Powervrouw Wilma Pol: ‘ Alles is ontstaan vanuit overlevingsdrang’

(On)genode gast
RODEN – Leiding geven is een kunst. Moeilijk aan te leren, ondanks alle goedbedoelde managementcursussen. Bijna tien jaar lang geeft Wilma Pol (49) alleen leiding aan Hoofdzaken, in het kappersvak zit ze ondertussen al dertig jaar. Leiding geven doet ze op haar eigen manier. ‘Ik ben niet zakelijk. Ik ben creatief, een gevoelsmens vooral. Ik doe eigenlijk alles op intuïtie. Ik ben geen geboren ondernemer, maar een verborgen ondernemer, zo heeft men wel eens tegen me gezegd. Maar het is me wél gelukt. Op mijn manier. Ondanks mijn onkunde op heel veel zakelijke vlakken. En weet je wat het is? Bij mij is heel ontstaan vanuit overlevingsdrang.’
Wilma wist al snel één ding zeker: ze wilde kapster worden. En dus rolde ze al op haar zestiende het vak in. Drie jaar later nam ze samen met haar toenmalige partner een kapsalon aan de Oude Ebbingestraat in Groningen over. Ze waren samen de jongste ondernemers van Groningen. De herensalon in Groningen liep goed, en twee jaar later besloten ze ook een herensalon in Roden te openen: WM Haarmode. Het was vooral ontzettend hard werken. Hij in Groningen, zij in Roden. Of andersom. Alles draaide om de schaar, totdat ze zich afvroegen wat ze nou eigenlijk precies wilden. Het antwoord? Groningen werd afgestoten en in Roden werd Hoofdzaken geboren. Het kleinere pand van 50 vierkante meter werd ingeruild voor 200vierkante meter en Wilma en haar partner konden rekenen op acht personeelsleden. Een jaar na de start ging het mis. De relatie liep op de klippen. Na 24 jaar. ‘Ik besloot eigenlijk meteen om alleen door te gaan. Een beslissing die ik puur op gevoel nam. Probleem was echter wel dat ik van de zakelijke kant van ondernemen niets wist. Ik moest uit m’n comfortzone. Heb mensen gezocht die me konden helpen. Ik wilde onafhankelijk zijn vooral, al was het een nieuwe start vanuit volledige onbalans’, vertelt Wilma.
Een eigen zaak. Twee opgroeiende kinderen van toen 2,5 en 4 jaar. Dat is schipperen. ’Niets wat ik doe kan op honderd procent. Het is overal een procentje of zeventig. Ik laat dus op alle fronten wat liggen, ook richting mijn kinderen. Ja natuurlijk, dat voelt niet goed. Maar heb je keuze? Je moet de zaak draaiende houden, anders heeft het ook weer gevolgen voor thuis. Ik was ineens 24 uur per dag, zeven dagen per week ondernemer. Ik lag er wakker van. De verantwoordelijkheid voelde soms beklemmend. En nogmaals; alles wat ik gedaan heb, is op gevoel gebeurd. Dan duren zaken als het nemen van beslissingen misschien wat langer, voor mij is het de enige manier waarop ik kan functioneren en overleven. Het is mijn manier. Wat betreft leiding geven heb ik altijd ingezet op een zelfsturend team. Mensen moeten bij mij zichzelf kunnen zijn en een stuk eigen verantwoordelijkheid dragen en de talenten benutten die ze hebben. Zo heeft iedereen eigen taken binnen Hoofdzaken en functioneren we als een (h)echt team. Als ik zie hoe de meiden zich ontwikkelen, dan maakt me dat trots.’
Wilma schenkt koffie in. Op haar pols staat fijntjes het woord ‘Choices’ getatoeëerd. Keuzes. Alles draait om het maken van keuzes. ‘Tegenwoordig wordt er steeds meer van een ondernemer gevraagd. Zaken vooral die buiten het vakgebied liggen. Steeds weer regels die veranderen en steeds meer verantwoordelijkheid voor de zorg van je werknemers. Pas nu, nu de kinderen wat ouder worden, probeer ik mijn sociale leven weer enigszins een impuls te geven. En vergeet niet dat het hebben van een eigen zaak ook voordelen biedt. Je beslist alles zelf. Je kunt je creativiteit kwijt en hoeft geen verantwoording af te leggen aan leidinggevenden. Achteraf zeg ik dat ik nooit gedacht had dat ik dit zou kunnen en als ik er toen over nagedacht had, had ik het nooit gedaan. Ik ben niet iemand die anderen wil vertellen hoe ze het moeten doen, en ga niet uit van belemmeringen. Denk liever in kansen en niet in onmogelijkheden en volg dus vooral mijn gevoel. Kijk naar mij. Van financiën bijvoorbeeld, wist ik helemaal niets. Van een bedrijf leiden evenmin. En kijk eens wat er nu toch staat. Puur door op je gevoel af te gaan. Door goede mensen om je heen te verzamelen en in mijn geval dus door die overlevingsdrang. Voldoening? Die haal ik nog steeds uit het werken met mijn klanten en het werken met m’n team. Uit de verscheidenheid in mensen die hier komen. Ieder met z’n eigen dingen. Echt iets kunnen betekenen voor iemand door verfraaiing of gewoon een goed gesprek. Het zien groeien van de mensen waar je mee werkt en een band mee opbouwt. Dát geeft voldoening. Het wordt mij als ondernemer wel onmogelijk gemaakt om me alleen daar op te kunnen richten. Je moet aansturen, je hebt met merken en vertegenwoordigers te maken, met sociale media en met zaken als opleidingen. Vandaar dat ik zelf nog slechts een klein aantal vaste klanten heb. Weet je, elke ondernemer brengt zichzelf mee in de zaak. Dát geeft elke zaak iets eigens, waardoor iedere zaak een eigen, typische identiteit krijgt. Dat en goede mensen om me heen verklaart het succes van Hoofdzaken. In dat kader wil ik bijvoorbeeld Gea Boonstra noemen. Ze doet de boekhouding maar betekent véél meer voor me. Is die rots in de branding. Als ik er even doorheen zit, dan bel ik Gea. En mijn ouders natuurlijk. Die zijn er altijd voor me.’
Hoofdzaken is ondertussen een meer dan gevestigde naam. De recessie raakte elke bedrijfstak, en dus ook kapsalons. ‘De tijden zijn veranderd. Net zoals de klant ook veranderd is. En uiteraard het bestedingspatroon. Mensen gaan minder regelmatig naar de kapper. Mensen maakten vroeger een paar dagen voor die tijd een afspraak, nu het liefst pas twee uur. Klanten zijn minder trouw geworden. Recessie maakt de mensen angstig. Ze nemen soms genoegen met minder kwaliteit tegen een lagere prijs, of komen minder vaak. Natuurlijk hebben wij dat hier ook vernomen. En of. We hebben echter vertrouwen in wat we doen. Zijn de dingen blijven doen die ons onderscheiden. Persoonlijk, al is het preken voor eigen parochie wellicht, snap ik trouwens niet dat mensen bezuinigen op het haar, maar wél een dure trui kopen. Je haar zie je elke ochtend in de spiegel, die trui ligt vaker in de kast dan dat je ‘m draagt. Haar is het waard om in te investeren. Van mooi haar wordt iedereen blij.’
‘Mijn werk draag ik altijd bij me. 24 uur per dag, zeven dagen per week. Mijn meiden mogen me altijd bellen. Ongeacht dag of tijd, Hoofdzaken zit altijd in mijn systeem. Verantwoordelijkheid dragen is zwaar. Het klinkt soms leuk dat je zelf beslist, maar nog steeds ben ik bang de foute beslissing te nemen. Een verkeerde beslissing kan immers verregaande consequenties hebben voor iedereen. ‘ Volgend jaar wordt Wilma vijftig. ‘Ik heb in de afgelopen jaren wel geleerd dat het om echtheid gaat. Hoe echt is iemand? Ik ga dat verschil steeds meer onderscheiden. Dat leer je vanzelf. Wat ik ook fijn vind is de loyaliteit van bepaalde mensen. Als ik zie dat Gerda Arends nu al 27 jaar met me samenwerkt, dan doet me dat goed. We staan op gelijke hoogte. Gerda kent me van haver tot gort, ze heeft alles van dichtbij meegemaakt. Het doet me goed als ik haar hier elke ochtend met een grote glimlach binnen zie komen. Daar haal ik mijn voldoening uit. Dan weet ik dat het goed is.’
Tenslotte. In Roden zitten veel kapsalons. Toch? ‘ Ik weet nog dat toen wij hier wilden beginnen, er beleid was. Er moest toen balans zijn. Nu is dat niet meer zo en lijken de kapsalons als paddenstoelen uit de grond te schieten. Tsja, we zijn elkaars concurrenten. Zo simpel is het. Onderling contact is er amper. Toevallig parkeerde ik laatst mijn auto ergens toen Lidy van L&M me riep. Ze nodigde me uit voor koffie en ik heb dat als zeer prettig ervaren. Zo zie je toch hoe een ander het doet. Leerzaam en interessant. Al blijven we concurrenten natuurlijk.’

UIT DE KRANT