Gedetineerde Henk: ‘Iedereen staat met één been in de gevangenis’

Afbeelding
actueel

Iedereen kent de penitentiaire inrichtingen in Veenhuizen van de buitenkant. Maar niet veel mensen weten hoe het er van binnen aan toe gaat. Hoe het is om er te zitten, of om er te werken. Tijd om eens een kijkje in de gevangenis te nemen in de reeks Blik in de bajes.



VEENHUIZEN – In de gevangenis zitten mensen die de fout in zijn gegaan. Die grotere en kleinere misdaden hebben gepleegd. Waar de een door stress de fout in gaat, doet de ander onuitsprekelijke dingen. Tijd om eens in gesprek te gaan met iemand die in de bak zit. Henk heeft zijn straf er bijna opzitten. Wat heeft detentie hem opgeleverd?
Henk komt binnen in de soos, een centrale ontmoetingsplek in de PI Esserheem. Grote vent, open blik, stevige handdruk. Zijn straf zit er bijna op. Dan heeft hij 36 maanden gezeten, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. ‘Mijn PP gaat straks in. PP staat voor Penitentiair Programma. Dat is dus eigenlijk gewoon straf, maar die mag ik buiten de gevangenis doorbrengen.’ PP houdt in dat hij een enkelband moet dragen. ‘Ook moet ik op een bepaalde tijd binnen zijn. In het weekend mag je acht uur per dag buiten, door de week veertien uur per dag. En er is natuurlijk een verbod op alcohol en drugs.’


Je vrijheid kwijt
Hoe het zo gekomen is wil hij best vertellen. ‘Ik ging de fout in. Ben door een incident hier terecht gekomen. Een serieus incident hoor, ik ga niet zeggen dat ik onschuldig ben. Maar ik ben geen beroepscrimineel, dus ook geen doorsnee gedetineerde. Voor mij was in de gevangenis terechtkomen een nieuwe wereld, een flinke uitdaging. Ik wist niet wat me overkwam. Dat gold voor ons allemaal, ook voor mijn gezin. Ik was zelfstandig ondernemer. Ik ben alles kwijtgeraakt, zowel financieel als mijn gezin. Ik had nooit verwacht dat ik zou doen wat ik heb gedaan. Maar daar is een heel traject van problemen aan vooraf gegaan.’
In de gevangenis terecht komen kan iedereen gebeuren, wil Henk benadrukken. ‘Iedereen staat met één been in de gevangenis. Je hoeft maar even niet op te letten in het verkeer, je rijdt een kind aan en hebt misschien nét een drup alcohol te veel op en je zit. Of je geeft iemand een duw in de kroeg, hij komt met zijn kin verkeerd op een barkruk terecht en hij is dood. Het zit in een piepklein hoekje.’
Niet alleen was het feit dat hij in de gevangenis terecht kwam een schok voor hem, ook was de cultuuromslag behoorlijk wennen. ‘Je kunt je niet voorstellen in wat voor wereld je terecht komt. Je bent je vrijheid volledig kwijt, je moet toestemming hebben om een brief te schrijven of een telefoontje te plegen. Als ik toiletpapier vergeet mee te nemen, moet ik op een belletje drukken. Je bent volledig de regie kwijt. We hebben het hier niet slecht hoor, maar het feit dat je je vrijheid helemaal kwijt bent, is iets waar ik heel erg aan moest wennen. Hier is helemaal niet luxe en makkelijk. Ik was altijd een vrij man. En ineens is dat weg. Zelfs nu in mijn laatste fase heb ik het daar moeilijk mee. Daar komt nog bij dat je afhankelijk bent van hoe je casemanager je beoordeelt. Je moet maar afwachten of die het goed doet. Dat is het lastigste van de hele straf.’
Hij raakte zijn gezin kwijt door zijn detentie. ‘Mijn relatie werd verbroken. Dat vond ik heel erg. Gelukkig zie ik mijn meiden regelmatig. Ik zit op de vadervleugel. Dat betekent dat er een gezinskamer is waar je kinderen elke week tweeëneenhalf uur op bezoek morgen komen. Ook mogen we beeldbellen. Ik heb nu een betere band met mijn dochters dan voorheen.’

Ommekeer in het leven
In de bajes kwam Henk zichzelf flink tegen. ‘Ik ben gaan schrijven en tekenen, om dingen te verwerken. Want om vijf uur gaat je cel op slot en dan zit je alleen met je gedachten. Dat zijn de pittigste uren. Tot die tijd gaat het wel. Je wordt om half acht gewekt en dan begint het arbeidsblok in de werkzalen. Dan is er lunch, kun je sporten, er is vrije tijd, je mag luchten, maar dan gaat toch die deur om vijf uur dicht. En dan zit je met jezelf.’
Dat gaf hem de tijd om na te denken over zijn leven en te bedenken wat hij zou willen. ‘Ik heb hier een ommekeer gemaakt. Ik wil mensen helpen als ervaringsdeskundige en ga een opleiding doen in sociaal werk. Ik heb een stageplek gevonden om te kijken of dat werk daadwerkelijk bij me past en ga dan een BBL-opleiding doen. Ik moet ergens beginnen en denk dat dat een goede keus is. Ik maak makkelijk contact met mensen, ben creatief, en kan goed voorlichting geven. Daar ligt mijn kracht. Ik heb iets te melden en iets te delen.’


Zichzelf vergeven voor wat hij heeft gedaan is een belangrijke stap in het proces. ‘Ik heb in de gevangenis een ontmoeting met de slachtoffers gehad, dat hielp wel mee om mezelf te vergeven. We hebben een heel mooi gesprek gehad. Het duurde twee jaar voor ze eraan toe waren, maar uiteindelijk hebben ze toegestemd. Kijk, die mensen waren getraumatiseerd, dus het was nog te vroeg. Maar uiteindelijk hebben we een heel intensief gesprek gehad, waarin ze mij ook hebben verteld hoe ze alles ervaren hebben. Na afloop was ik geen dader meer en waren zij geen slachtoffer meer. We konden beiden verder.’ Henk wil de tijd die hij in de bak zat goed gebruiken. ‘Ik wil er beter uitkomen dan dat ik erin ging. Dit is nu mijn moment. Deze tijd wil ik gebruiken om te zorgen dat dit niet meer gebeurt. Ik ben de confrontatie met mezelf aangegaan. Ik heb veel te danken aan de herstelconsulent, en dat ik daarvoor openstond hielp ook goed mee. De gevangenis is natuurlijk niet ideaal. Er is veel ruimte voor verbetering. Ik vind dat er bijvoorbeeld nog wat te weinig hulp is. Het gemiddelde IQ is onder de gevangenen niet heel hoog. Er zou veel meer hulp moeten zijn voor die jongens. Kijk, ik red het wel straks. Maar dat geldt niet voor iedereen. Een groot deel van de jongens heeft ernstige maatschappelijke problemen en een groot deel heeft een verslaving. Daarnaast zijn er een hoop nare verhalen. Er zijn veel jongens die geen schijn van kans hebben, die staan al met 10-0 achter. Iedereen heeft wel een verhaal. Daarom wil ik helpen. Als ik iets kan doen om iemand hiervoor te behoeden, dan ben ik tevreden.’

UIT DE KRANT

Lees ook