“Pak die fiets en heb twee fantastische dagen”

actueel
Open Monumentendagen op zaterdag 9 en zondag 10 september
 
NOORDENVELD – De Open Monumentendagen staan weer voor de deur. Op zaterdag 9 en zondag 10 september kunnen liefhebbers hun hart weer ophalen. Maar ook die niet-liefhebbers en leken zouden er eens op uit moeten trekken. Deze dagen zijn niet voor niets in het leven geroepen, aldus voorzitter van het Comité Open Monumentendagen Noordenveld Jan Kemkers. “Op deze dagen móeten die monumenten open zijn, zodat mensen kunnen zien wat we met zijn allen aan het koesteren zijn. Als je echt de geschiedenis in je eigen gemeente wilt leren kennen, fiets er dan eens langs en dan heb je twee fantastische dagen.”
Kemkers is begaan met het onderwerp mede door zijn verleden als wethouder van de gemeente, maar geeft toe dat het aan het echte uitdragen best een beetje schort. “Eigenlijk zijn die Open Monumentendagen veel bijzonderder dan je zou denken. Noem het maar Drentse nuchterheid”, verklaart hij de bescheiden tamtam eromheen. “Mensen moeten maar komen en dan zien ze het wel.” Maar dat komen, daar schort het bij tijden wel wat aan. “Mijn ervaring is dat de bezoekers toch wat minder lokale mensen zijn. Het zijn vaak die mensen die geïnteresseerd zijn in geschiedenis en er zitten veel mensen tussen die elk jaar dit tweede weekend van september inplannen om eropuit te gaan en iedere keer weer een andere gemeente pakken.” Toch is het juist voor de ‘leek’ een mooie gelegenheid om de geschiedenis van zijn omgeving tot leven te zien komen. “Aan de buitenkant lijkt een kerk gewoon een kerk, maar binnenin is het een wereld van verschil. De hele geschiedenis kun je herleiden aan de details van zo’n monument.”
Noordenveld heeft veel te bieden op het gebied van monumenten. Overbedeeld zelfs, durft Kemkers deze gemeente te noemen. “Noordenveld hoort bij de vijftig gemeenten van Nederland die de meeste monumenten hebben”, doet hij uit de doeken. “Ik zie mezelf nog zitten als wethouder eerder, tussen andere grote gemeentes als Den Haag of Zaanstad”, lacht hij. Deze bijzondere positie is alleszins te danken aan Veenhuizen. “Dat is eigenlijk een soort groot museum met enorm veel monumenten. Al die panden met teksten erop, de gestichten; niet voor niks is het de bedoeling dat dit volgend jaar Werelderfgoed moet worden.” Een mooie stap voor Noordenveld. “Zelfs internationaal zijn er velen die bewust naar een Unesco Werelderfgoed afreizen. Zo’n titel is ook zeker een goede manier om de mensen die normaal in het westen blijven hangen, te verleiden ook in het noorden te blijven.” Mag Veenhuizen dan de parel genoemd worden? “Dat moeten mensen zelf bepalen”, blijft Kemkers diplomatiek, maar hij laat zich toch verleiden een voorkeur uit te spreken. “Zelf vind ik Norg ook heel bijzonder. Binnen een kleine afstand vind je er nog twee werkende molens met daartussen die karakteristieke Brink met een prachtige kerk. Roderwolde heeft absoluut de mooiste molen, maar het sfeertje in Norg is wel fantastisch.”
Laat dit nou ook net de plek zijn waar het “paradepaardje” van dit jaar staat en waar dus ook de opening op vrijdag 8 september plaats vindt. “Het is echt uniek dat het kunsterf op de Brinkstraat 1 ook opengesteld wordt. Het is één van de oudste boerderijen van de gemeente.” In samenwerking met verschillende historische verenigingen en andere plaatselijke inzet is er in elk geval genoeg te bezichtigen deze twee dagen. Wie dit paradepaardje niet aanspreekt, kan misschien zijn hart ophalen in Roden waar aan de Waaienhof een museum is ingericht met klassieke auto’s en (stationaire) motoren of in Peize waar men vanuit de Paiser Meul een prachtige wandeling kan maken. Dool wat uurtjes door Veenhuizen nu het nog niet door de Chinezen ontdekt is of ontdek hoe het olie slaan op de molen van Roderwolde in zijn werk gaat. “Benut die kans, want het kan maar één keer per jaar”, sluit Kemkers terecht af.
 

UIT DE KRANT