er veel Fluitenkruid langs een landweggetje. Dat is een goede plant voor insecten, die zag ik er echter nauwelijks. Maar wat ik het meest miste waren de weidevogels. Pakweg 15 jaar geleden liep ik regelmatig een rondje bij het Friesche Veen en hoorde vanuit de Polder Lappenvoort en de erboven liggende Polder het Oosterland nog tientallen weidevogels: Grutto’s, Tureluurs, Kieviten, Veldleeuweriken, Watersnippen etc. Nu heb ik er helemaal niets gehoord. Daar word ik echt een beetje verdrietig van. Wil je weidevogels nog horen, dan moet je in reservaten zijn of bij de paar boeren die nog wel aan bescherming doen. Nederland is steeds minder waterland geworden en waar het nog wel waterland is zijn de voorwaarden niet meer optimaal voor broedsucces.

UIT DE KRANT

Lees ook