Vroeger

Afbeelding
Puur natuur

In mijn kindertijd brachten we de vakantie meestal door op Ameland, met als onderkomen een GAK-huisje. Dat GAK stond voor Gemeenschappelijk Administratie Kantoor en regelde toentertijd de sociale uitkeringen. Nu heet dat anders. In die tijd, omstreeks 60 jaar geleden, werkte mijn vader, net als anderen, nog op zaterdagochtend en de (zomer)vakantie duurde twee weken. Daar werkte je een heel jaar voor. Tegenwoordig is dat een tikkeltje anders geregeld.

Verspreid over Nederland had het GAK, de werkgever van mijn vader, veel meer zomerhuisjes (waarvoor je trouwens moest inloten), maar Ameland was het meest dichtbij en voor een gezin met 4 kinderen was dat wel zo gemakkelijk. Auto’s waren toen een luxe die niet veel mensen zich konden veroorloven en dus verliep het vervoer met een (groene) GADO-bus van Groningen naar Holwerd en vice versa De bagage werd grotendeels bovenop de bus vervoerd, maar later werd dat vooraf door een bode gedaan en kon je het op de pier van Ameland afhalen. In mijn beleving was het vrijwel altijd mooi weer en werden vaak lange strandwandelingen (naar het Oerd) gemaakt. Onderweg naar het strand ging de wandeling eerst door de duinen en daar deed ik de eerste kennis op van de Nederlandse flora die me altijd is bijgebleven. Er was namelijk één plant die mijn vader bij naam kende: de Blauwe zeedistel. Net als nu was de plant toen al strikt beschermd en dus streng verboden te plukken. Met al die stekels haalde je dat trouwens niet in je hoofd. Wellicht kende mijn vader (en moeder) nog een andere plant, namelijk Helm, de grassoort waarmee de duinen vooral zijn begroeid. En ach, de Duindoorn zal ook wel bekend zijn geweest, maar dat waren planten waarover niet werd gerept.

Van huis uit is mijn florale kennis dus beperkt en heb ik het me pas later beetje bij beetje weten eigen te maken. Tegenwoordig lenen vakanties zich daar uitstekend voor en worden steeds andere wandelroutes uitgestippeld waar ’nieuwe’ soorten kunnen worden ontdekt. Vanzelfsprekend is er daarnaast oog voor andere natuurzaken, zoals vogels, opvallende insecten en paddenstoelen. Voor dat laatste was het de afgelopen twee weken, die we doorbrachten in Zeeland, niet echt de geschikte tijd en bleef de oogst beperkt tot slechts enkele soorten. Planten waren er echter des te meer en daarbij waren heel wat soorten die inderdaad ’nieuw’ voor me waren. Zeeland staat bekend als de provincie met het zachtste klimaat van Nederland en dat hebben we de afgelopen tijd aan den lijve ondervonden. Af en toe was er contact met Roden en hoorden we dat het er regende terwijl wij het de hele periode droog hebben gehouden. Bovendien was het in Zeeland gemiddeld zo’n vier graden warmer. Een plant die zonder meer kan worden gekoppeld aan dat ’warmere’ klimaat is de Wollige distel. Expliciet wordt in de literatuur gemeld dat de plant bekend is van zuidhellingen van dijken op Zuid-Beveland. Wij zagen de plant op een beschutte plek bij het eeuwenoude Fort Rammekens (1547) op Walcheren.

Het Deltagebied kent een grote variatie aan landschappen met onder meer veel duinen en zilte gebieden. Duinen associeer ik vanwege ’vroeger’ met Ameland en daar hoort de Blauwe zeedistel bij. Dat is best een zeldzame verschijning, ook in Zeeland, en dus was ik blij verrast een grote populatie aan te treffen bij een strandopgang bij Oostkappelle (foto). Op Ameland zouden ze waarschijnlijk geen lang leven zijn beschoren, want daar zijn inwoners die ze, ondanks de stekels en het plukverbod, verzamelen om ze te gelde te maken bij bloemisten. Ze staan namelijk zo mooi in bloemstukjes! Veel Amelanders hebben nog een juttermentaliteit en lappen sommige regels aan hun laars. Wat dat betreft zijn de ’Zeeuwen’ een stuk gezagsgetrouwer en dan zeker in de streek waar wij verbleven. Hen zou je misschien kunnen associëren met de Knikkende distel vanwege de gebogen bloemhoofdjes, hoewel dat misschien ietwat misplaatst is. Vooraf meldde ik kennissen dat wij naar Grijpskerke gingen en slikte opzettelijk de e op het eind een beetje in, waardoor mensen dachten dat we naar Grijpskerk (Gr) zouden gaan. Maar daar kan nooit sprake van zijn. Grijpskerke wel en was een ideale plek als uitvalsbasis.

UIT DE KRANT