Op zoek naar de Harlekijn

Afbeelding
Puur natuur
Voorafgaand aan mijn vakantie naar Texel verheugde ik me op een weerzien met de Harlekijn, een orchidee die ik daar bij eerdere bezoeken sommige velden paars zag kleuren. Voor 1990 kwam deze soort in Nederland nog in 355 uurhokken voor (atlasblokken van 5 x 5 km), maar inmiddels is het een ernstig bedreigde soort die nog maar in 67 uurhokken wordt gezien en misschien is dat tegenwoordig nog minder. De hoofdoorzaak van de sterke achteruitgang kan geheel worden toegeschreven aan verdroging van terreinen door de ’moderne’ landbouw.
Kwam hij vroeger nog veelvuldig voor in het binnenland, nu is de plant op een enkele plek na daar uitgestorven en moet je hem zoeken in de periferie van Nederland: de Waddeneilanden, de duinstreek en het deltagebied, maar ook daar wordt de plant bedreigd. Op Texel komt hij nog wel vrij veel voor en dus dacht ik hem daar wel te kunnen spotten, zij het dat het kantje boord zou worden, want half juni wordt als uiterste bloeitijd gemeld, het tijdstip dat ik daar zou arriveren. Toen het in het voorjaar echter warmer werd dan normaal werd het optimisme al sterk getemperd, want dan kan hij vroeg gaan bloeien: al vanaf half april. Eenmaal op Texel aangekomen bleek al gauw dat het warme weer roet in het eten had gegooid en was er op geen van de bekende groeiplaatsen ook maar iets van deze orchidee terug te vinden. Als schrale troost gold dat ik tamelijk verguld was met het grote aantal planten van de Vleeskleurige orchis, een soort die je in onze contreien met een lantaarntje moet zoeken. Een ander fraai bloeiend plantje, Teer guichelheil, was een prettige verrassing om te zien. Die vind je bij ons (Groningen, Friesland en Drenthe) niet.
De plant die u hierboven ziet afgebeeld kwam ik totaal onverwacht tegen in de duinen ten zuiden van De Horsmeertjes. In tegenstelling tot de Harlekijn is dit een soort waar het wél goed mee gaat. Het is de Aarereprijs die voor 1990 nog nooit was gemeld, maar daarna al uit 58 uurhokken. Met uitzondering van Flevoland is hij reeds in alle provincies geregistreerd. Qua kleur kan deze Veronica (dat is de Latijnse naam van het geslacht Ereprijs (24 soorten)) zonder meer wedijveren met het paars van de Harlekijn. Zo’n kleur valt direct op en om me heen kijkend zag ik dat er honderden planten stonden. In een tuin zou deze plant beslist niet misstaan. Dat is dan ook de plek van waaruit hij is verwilderd. Er zijn veel meer plantensoorten die zo ’voet aan de grond hebben gezet’ en dan heb je het over adventiefplanten. Als ze zich in het wild handhaven en voortplanten maken ze op een gegeven moment deel uit van de Nederlandse flora. Inmiddels is de Aarereprijs ook al zo ingeburgerd dat hij er deel van uitmaakt. Dat geldt tevens voor planten waar je helemaal niet op zit te wachten, de zogenaamde invasieve exoten, maar dat geldt niet voor deze schoonheid.
Mtb-gedoe
Toen ik in 2000 toetrad tot het bestuur van IVN-Roden kreeg ik te maken met de plaatselijke politiek en met name met wethouders. Je kunt ze niet allen over één kam scheren, maar al gauw viel op dat over het niveau nogal eens wat was op te merken. Dan hoop je maar dat ze door bekwame ambtenaren voldoende worden (bij)gestuurd. Toch gebeurt het vaak dat er sprake is van het bedrijven van vriendjespolitiek en het nastreven van eigenbelang en worden hobby’s (zoals mountainbiken) op de agenda gezet. Ex-wethouder Auwema was daar ook nadrukkelijk mee bezig, maar daarnaast hield hij er ’andere hobby’s’ op na die niet verenigbaar waren met het ambt van wethouder. Hij kon dan ook zijn biezen pakken en op kosten van de gemeenschap thuis zijn zonden overdenken. Zijn portefeuille is nu overgenomen door een andere hobbyist, Wekema, die alles op alles zet om een mtb-route in het Mensingebos er door te drukken terwijl sport eigenlijk thuishoort bij een andere wethouder. Over het mtb-gedoe hebben Anne Polkerman en Jan Schipperijn elders in de Krant een zeepkist-verhaal geschreven dat ik persoonlijk geheel onderschrijf.

UIT DE KRANT

Lees ook