Robin Rozema over het opleiden van voetballers, fitheid en Pep Guardiola

Afbeelding
Sport
‘Door mijn blessures ben ik een ander mens geworden’ RODEN – Over voetbal heeft iedereen wel een mening. Daar vindt iedereen wel iets van. Robin Rozema (26) uit Roden ook, zeker als het gaat om het opleiden van jonge voetballers. Al op vijftienjarige leeftijd trainde hij jeugdspelers. Eerst bij VV Roden, toen een seizoen bij FC Groningen en tegenwoordig is hij als trainer/coach actief voor VEV’67. Bij die club is hij verantwoordelijk voor C1. Rozema lijkt alles in zich te hebben een toptrainer te worden, voorlopig heeft hij echter geen enkele ambities om senioren te gaan trainen. Robin Rozema over zijn eigen carrière die gedwarsboomd werd door blessures, over het trainen van jeugdspelers, over VV Roden, zijn broer Sander en het belang van een fitte selectie. Ofwel, het verhaal van een voetballiefhebber met een eigen visie.
Zelf trapt Robin tegenwoordig alleen nog een balletje in de zaal. Hij is doelman. Reden: twee beenbreuken. ‘In 2011 en 2013 heb ik mijn been gebroken. Hetzelfde been, dezelfde plek. Voetballen zit er voor mij niet meer in. Dat ik in de zaal actief ben, doe ik op eigen risico want als het weer mis zou gaan, heb ik een groot probleem. Als keeper heb je meer controle, al verneem ik het been altijd al vrij snel.’ Door de fracturen kwam een abrupt einde aan zijn eigen loopbaan. Gelukkig kon hij zich – voetbaldier als ie is- richten op het trainen van jeugdspelers. ‘Ik wilde al vrij vroeg jeugd gaan trainen. Toen ik zelf jeugdspeler was, werd ik- overigens met alle mogelijke respect- vooral bezig gehouden. Ik miste daardoor basisdingen toen ik ouder werd. Dát en het feit dat ik het fantastisch vind om met kinderen te werken, zijn er de reden van dat ik al op jonge leeftijd voor de groep stond. Aanvankelijk wil je vooral winnen met je ploegje. Wil je alleen de hoogste teams trainen. Daar kijk ik nu anders tegenaan. Het gaat om beter worden. Om ontwikkeling. Om plezier. Je kunt met alle kinderen progressie boeken. Verschil is alleen dat het met de ene groep wat sneller gaat dan met een ander. Die omslag in denken is veroorzaakt dor mijn eigen blessures. Voor de blessure was het altijd moeten. Moeten winnen vooral. Toen dacht ik als trainer meer aan de korte termijn. Nu gaat het me meer om individuele ontwikkeling, om plezier’, zegt Robin. ‘Ja, door die blessure ben ik dingen anders gaan zien en dus een ander mens geworden.’
Bijzonder: trainer Rozema werd ‘ontdekt’ door een scout van FC Groningen. ‘Ik was trainer/coach bij VV Roden. Er was een scout van FC Groningen die een speler wilde bekijken. Na afloop meldde hij zich en gaf hij aan mijn manier van coachen erg goed te vinden. Ondertussen was dat ook Paul Raveneau – destijds Hoofde Opleidingen bij FC Groningen en vaak op de velden van VV Roden te vinden- ook opgevallen. En zo is het balletje gaan rollen. Ik heb in Groningen een seizoen gewerkt bij de voetbalschool en de D2. Ik mocht blijven en kon de regionale voetbalschool die sinds een jaar op zondagmorgen in Roden gehuisvest is, mogen leiden. Een blijk van waardering, een compliment. Ik stond echter toch liever zelf voor een groep. Daarom koos ik voor VEV’67.’
Toen Rozema naar FC Groningen vertrok, wemelde het van de geruchten over dat vertrek. Er zou sprake zijn van een conflict met VV Roden. ‘Dat valt best mee. In de voetballerij vindt iedereen wel wat van elkaar. Laat ik zeggen dat we een voetbaltechnisch verschil van inzicht hadden. Ik wilde gevoelsmatig meer dan de club wilde. Ik beschouw VV Roden een beetje als het Be Quick van Noordenveld. Ik heb het gevoel dat het stokt, dat er veel meer in zit’, zegt Rozema, als altijd correct.
Jeugdtrainer ben je uit liefde. Rijk word je er niet van, Rozema al helemaal niet. ‘ Toen ik een gesprek met VEV’67 had, heb ik gezegd dat ze me maar moesten geven wat ik in hun ogen waard was. Of dat ze het geld maar in de jeugdpot moesten stoppen. Ik doe dit omdat ik het leuk vind met kinderen te werken. Bij VEV’67 wordt ontzettend veel energie in het opleiden van jeugdspelers gestoken. Nu John de Hoop gestopt is, is Bert Rohde aangetrokken als Hoofd Opleidingen. Wéér een echt voetbaldier met wie je pittige, inhoudelijke discussies kunt voeren. Bij VEV’67 wordt bovendien nooit vergeten dat het om de kinderen draait, en niet om ons. Ik begin straks aan mijn tweede seizoen als trainer/coach van C1. We spelen in de Hoofdklasse en eindigden vorig seizoen als vijfde. Dat deden we met een heel jong team. Bovendien hebben een aantal spelers na de winterstop geholpen om klassenbehoud voor B1 te bewerkstelligen. Typisch VEV’67. Het belang van de spelers gaat voor, minder relevant is of je met je ploegje nou derde of vijfde wordt. ‘
Rozema heeft een bijzondere kijk op het geven van training aan jeugdspelers. Daar waar bij veel andere clubs vaak ingewikkelde oefenstof de norm is, houdt Rozema het simpel. ‘Mijn trainingen? Partij. Vooral veel partij. Met een warming-up en een rondootje. Daarna ga ik snel over tot de orde van de dag, en dat is een partij. Daar komen alle facetten van het voetbal in terug. Het werken aan de opbouw, de omschakeling en je techniek? Alles komt aan bod, net als de zo belangrijke conditionele prikkel. Binnen partijvormen kun je bovendien variëren. Van één tegen één naar acht tegen acht. Ik ben als trainer geen ‘voorzegger’. Ik laat spelers bewust fouten maken om er later met ze over te praten en het te verbeteren. Een pass- en trapvorm? Prima, maar niet langer dan maximaal tien minuten. Dan verslapt de aandacht. Bij een partij niet. Vraag kinderen wat ze willen en ze zullen  aangeven een partijtje te willen spelen. Nee, bij VEV’67 traint niet iedereen op dezelfde manier. Wél worden de zelfde basisprincipes gehanteerd. Waar sta je in de opbouw? Welke taken horen bij een bepaalde positie? Dat maakt de instroom naar een hoger team eenvoudiger. Je hoeft niet op nul te beginnen, de basis is er immers al.’
Rozema is van het type ‘wat goed is, komt snel’. ‘Bij veel clubs zie je dat er rond de winterstop bekeken wordt of een getalenteerde speler eventueel naar een hoger team zou kunnen. Ik vraag me dan af waarom clubs daar zo lang mee wachten. Laat zo’n jongen meteen meetrainen. Ik snap een ijkpunt als de winterstop nooit zo goed. Wat je ook ziet is dat jeugdspelers bij de ene trainer veel beter functioneren dan bij een andere. Veel heeft met vertrouwen te maken, en dus moet je spelertjes ook niet te snel afschrijven. Ik durf best te zeggen dat ik een motivator ben én iemand die wil weten wat er naast het voetbal gebeurt. Als het op school slecht gaat, dan wil ik dat weten. Dan gaat zo’n jongen namelijk niet trainen. Het gaat namelijk om die wereld er om heen, voetbal is dan bijzaak. Ook zaken als ouders die in scheiding liggen kunnen invloed hebben op het spel. Daarom is het goed te weten. En weten is voldoende, ik vind er verder niets van. Ga niet bij ouders op de koffie. Ik ben daarnaast iemand van de duidelijkheid. Ik wil geen twijfels hebben dat er iets mis kan gaan. Alles moet zeker ook buiten het voetbaltechnische aspect goed geregeld worden. Ik prijs me gelukkig met een geweldige leider. De rol van leiders wordt nogal eens onderschat, vind ik. Ze zijn namelijk ontzettend belangrijk om je als trainer en groep volledig te kunnen richten op voetbal, en je niet druk te hoeven maken om de shirts en de ballen. ‘
Geblesseerd? Robin zorgt voor een alternatieve taak. ‘Zo blijven spelers bij de groep betrokken. Ik ben een man van het collectief. Laat spelers ballen halen, verzin iets anders. Zo houd je ze ook in beweging. Ja, ik ben oprecht geïnteresseerd in de methodes van andere trainers. Ik kijk vaak bij andere teams, ik lees veel voetbalboeken. Ik ben erg gecharmeerd van Pep Guardiola. Niet hoe hij zich aan de lijn gedraagt, want dat is niet mijn stijl. Natuurlijk; bij hem spelen heel andere belangen, maar richting jeugd is dit niet de manier. Elke ploeg die hij traint draagt zijn stempel. Echt fantastisch. In het hedendaagse voetbal zijn zaken als een hecht collectief en zeker fit zijn ontzettend belangrijk geworden. Ben je fit, dan kun je het elke ploeg lastig maken. Mijn broer Sander die aanvoerder is van FC Emmen is zich daar ook van bewust. Hij doet er echt alles aan om fit te zijn en te blijven. Al ver voor de voorbereiding begint, is hij al weer in training. Kijk eens naar Ronaldo. Die laat echt geen dag liggen hoor.’
Van het EK was Rozema niet echt onder de indruk. ‘Ik denk dat dit het slechtste EK was dat ik gezien heb. En toch heb ik genoten van de teamspirit van bijvoorbeeld Portugal en IJsland. Natuurlijk zie ik ook liever het voetbal van Barcelona en Bayern München, maar teams van middelmatig niveau die er alles aan doen, fit zijn en een hecht collectief vormen; ook daar geniet ik wel van. Duitsland? Zij speelden het beste voetbal, maar verloren toch. In de halve finale misten ze duidelijk een spits. In de wedstrijd tegen Frankrijk zag je dat het dus niets zegt dat je als ploeg zeventig procent balbezit hebt. Of balbezit niet langer zaligmakend is? Nou ja, het is wel de basis om van achter naar voren te komen natuurlijk. Heb je als ploeg veel balbezit, dan beheers je wel bepaalde dingen. Uiteindelijk gaat het er – zeker in de top- om dat de bal in het netje komt. Dan telt tachtig procent balbezit niet. Bij de jeugd ligt dat even anders. Ik ben overigens van mening dat we de Nederlandse voetbalstijl niet overboord moeten gooien, en dat we onze manier van voetballen en opleiden niet moeten veranderen. Nu ineens moeten we volgens de kenners meer de nadruk leggen op fitheid en het teamproces. En dat terwijl we allemaal genieten van het spel van Duitsland en Bayern München. En juist zij spelen dat typische Nederlandse voetbal. Laten we trouw blijven aan onze filosofie. We leggen nu wel heel erg de nadruk op de zwakkere plekken van Oranje. Ik vind wél dat we eens goed naar Duitsland moeten kijken als het gaat om het fysieke en conditionele deel. Volgens mij heeft het ook allemaal met vertrouwen te maken. Ook volwassenen functioneren beter met vertrouwen. Wél hecht ik aan fitheid. Sterker nog: de tweede beenbreuk verwijt ik mezelf. Ik was niet helemaal fit en maakte een sliding waar ik het wel fit anders op had gelost. Kun je nagaan hoeveel wel of niet fit zijn kan hebben.’

UIT DE KRANT

Lees ook