‘Als je van een dorp eet, moet je er ook voor zorgen’

|||||
||||| Foto: |||||
actueel

Ondernemers over de crisis en het ‘nieuwe ondernemen’

REGIO - Wachten tot de crisis overwaait is een optie, maar wel een kwestie van een héél lange adem zo ondertussen. Iets anders gaan doen ook. Ondernemen dus. Het is de vraag die ondernemers zichzelf voortdurend (moeten) stellen. Ook anno 2015, want de crisis is er nog steeds. En die crisis blijft ook nog wel even. Ondernemers over het ‘nieuwe ondernemen’. Over actief en zichtbaar zijn. Over innoveren en samenwerken.

Jan Buiter is ondernemer. Een échte ondernemer. Hij begon bij Landbouwvereniging Roden. Een zaak die het aanvankelijk vooral verdiende aan kunstmest. Van z’n pa kreeg Jan de opdracht een winkel te beginnen. Te ondernemen dus, want met alleen kunstmest kwam je er toen ook al niet. Dat ondernemen is er bij Jan nooit meer uit gegaan. ‘We denken voortdurend aan ‘iets nieuws’. Aan iets bijzonders. Aan de ene kant is dat omdat we zo zijn, aan de andere kant moet dat ook gewoon. Wachten tot de mensen binnenlopen is geen optie. Mensen kunnen overal terecht. En dus moet je je onderscheiden.’ Buiter probeert dat met een enorm aanbod aan producten. Met kunstmest (nog steeds), met alles voor dieren, met machines, met hengel- en paardensport en met telkens nieuwe dingen. Broodmeel bijvoorbeeld. En vers vlees voor honden en katten. ‘Waren we voorloper mee. Je moet de markt aftasten en kijken of iets wat toe kan voegen aan je zaak. Ook moet je kijken of dat nieuwe product al regionaal op de markt is. Heeft iedereen het al, dan is het wellicht niet verstandig er aan te beginnen. Ook internet is in mijn ogen belangrijk. Wij varen er in elk geval wel bij. Nu al hebben we ideeën voor volgend jaar. Ik denk dat je wel moet. Stiltand is écht achteruitgang. Dat was vroeger al zo, maar nu helemaal.’ Ook het personeel wordt steeds belangrijker. ‘Dat is gewoon zo. Net even dat extra bieden. Mensen altijd vragen of je de spullen even naar de auto moet tillen bijvoorbeeld, en ze niet laten worstelen met zware spullen.’

Neem zwembad De Hullen. De gemeente dreigde al eens het zwembad te sluiten. Dat leverde een hoop commotie op. Het bad is nog steeds open, al vergt dat veel van het personeel. Want sinds het Zwaard van Damocles vanwege gemeentelijke bezuinigingen boven de ingang van het zwembad hangt, wordt er ondernomen in De Hullen. ‘Ook hier geldt: vroeger zette de deur van het zwembad open en iedereen kwam wel binnen’, zegt Aldert Laning. ‘Maar die vlieger gaat al lang niet meer op. Integendeel.’ En dus is het wat betreft de activiteiten nog nooit zo druk geweest als tegenwoordig. Voor kinderen is er elke maand een activiteit. ‘Maar we denken aan alle doelgroepen, zeker ook aan senioren. Je moet telkens weer iets nieuws verzinnen, anders komen de mensen niet. De activiteiten pakken goed uit. Het aantal bezoekers daalt in elk geval niet en dat is al pure winst.’

Je personeelsbestand uitbreiden tijdens de crisis. Dat is een prestatie op zich. Jonkman Garantiemakelaars deed het. ‘De tendens tijdens dit soort jaren is om vooral te specialiseren. Wij zijn juist meer generalist geworden’, vertelt Gert Klinker. ‘We zijn als bedrijf breder geworden en richten ons niet alleen meer op de woningmarkt. We drijven nu op meer pijlers en dat heeft ons goed gedaan.’ Die keuze pakte prima uit, want in de loop van de afgelopen jaren kwamen verschillende mensen de verschillende takken van Jonkman versterken. Groeien tegen de stroom in dus. ‘Naast generaliseren is en blijft het ook een kwestie van hard werken, zeker in tijdens van crisis. Je gaat niet weg voor je werk af is. Ik heb zelf ook dagen gemaakt van vijftien uur. Dat moet dan maar, is ook een mentaliteitskwestie. Daarnaast moet je als ondernemer je gezonde verstand blijven gebruiken en is service steeds belangrijker geworden. Wat wij bijvoorbeeld gedaan hebben is dat we ons bij een organisatie aangesloten hebben waardoor we 24 uur per dag bereikbaar zijn. Na 17.00 uur kan op onze website gechat worden. Dat soort zaken wordt ook steeds belangrijker. Met een negen tot vijf mentaliteit red je het in elk geval niet.’ Klinker verbaasde zich wel eens. ‘Als het niet goed gaat, dan moet je iets doen. Veel ondernemers lieten zich knippen en scheren, namen dus een veel te afwachtende houding aan, en keken daarna pas verder. Te laat dus. Je onderscheiden is ook zoiets. Het net even anders doen dan de anderen bijvoorbeeld. Ik merk dat aan het Fiatje 500 dat ik overal in de regio neerzet. Geloof het of niet, maar dat wagentje heeft me al heel wat opgeleverd. Het is een stuk herkenbaarheid. Iets kleins, maar het werk wel.’

Ondernemer Bertjan Stadman is een durfal. Hij begon een eigen zaak (Cruwijn in de Molenhof in Roden) in nota bene 2012, midden in de crisis. ‘Mensen verklaarden me voor gek. Zo’n specialistisch winkeltje in zo’n klein dorpje. Dat kon niet goed gaan.’ Het gaat, nu drie jaar later dus, wél goed. En dat niet in de laatste plaats door ondernemerschap. Door constant te innoveren en door samenwerking met andere lokale specialisten. ‘Toen ik de winkel begon heb ik bewust niet alles meteen volgestouwd. Ik wilde vooral luisteren naar de klant. Wilde weten wat zij nou precies wilden. En zo is de winkel zoals die nu is door ontstaan.’ Stadman onderscheidt zich. Met een wijnproefkast bijvoorbeeld. ‘We hebben hier minimaal zeventig dranken- wijnen en gedestilleerd dus- open staan. Als je een broek koopt, pas je die ook eerst. Waarom met drank niet? Deze werkwijze slaat aan. Mensen kopen dus nooit een kat in de zak.’ Daarnaast heeft Stadman biologische wijn, alcoholvrije wijn en is het assortiment voor de man met een gevulde en een minder gevulde portemonnee. ‘Ik zit hier perfect. Voor mijn soort zaken is bereikbaarheid urgent. Nou, wat dat betreft zit ik dus op een toplocatie. Kan eigenlijk niet beter. Bovendien geven we deskundig advies. En ten opzichte van internet is het feit dat je hier kunt proeven en dat advies een enorm voordeel.’ Samenwerken tenslotte is ook steeds belangrijker geworden. ‘Heb ik vanaf minuut één gedaan. Weet je, soms kost het je zelf geld, een andere keer levert het je wat op Zo moet je het zien. Maar door samen te werken maak je elkaar wel sterker. Verder ben ik iemand die zich graag voor het dorp inzet. Ook als het mijn eigen onderneming niet meteen aangaat. Ik vind dat je moet zorgen voor het dorp waarvan je eet.’

Als er één ondernemer in Roden is die barst van de ideeën, dan is het wel Gerard Boersma van Hit-It. ‘Ik heb geleerd dat ik mezelf soms echt af moet remmen. Ik heb geleerd alles stapje voor stapje te doen.’ Boersma praat uit ervaring. In 2009 stortte hij zich in Fun to Drum. Een prima concept, maar Boersma gooide bijna heel zijn hebben en houden er in. ‘ Doelstelling was toen zoveel mogelijk elektrische drumstellen verkopen. ‘Dat liep toch even anders als dat ik in gedachten had. Het was bijna mijn ondergang geworden.’ Toch is Hit-It een zaak die innoveert. Neem Drumming. Een schot in de roos, zoals Boersma nog tal van ideeën in het hoofd heeft. ‘Vaak ben je zo overtuigd van je idee, dat je de eventueel schaduwzijden niet ziet of niet wilt zien. Maar toch: ik heb weer wat plannen. Goede plannen, al zeg ik het zelf.’ Boersma verdiept zich in het ondernemerschap en weet wat hij wil. ‘Online zal alleen maar winnen. De prijzen zijn het laagst, de bezorging supersnel. Binnen drie jaar staat wat je nu bestelt binnen een uur op je stoep. Let maar op. De vraag is of jij dat als ondernemer ook wilt. Of je daarin mee wilt gaan, of dat je je eigen koers wilt varen. Ik ben van die eigen koers. Ik denk ook dat er een tegenstroming tegen de handel op internet komt. Dat steeds meer mensen daadwerkelijk willen weten met wie ze zaken doen. Ik heb een mooi bedrijf. Ik heb een regiofunctie en wil samenwerken. Authenticiteit is straks het toverwoord. Als ondernemer moet je wel mee bewegen. Je verdiepen in de markt. Onderzoeken wat mensen willen. Durven te innoveren. Ik geloof niet dat de crisis zomaar overwaait. En dus moet je bezig blijven. Maar wel stap voor stap. Dat heb ik zelf de afgelopen jaren wel geleerd.’

UIT DE KRANT