Amid Latif drijvende kracht achter florerend kledingatelier

|||||||
||||||| Foto: |||||||
actueel

‘Een moeilijke tijd blijft niet altijd, dat blijft leerzaam voor mij’


Op 11 september 1998 landde Amid Latif op Schiphol. Gevlucht uit Kabul, de stad waar hij geboren is. De stad was sinds de inval van de Taliban niet veilig meer voor hem. Uit angst om opgepakt te worden vluchtte Amid via Pakistan naar Nederland. Niet wetende waar hij terecht zou komen. Hij kende niemand, sprak de taal niet en wist niets van de Nederlandse cultuur. Nu, 25 jaar later, heeft hij zijn leven op de rit: een florerend kledingatelier in Roden, een lieve vrouw en drie kinderen.


De weg naar het leven waar hij op hoopte was lang. En moeilijk ook. Amid Latif weet het nog als de dag van gisteren toen hij moederziel alleen ronddoolde op de luchthaven van Amsterdam. ‘Ik wist niet hoe te beginnen, waar te beginnen. Ik meldde me bij de politie. Van hen kreeg ik papieren. Daarmee kon ik met de trein naar het COA in Arnhem. Na drie overnachtingen en een onderzoek ben ik naar Leiden gestuurd. Daar ben ik drie maanden geweest. Toen ben ik verhuisd naar Velp, waar ik wachtte op een tijdelijke verblijfsvergunning. Die had ik 14 maanden later. Daarna kwam ik in Leek terecht.’ Een moeilijke periode, zegt Amid. ‘Ik had geen kennissen of vrienden. Andere mensen uit Afghanistan waren er ook niet. Ik kon met niemand praten in mijn eigen taal. Ik had ook geen contact met mijn familie in Kabul. Dat maakte me eenzaam en verdrietig. Vele slapeloze nachten heb ik gehad.’


Toen Amid was gestart met Nederlandse lessen in de Oude Ulo in Leek, kreeg hij weer een beetje contact met mensen, zegt hij. Hoewel hij prettiger in zijn vel zat, meer onder de mensen kwam, de Nederlands taal leerde, wilde Amid maar één ding: werken. ‘Ik wilde mijn eigen geld verdienen. Alleen werken mocht niet omdat ik nog geen verblijfsvergunning had. Ondertussen was ik al langs het uitzendbureau geweest. Daar beloofden ze me: wij hebben werk voor jou. Ik vergeet het nooit weer: het telefoontje van het politiebureau. Om 11 uur kon ik mijn papiertje ophalen. Nog dezelfde dag ging ik naar het uitzendbureau en ’s middags om twee uur was ik aan het werk. Productiewerk bij Sylvaphane in Tolbert. Toen pas voelde ik me echt vrij. Van 14:00 tot 22:00 was ik aan het inpakken, ‘s ochtends volgde ik Nederlandse lessen.’


Kleermaker


Bijna een jaar maakte Amid vol als inpakker. Ondertussen sprak hij al een aardig woordje Nederlands. ‘Wie ben ik en wat wil ik? Dat kon ik steeds beter onder woorden brengen. Ik was kleermaker, net als mijn vader. Mijn vader had een groot atelier in Kabul waar twintig mensen werkten. Ik ging als kleine jongen in de schoolvakanties altijd met mijn vader mee. Ik wist dat ik ook kleermaker wilde worden. In Kabul ben ik opgeleid tot maatwerkkleermaker. Ik wilde niets liever, daar lag mijn hart. Een contactpersoon bij de gemeente bracht mij in contact met Van Weert CouIture in Hoogkerk. Daar mocht ik de opleiding tot kleermaker doen, een opleiding van twee jaar. Binnen een half jaar had ik mijn diploma met goede cijfers. Ze wilden me daar graag houden. Ik kwam in vaste dienst als kleermaker.’ Na vier jaar stopte het bedrijf in Hoogkerk en Amid werd werkloos. 2006 was het. ‘Ik had inmiddels goede vrienden gemaakt. Liesbeth Abel, zij werkte ook voor Van Weert Couture, heeft veel voor mij gedaan. Ze zei: jij kunt je eigen bedrijf beginnen, jij bent goed. Ik wist niet hoe ik moest beginnen. Welke regels zijn er? Hoe werkt het met de financiën? Al die brieven, ik wist niet eens wat er stond. Liesbeth regelde alles. Ze maakte reclame voor me en zorgde ervoor dat ik klanten kreeg. Zo is het begonnen, vanaf mijn zolderkamer in Leek, in een huis waar ik woonde met twee andere statushouders.’


In dezelfde periode ontmoette Amid zijn vrouw Rita, zij was ook gevlucht uit Afghanistan. Nog hetzelfde jaar trouwden ze. ‘Ik had het ondertussen zo druk gekregen met werk van particulieren en bedrijven, dat ik moest verhuizen. De zolder was veel te klein geworden. Bovendien hadden we net een kind gekregen. Allemaal in een periode van 2 jaar. In 2008 zag ik het pand aan de Kanaalstraat in Roden. Ik ben alleen begonnen, nu zijn we met zijn drieën en een stagiaire. Mijn vrouw werkt ook in de zaak. In 2017 zijn we uitgebreid. We krijgen klanten overal vandaan. Laatst nog, een dame uit Amsterdam. Ze was hier op familiebezoek en kwam langs met de trouwjurk van haar oma, de jurk die ze wilde dragen op haar eigen bruiloft. Ze ging trouwen in Amerika. Dat zijn mooie dingen.’ Jassen, broeken, laarzen, bankhoezen, tassen, gordijnen, Amid vermaakt of herstelt het. De kleermaker tekent patronen van pakken, (gala)jurken en trouwjurken, knipt ze uit en maakt ze vervolgens precies op maat van de klant. Netjes en goed, een tussenweg is er niet. ‘Dit is mijn leven, ik houd van mijn vak.’


Naailes


Afgelopen februari bereikte Amid een mooie mijlpaal: 15 jaar zijn eigen kledingatelier in Roden. ‘Ik ben mijn klanten dankbaar voor het vertrouwen dat ze in mij hebben. Ik mag iets beslissen voor ze, dat geeft mij energie.’ In zijn oudste dochter ziet Amid zichzelf terug. ‘Ze helpt vaak mee in de zaak. Ze is zo leuk met klanten. In juli wordt ze 17. Of ze de zaak overneemt? Dat weet ik niet. Ze moet vooral eerst lekker studeren. Opleiding is belangrijk. De zaak overnemen kan altijd nog.’ De kleermaker heeft nog één droom. Een droom voor als het straks ‘klaar’ is. ‘Als ik met pensioen ben, dan wil ik naailes geven aan studenten. Dat is nodig voor de nieuwe generatie. Het is jammer dat die kennis verloren gaat. Ik wil graag iets teruggeven.’


25 jaar woont Amid Latif in Nederland. ‘Natuurlijk mis ik mijn eigen land en de omgeving. Maar hier ben ik thuis. Als ik op reis ben en Groningen weer op de borden zie, ben ik blij, blij dat ik bijna thuis ben.’ Dan: ‘Onze allereerste vakantie hier was naar Zweden. Samen met mijn vrouw en dochter. Toen we terugkwamen op Schiphol en over de loopbanden liepen, raakte ik in paniek. Mijn vrouw schrok. Ze zag me wit wegtrekken. Het zweet brak me uit. Ik dacht aan 11 september 1998. Ik liep op dezelfde plek, op dezelfde band. Met 100 dollar op zak. Niet wetend welke richting ik op moest. En nu liep ik daar met mijn vrouw en kind. En ik had een eigen bedrijf. Zo’n groot verschil. Een moeilijke tijd blijft niet altijd. Dat blijft leerzaam voor mij.’


Het is een boodschap die de kleermaker graag meegeeft aan vluchtelingen die in ons land verblijven. ‘Zeg niet: nee, kan niet. Dit is een vrij land. Maak gebruik van de kansen. Niet achter smoesjes blijven verschuilen. Gewoon doen. En weet dat een moeilijke tijd niet altijd blijft.’


|||||||
|||||||
|||||||
|||||||
|||||||
|||||||
|||||||

UIT DE KRANT