‘Angst heb ik niet, vertrouwen wel’

Afbeelding
actueel

Nederlands kampioen Jeroen Hilster wil racen voor Duits kampioenschap


LIEVEREN – “Mijn doel? Racen op wereldniveau. En ik denk dat dat een realistisch doel is.” Bam! Dat zijn nog eens uitspraken. Motorcoureur Jeroen Hilster weet wel wat hij wil. Onlangs werd hij Nederlands kampioen in de ONK SuperCup 600 op het TT circuit in Assen, het hoogst haalbare niveau in Nederland. Nu richt Hilster zijn pijlen op Duitsland. “Hoe sneller je hogere niveaus opzoekt, hoe sneller je progressie maakt.” Hoogtijd voor een gesprek met de ambitieuze wegracer uit Lieveren.


Vrijdagmiddag half vier. Jeroen Hilster is net vrij van school. Hij studeert aan het Johan Cruyff College in Groningen, een school voor topsporters. De school biedt hem een kans om het allerbeste uit zijn sport te halen én een opleiding te volgen. Met sport marketing en communicatie zou hij later een raceteam aan kunnen sturen, mocht het om wat voor reden dan ook met het rijden niet (meer) lukken. “Mijn eerste doel is rijden op wereldniveau”, begint de 18-jarige coureur. “En ik denk dat dat een realistisch doel is. Voor volgend jaar zitten we naar Duitsland te kijken, in de IDM 600 klasse. In Duitsland ligt het niveau hoger. Ik heb al eens mee gedaan met een Duits kampioenschap in Assen. Met een wildcard. Dat ging me goed af. Maar die baan ken ik ook goed, ik voel me er vertrouwd. Mocht ik in Duitsland gaan rijden kom je ook op andere circuits. Beroemde circuits als Hockenheimring en Oschersleben, maar ook circuits in Tsjechië en België. Ik zou wel opnieuw voor het Nederlands kampioenschap kunnen gaan, maar dan leer ik alleen van mezelf. Sommige coureurs kiezen daarvoor, die hebben geen ambitie om verder te groeien. Dat heb ik wel.”


‘Later remmen, eerder gassen’


Het motoravontuur begon toen Jeroen Hilster twaalf jaar oud was. “Mijn vader heeft altijd gereden, niet geracet. Motorrijden leek me geweldig. Ik ben wezen kijken bij een motorrace in de klasse 8 tot en met 13 jaar, op het circuit in Assen. Ik was verbaasd. Wist niet dat dat kon, zo jong. Toen dacht ik: dit wil ik ook. Daarna ging het snel. Ik heb me ingeschreven voor de beginnersklasse en kwam meteen door de selectieronde heen. De meeste jongens doen dat 2, 3 jaar. Ik heb het 1 jaar gedaan. Hoe sneller je hogere niveaus opzoekt, hoe sneller je progressie maakt. Zo sta ik er nog steeds in. In Duitsland kan ik veel leren. Als je in een groep komt die sneller gaat, word je meegetrokken. Het is eigenlijk heel simpel. Mensen denken dat je veel lef moet hebben. Natuurlijk is dat ook wel zo, maar het is vooral meerijden, later remmen en eerder gassen. Angst heb ik niet, vertrouwen wel. Als je zelf dat punt op moet zoeken is het lastiger.”


Hilster rijdt voor Oosterveensracing. Het is de eerste keer dat het team Nederlands kampioen is geworden. “Voor is voor ons beide de eerste keer. Het team bestaat uit drie monteurs, mijn rijderscoach Tristan en iemand die de data registreert. Of ik komend seizoen weer voor hetzelfde team ga rijden weet ik nu nog niet. Zijn er aanbiedingen van andere teams, zullen we daarmee in gesprek gaan. Je moet voor de beste optie gaan. Oosterveensracing heeft wel aangegeven dat ze het avontuur met mij aan willen gaan. Er zit veel talent in het team en de klik is goed. Dat is ongelofelijk belangrijk. Samen hebben we het kampioenschap binnen gehaald. Wat nog wel even heel spannend was. Een raar weekend was het.” Hilster doelt op zijn concurrent Nick Vlaar die hij om het kampioenschap te behalen voor moest zien te blijven in de tweede race. “Nick wil nog wel eens de kerbstones (de vlakken naast het asfalt) aantikken om tijdwinst te behalen. Dat gebeurde nu ook een paar keer. Hij kwam er iedere keer met een waarschuwing vanaf terwijl hij een penalty zou moeten krijgen. Daar kregen we discussie over met de wedstrijdleider. Die was niet van plan zijn beslissing te herzien. Daarom was het zo héérlijk om hem in de tweede race te pakken.” Vlak voor de tweede race begon het te regenen. Een gelukje voor Hilster, die zich heer en meester voelt op nat asfalt. “Veel coureurs houden niet van een nat wegdek. Het werkt psychisch, water op de baan. De kans om onderuit te gaan is groter. Je moet altijd zorgen dat je mentaal sterker bent dan de rest. Alles draait om vertrouwen: in je motor, in je team en  in jezelf.”


Over vijf jaar hoopt Hilster mee te draaien op wereldniveau. “Voor mij zijn de World Superbikes het meest haalbare. De Motor GP is het hoogste doel, de meeste coureurs die daarin racen rijden al vanaf jongs af aan. Ik ben vrij laat begonnen. Je kunt ook voor de wereldkampioenschappen wildcards kopen. Dat kan alleen als je competitief bent. Je moet een reële kans maken. Als je mee kunt doen is het interessant, anders niet. Of ik een idool heb? Jazeker. Marc Márquez. Hij is twee weken geleden voor de achtste keer wereldkampioen geworden in de Motor GP. Hij is nog maar 26. Echt fantastisch.” Tot slot nog even over de sponsoren. Want zonder sponsoren geen motorsport. “Ik ben altijd op zoek naar nieuwe sponsoren. Motorracen is een dure sport. In deze categorie verdien je nog geen geld. Om hogerop te komen zijn sponsoren keihard nodig. Dit seizoen ben ik gesponsord door Alida’s Smulpaleis, Bij Alex brillen, Jumbo Jansema, Poeder Bandenservice, Bathoorn Autoschade en Ashford Formula. Ik ben iedereen heel erg dankbaar.” Wie ook graag z’n bedrijfsnaam ziet prijken op de Yamaha 600 cc R6 van Jeroen Hilster, kan contact met hem zoeken via Facebook of Instagram.

UIT DE KRANT

Lees ook