Ajakkes

Afbeelding
Puur natuur

Het is te hopen dat u de diertjes op de foto niet herkent van uw thuissituatie. Ik liet ze in mijn werkkamer zien aan een vriendin die op bezoek kwam. Eerst dacht ze aan kevers, keek nog eens en riep: ”Ajakkes, kakkerlakken, waar heb je die vandaan”. Ik wees naar beneden, richting mijn boekenkast, waarop ze enigszins verwijtend reageerde: ”Nou, dan mag je de boel hier wel eens beter schoonhouden”. Toen ik met een ‘big smile’ eraan toevoegde dat ze ook op de kamer van mijn vrouw zaten, had ze door dat ze voor de gek werd gehouden.

Van ongedierte weet je maar nooit of het op de één of andere wijze bij je in huis komt. Zelf zien we thuis af en toe Zilvervisjes, insecten met drie staarten en lange antennes. Ze houden van een ietwat vochtige omgeving, voeden zich met stoffen die zetmeel bevatten (ook papier) en opereren vooral in het geniep, dus ‘s nachts. In de Volkskrant las ik eens een artikel waarin iemand het opnam voor deze beestjes: ”Laat ze toch leven, ze zijn tamelijk onschuldig”. Nou ben ik nogal verdraagzaam, maar dat gaat me echt te ver. Omdat we nogal wat papier in huis hebben, soms stapelt het zich tot ergernis van mijn vrouw op, heb ik ze liever niet in huis. Er zijn nogal wat (oude) boeken waaraan ik ben gehecht en dus worden ze bij ontdekking vakkundig door mij om zeep geholpen. Maar ik zie ze niet echt als ongedierte en er wordt dus geen grof geschut ingezet (gif) om er vanaf te komen, waardoor een kleine populatie overleeft. Dat zou anders zijn bij de ontdekking van kakkerlakken, die zouden waarschijnlijk wel te vuur en te zwaard worden bestreden. Niet dat het echt vreselijk smerige beesten zijn, maar ze hebben gewoon een kwalijke reputatie en je hebt liever niet dat visite ziet dat er kakkerlakken bij je in thuis rondscharrelen. Bij ons is de kans daarop nihil.

Dat heeft mede te maken met een wetenschappelijk onderzoek dat werd gepubliceerd door een psycholoog. Ik voeg er direct aan toe dat het Diederik Stapel niet was. Volgens de uitkomst van het onderzoek bleek dat mannen die bereid zijn geregeld de stofzuiger ter hand te nemen door hun vrouwen niet zelden worden ‘beloond’. Van horen zeggen weet ik ook dat sommige vrouwen ontzettend goed plekjes kunnen aanwijzen waar toevallig net even iets minder zorgvuldig was gestofzuigd, waardoor een beloning uitbleef. Zo werkt dat dan. Afgezien van een eventuele beloning vindt mijn vrouw dat ik sowieso moet stofzuigen; zij werkt namelijk nog en ik heb zeeën van tijd, zegt ze. Hoe dan ook, bij ons vinden kakkerlakken niet het ideale milieu waarin ze graag leven. Een goede bekende (met ervaring?) wist me te vertellen dat het geregeld voorkomt dat mensen (ongewild) kakkerlakken meenemen van elders. Impliciet noemde hij vakantiegangers die Frankrijk aandoen met een caravan. Wanneer je in zo’n sleephut een ietsje minder zorgvuldig met etenswaren omspringt loop je een geheide kans dat ze bij je insluipen. En als dat er meer zijn heb je in no-time een hele kolonie onder dak, want hun voortplanting verloopt een stuk sneller dan die van konijnen. Eenmaal in huis kom je er niet gemakkelijk vanaf, want gif werkt niet goed, maar er zijn goedwerkende milieuvriendelijke vallen.

Wereldwijd komen er maar liefst 4690 verschillende soorten kakkerlakken voor, de meeste in de tropen. Het zal u niet verbazen dat daar enkele ‘grote jongens’ bij zijn. De grootste zijn inheems in Australië en natuurlijk zijn er mensen die het leuk vinden zulke dieren als huisdier te houden. Er is er één van 8 cm (Macropanesthia rhinoceros) die maar liefst 35 gram weegt. De Blabarus giganteus is met 9 cm wel iets groter, maar een stuk lichter. Zo groot zijn de kakkerlakken van de foto niet. Vrij recent stalde ik mijn auto op een terrein waar twee mannen bezig waren een caravan te ontmantelen. Wat resteerde was een onderstel voor een aanhanger. Omdat ik een kijker droeg vermoedden ze dat ik wel verstand van natuur zou hebben. Bij het verwijderen van wanden en vloer schoten beestjes links en rechts weg; ze dachten aan kakkerlakken. Dat klopte dus en hier hadden we te maken met de Grote kakkerlak. Er lagen ook een hoop dode exemplaren en de grootste mat bijna 4 cm. Ik mocht ze wel meenemen om ze op naam te brengen, want toen wist ik nog niet welke soort het was. Gezien de staat van de caravan, daar kwam je de weg niet meer mee op, wist je dat die de laatste jaren niet voor een vakantie was gebruikt. ”Heeft er misschien een kluizenaar in gewoond?” vroeg ik. Dat bleek niet zo te zijn; de caravan had lange tijd als kippenhok dienstgedaan. Wat ik me nu afvraag is of de kippeneitjes van hobbyboeren met dit soort onderkomens me in het vervolg nog wel zullen smaken.

UIT DE KRANT

Lees ook