‘Soms meer saneerder dan museumdirecteur’

Afbeelding
actueel
Museum Nienoord maakt zich op voor groots jubileumjaar
 
LEEK – Museum Nienoord viert dit jaar haar 60-jarige jubileum. Een heugelijk feit voor het museum, dat groots gevierd zal worden. Met een heuse koetsentocht door het Westerkwartier en bijzondere exposities, heeft het Museum genoeg leuks in het vooruitzicht. Met maar liefst 26.000 bezoekers over het afgelopen jaar, kan het Museum daarnaast terugkijken op een uitstekend jaar. Hoog tijd voor een interview met de directeur van het jubilerende museum: Geert Pruiksma. Vrolijk komt Pruiksma het terrein van Landgoed Mensinge op gefietst. Hier spreken wij de directeur van Nienoord. Hij doet alles per fiets en vindt het geen probleem om even naar Roden op en neer te reizen. ‘Het is toch mooi weer’. Dat hij vrolijk is, mag geen verrassing heten. Dat is hij immers altijd. Althans, zo lijkt het. Enthousiast vertelt Pruiksma over het museum, haar vrijwilligers en de toekomst. De toekomst die soms  wat onzeker lijkt, maar waar hij veel vertrouwen in heeft. Niet in de laatste plaats omdat Nienoord kortgeleden  weer een aantal nieuwe vrijwilligers heeft mogen verwelkomen. ‘Het mooie is dat zij allemaal een geheel eigen inbreng hebben. Op de laatste vrijwilligersbijeenkomst zijn er zes vrijwilligers bij gekomen’, zegt hij. Ook op het financiële vlak gaat het de goede kant op met Nienoord. Kalenderjaar 2017 werd – net als het jaar ervoor – met zwarte cijfers afgesloten. ‘We lopen in op een lening van de gemeente’, vertelt Pruiksma. En dat is knap, zeker als je nagaat dat ondertussen het dak nog is vernieuwd voor een dikke 80.000 euro. Als klap op de vuurpijl kan Nienoord de komende drie jaar rekenen op subsidie van de gemeente. ‘Het is belangrijk dat we nu voor een langere periode al een subsidietoezegging hebben. Dan weet je waar je aan toe bent.’ Dat het financieel weer de goede kant op gaat, is bepaald niet vanzelf gegaan. ‘Of ik mij zo af en toe meer een saneerder dan een museumdirecteur vond? Ja, dat kun je wel zeggen. We hebben op alles bezuinigd, waar we op konden bezuinigen. Alleen bij de verwarming ligt er nog een kans. We geven hier jaarlijks zo’n 50.000 euro aan uit, dus daar valt nog winst te behalen. Daarnaast sluit het aan op het duurzame beleid dat de gemeente voert’, aldus Pruiksma. In een tijd van bezuinigingen, is een hecht team van levensbelang. ‘Het voordeel dat wij hebben, is dat we elkaar graag mogen. We durven dingen tegen elkaar te zeggen, met in het achterhoofd de gedachte dat wij elkaar niet kwijt willen raken.’ Met de nodige positiviteit gaat Museum Nienoord 2018 tegemoet. En met een aantal bijzondere evenementen in het vooruitzicht. Te beginnen bij de koetsentocht door het Westerkwartier, die op 27 mei zal plaatsvinden. ‘Dat is een mooie manier om de gemeenten van het Westerkwartier alvast te verbinden, met het oog op de gemeentelijke herindeling. Het gaat heel mooi worden’, glundert Pruiksma. ‘Sowieso is het erg bijzonder. De overgrote meerderheid van de koetsen in ons bezit kunnen namelijk niet de weg op.’ Met de precieze invulling van de koetsentocht, is het museum nog druk bezig. ‘Ik stel me dan zo voor dat in iedere gemeente een wethouder instapt’, zegt Pruiksma, waarmee hij direct een schot voor de boeg doet. Nog voor de koetsentocht, zal er een expositie over Rien Poortvliet plaatsvinden. ‘Die expositie zal begin april worden geopend. Dat gaat heel mooi worden. Poortvliet stond onder andere bekend om zijn kabouterverhalen. Die waren waanzinnig populair. Zelf hebben wij een grote collectie van miniatuurkoetsen, dus dat is mooi te combineren. Het verhaal is voor jong en oud aantrekkelijk.’ In oktober komt Museum Nienoord nog met een jubileumtentoonstelling. ‘Daarvoor zijn we op zoek naar zestig mooie verhalen, waarbij het meer om de beleving en het gevoel bij de koetsen gaat. De droge feiten kennen we wel, we zijn op zoek naar bijzondere verhalen over de koetsen’, vertelt Pruiksma. Naast een jubileumjaar, ligt er in de toekomst wellicht een samenwerking met Landgoed Mensinge in het verschiet. Interim-manager van het landgoed in Roden, Nina Hiddema, gaf aan een samenwerking met Nienoord wel te zien zitten. ‘Daar ben ik hartstikke blij mee’, zegt Pruiksma. ‘Ik ken Nina goed. Ik weet hoe zij iets kan brengen, hoe zij iets levendig maakt. Het voordeel van Mensinge is dat zij een compleet ingerichte borg hebben, met de originele inrichting. Aan de andere kant is het lastig om bezoekers die er één keer zijn geweest, weer opnieuw naar het museum te lokken. Zij hebben dan immers de indeling al gezien. Daar valt winst te behalen voor het museum. Ik denk dat een samenwerking met Mensinge een goed idee is. Met Hiddema heb je dan een mediadame en ik ben meer de kamergeleerde, even heel zwart-wit gezegd. Die combinatie zou zeker goed uit kunnen pakken. Op welke manier wij zouden samenwerken? Inhoudelijk zou je de musea op elkaar kunnen afstemmen. De collectie bijvoorbeeld. Maar ook de inkoop of personele inzet is wellicht uitwisselbaar, ik zeg maar wat. Het zal moeten blijken hoe wij elkaar kunnen versterken.’
 
 
 
Geld van de gemeenschap naar de plaatselijke ondernemer
Een vooroordeel waarmee culturele instellingen als Museum Nienoord vaak mee te maken hebben, is dat het geld van de gemeenschap ‘verkwanseld’ wordt. Pruiksma moet hier om lachen. ‘Mensen die niets met cultuur hebben, vinden dat het geld nuttiger besteed kan worden en denken dat het geld allemaal verdwijnt. Maar het is zo dat wij het gemeenschapsgeld zo veel mogelijk in de regio willen uitgeven. Zo profiteert de plaatselijke ondernemer dus van de uitgaven van het museum. Het gemeenschapsgeld wordt voor een heel groot deel hier uitgegeven.’ Daarnaast komen de medewerkers van het museum allemaal uit de regio. En, alsof dat nog niet genoeg was, doet de in Groningen woonachtige Pruiksma in Leek zijn boodschappen. Niet alleen om de plaatselijke ondernemer te helpen, maar ook om de sociale contacten in de omgeving te versterken. ‘Het is belangrijk om de plaatselijke groenteboer te kennen, net zoals het belangrijk is om goed contact met de burgemeester te hebben.’ Onlangs werd er een onderzoek gedaan naar de invloed van Museum Buitenplaats te Eelde op de regio. Daaruit bleek dat een klein museum als dat in Eelde, al gauw zeven ton aan inkomsten voor de plaatselijke ondernemer genereert. ‘De bezoekers van het museum kopen nog even een ijsje in het dorp en drinken een kop koffie, of doen snel een boodschap. En als ze er dan toch zijn, dan gooien ze de tank nog even vol’, legt Pruiksma uit.

UIT DE KRANT

Lees ook