8,5 Miljard euro voor verbetering onderwijs

Afbeelding
actueel

REGIO – Onlangs maakte het kabinet bekend dat het maar liefst 8,5 miljard euro beschikbaar stelt voor een ‘Nationaal Programma Onderwijs’ (NPO). Dit programma moet scholen helpen om leervertragingen in te halen en het onderwijs te verbeteren. Van de 8,5 miljard die de rijksoverheid beschikbaar stelt gaat 5,8 miljard euro naar voorschoolse educatie, basisscholen en middelbare scholen. Dat komt neer op zo’n 700 euro per leerling. De scholen moeten een scan maken om vervolgens tot een plan te komen. Op basis daarvan de gelden de komende twee jaar besteedt kunnen worden.Ook de besturen van rsg De Borgen en Stichting Quadraten, het samenwerkingsverband van verschillende scholen in Noordenveld en het Westerkwartier, werken hard om de plannen nog voor de zomervakantie gereed te krijgen.

´Het is belangrijk dat dit goed gebeurt, ook al staat het onder tijdsdruk´



Op de website van het Nationaal Programma Onderwijs is te lezen dat het NPO ondersteuning biedt aan leerlingen en studenten in het onderwijs die het moeilijk hebben, bijvoorbeeld door extra lessen in kleine groepjes mogelijk te maken. Ook helpt het docenten en andere medewerkers in het onderwijs met speciale trainingen. Daarnaast richt het programma zich op de persoonlijke en praktische ontwikkeling van leerlingen en studenten en het inhalen en goedmaken van vertragingen, bijvoorbeeld door het onderwijs toe te spitsen op de kern van de vakken. Om dit te bewerkstellingen is het van belang dat iedere school onderzoek doet naar de vertragingen en behoeftes op sociaal-emotioneel gebied die er zijn.


‘Daar zijn wij volop mee bezig,’ geeft directeur Margriet van Zonneveld aan. ‘We maken analyses door middel van speciaal ontworpen onderwijsscans. . Daarbij laten we docenten, mentoren en coördinatoren aan het woord, zodat we inzicht krijgen in wat nodig is. Ook worden stakeholders geïnterviewd en kijken we naar wat de gemeente doet met de jeugd in de regio. Dit leidt uiteindelijk tot een totaalplan voor de Borgen als geheel en een plan per school.’ Het uitgangspunt daarbij is iets doen voor de leerlingen om vertragingen in te halen en investeren in de verduurzaming van het onderwijs. ‘We moeten ook medewerkers goed faciliteren om te zorgen dat die staande blijven,’ aldus Van Zonneveld. ‘Professionalisering is ook nodig om het plan uit te voeren. Voor de leerlingen zijn misschien wel tijdelijk kleinere groepen nodig,  of extra ondersteuning.Dat moet blijken uit het onderzoek.  Ook is het mogelijk om te investeren in benodigd materiaal’ Van Zonneveld is zich ervan bewust dat het om een ambitieus plan gaat, maar pakt de uitdaging graag aan. ‘Twee collega’s houden zich hiermee bezig, halen input op uit de scholen en schrijven een plan. Hopelijk kunnen we dat in de eerste week van juli voorleggen aan de medezeggenschapsraad. Als alles volgens plan verloopt kan het nog lukken voor de zomervakantie. Lukt dat niet, dan hebben we in ieder geval alles in kaart gebracht.’ Het belangrijkste volgens Van Zonneveld is dat er zorgvuldig te werk wordt gegaan, zowel voor leerlingen als voor medewerkers. ´Het is belangrijk dat dit goed gebeurt, ook al staat het onder tijdsdruk.´


Ook Quadraten werkt hard aan een plan. ‘Op dit moment weten we nog niet precies waar en op welk vlak de leervertragingen zich bevinden,’ zegt Wilma Drenthe, bestuurder van Stichting Quadraten. ‘De verschillende scholen voeren nu een scan uit en maken een plan om leervertraging weg te werken. Die worden de komende weken verzameld.’ Bij leervertraging gaat het volgens Drenth niet alleen over vertragingen op vakken als rekenen en taal, maar ook op sociaal-emotioneel gebied. ‘We horen wisselende verhalen over vertragingen. Soms is deze er nauwelijks, maar bij andere leerlingen zien we die wel. Over het algemeen hebben wij het idee dat het wat leervertragingen wel meevalt en dat behoorlijk veel vertraging al is ingelopen, mede dankzij eerdere subsidies.’ Volgens Drenth sluiten de scholen van Quadraten aan bij de landelijke trend dat kinderen die onderwijs nodig hebben voor bijvoorbeeld taalontwikkeling de meeste vertraging hebben. Jonge kinderen kunnen zich echter ook heel snel herstellen en Drenth maakt zich dan ook niet direct zorgen: ‘Wij zijn tevreden met hoe het op dit moment gaat. Er is geen sprake van dat kinderen hierdoor blijven zitten.’


De scan moet een duidelijker beeld geven. Daarna is het aan de scholen zelf om met een plan te komen. ‘We hopen dat alle scholen de plannen voor de zomer hebben ingediend,’ geeft Drenth aan. ‘Na de zomer willen we hiermee starten. Van belang is dat we de behoefte zichtbaar maken, maar de scholen zijn zelf aan zet om interventies voor te stellen en uit te voeren.’

UIT DE KRANT