Avond4daagse Roden: eerste twee avonden zitten erop

Afbeelding
actueel

De avondvierdaagse in Roden, al jaren zijn wij trotse en enthousiaste hoofdsponsor van dit gebeuren. Vol van jeugdsentiment kwam dit evenement jaren op tafel in ons bedrijf toen het stil lag. Maar het zelf organiseren zagen we niet zitten. Wat waren we blij toen een clubje enthousiastelingen ons benaderde dat zij de Avondvierdaagse nieuw leven in wilden blazen en we hebben geen moment getwijfeld dit te ondersteunen waar we kunnen. Dus voor wie zich afvraagt waarom De Krant overal zo groot vermeld staat: hierom dus. Elk jaar overleggen we met de organisatie wat ze van ons nodig hebben en verzorgen wij spandoeken, polo’s, flyers en de welbekende gekleurde polsbandjes.

Door: Maria Wijnands



Zelf lopen deden we ondanks ons enthousiasme niet. Oudste dochterlief was nog geen één toen de eerste gelopen werd, daarna volgde een tweeling en toen kwam Corona roet in het eten gooien. Oudste dochterlief is inmiddels acht, de jongste twee zijn zes, het is het jaar van ‘no more excuses’. Ik schreef de hele familie in en de mentale voorbereiding – of is het voorpret – kon beginnen.


Dag 1:


De voorbereiding op dinsdag was er niet eentje uit de boeken. Op het laatste moment moest er nog proviand worden ingeslagen en gecheckt of de muggenspray nog op voorraad was. Eén van de dames was nog ergens uit spelen, de andere twee hadden nog een zwemles. Eten deden we nét wat aan de late kant, want het is ook even wennen om stipt om vijven achter de warme prak te zitten. Oudste dochterlief en ik beten het spits af. Het leek manlief en mij geen strak plan om de zesjarigen na zwemles ook nog vijf kilometer te laten lopen. Met zijn tweetjes meldden we ons in de sporthal tegen kwart voor zes. Uiteraard moest oudste dochterlief verenigd worden op het selfiebord van onze De Krant. Meedoen aan de prijsvraag kunnen wij natuurlijk niet, maar hé: meedoen is winnen.


Dat het geen wedstrijd is, de avondvierdaagse zelf, moesten wij ook even hardop tegen onszelf zeggen. Na de woorden van burgemeester Klaas Smid en de redelijke harde toeter van voorzitter Arno Kakkenberg gingen we van start en in de menigte voelden we de behoefte het tempo hoog te houden. Misschien ook omdat we eerst verkeerd op het kaartje hadden gekeken en geconcludeerd hadden dat de route helemaal naar Altena zou leiden. De eerste vijf minuten van onze tocht hebben we dan ook besteed aan het bedenken van ‘ontsnappingsmogelijkheden’. Uiteraard moesten we daarna al plassen, maar we verbeten ons en stapten door. We waren bang op de splitsing van de vijf en tien kilometer verkeerd te kiezen – we kennen onszelf – en besloten dichtbij een verstandig uitziende opa te blijven. Bij de vistrap achter het Sterrenbos stond echter de eerste stempelpost en werden we duidelijk de goede kant opgeleid. Opgelucht lieten we de opa los, want zíjn tempo lag wel erg hoog. Optimistisch concludeerden we dat we vast al bijna op de helft waren, waarop degene die de stempels zette, wel heel hard lachte.


De route was prachtig en voerde langs het Peizerdiepje. Oppassen voor verzwikte enkels was het wel, helemaal toen er klaarblijkelijk iemand was vergeten te maaien en we door het hoge gras een weg moesten vinden. We hebben in elk geval genoeg gelachen. Achter de golfbaan langs ging het terug richting Roden. De hooikoorts kon minder lachen en ik ontdekte dat het handig was geweest als er zakdoekjes waren meegenomen. Een grotere blaas was ook prettig geweest. We waren inmiddels dik een uur onderweg en het was genoeg geweest. Met oudste dochterlief op wacht, dook ik ergens de bosjes in. Uiteraard moest ik dat nog de rest van de route aanhoren.


We kwamen naast het Sterrenbos weer over de Mensingeweg heen, liepen langs de ijsbaan en daar was toch eindelijk dat moment dat we er bijna waren. De route bleek deze avond wat langer en dat vonden wij pittig. Bestuurslid Wouter Meertens nam op de fiets – niet heel loyaal – poolshoogte hoe het de stoet verging en die meldde toen pas dat dit wel de pittigste etappe was. De voeten en benen waren het daar mee eens en we waren blij dat de kleine zusjes niet mee waren. Dik tevreden namen we de laatste stempel in ontvangst. De conclusie: een extra hooikoortspilletje is geen overbodige luxe, een beetje oefening is misschien volgend jaar wel handig, vijf kilometer is echt wel genoeg, wildplassen lukt nog prima maar is en blijft mega onhandig en een ijsje aan het eind is dikverdiend.


Dag 2


We voelen ons wat ervaren rotten als we dag twee ietwat beter gepland en ontspannener de hal weer instappen. Er is dit keer extra weinig gedronken van tevoren, er wordt dubbel geplast en de eerste stempel hebben we wonderlijk genoeg al binnen voordat de toeter voor de start weer gaat. Overigens weer wat hard, Arno. De route voert ons vandaag in de richting van Roderesch en we hebben deze alvast even kritisch bekeken thuis. Dit keer de ‘hippere’ tas verruild voor een praktische rugzak en voor oudste dochterlief nieuwe schoenen geregeld. Ze bleek twee maten groter nodig te hebben, ai. En we hebben versterking. Eén van de twee jongsten zag het zitten en sluit aan bij ons. Wel na de alle ‘dreigementen’ te hebben afgewogen: we gaan niet stoppen en je kunt niet halverwege terug.


Heel leuk is het vandaag dat er letters verstopt zijn langs de route. Al direct bij de start krijgen we de ‘o’ cadeau en zo beginnen we nog voor we een minuut onderweg zijn alvast woorden van tien letters met de ‘o’ te bedenken. We komen via het woord ‘ontbijtbord’ op het woord ‘ontbijtkoek’ welke ook uitgedeeld werden bij de start en dus is oudste dochterlief de eerste vijf minuten vrij sip dat alle lol van het verzamelen van de letters af is. Ik app naar manlief dat ie ons wel kan opgeven voor Lingo als we vervolgens ook direct een ‘n’ tegen komen. Als er dan vrij snel een ‘h’ volgt, blijkt dat we toch nog ons best moeten gaan doen.


We zijn aangehaakt bij vriendinnetjes en zetten samen koers richting Roderesch. In de wandelgangen hebben we vernomen dat de eerste etappe rond de 6,5 kilometer bedroeg en dus zit ook nu de pas er stevig in. Met de 1 uur en 35 minuten van de dag ervoor nog stevig in het geheugen, zijn we ietwat voorzichtig in de prognoses op de veelgehoorde vraag: moeten we nog lang? Wonderlijk genoeg zien we na 40 minuten – en zonder wildplassen! – Roden alweer opdoemen. De jongste vraagt nog of de Oekraïners de trekker die prominent bij de Kampeerboerderij De Hullen staat, hebben meegenomen, als ik in de gloria-modus kom. Er is nog geen snoep aangeraakt en omdat we voor mijn gevoel de finish al kunnen ruiken, beginnen we daar maar vlot aan.


Helaas, helaas, hoewel we het sportcentrum soms al bijna kunnen zien, slingert de route toch telkens weer hiervandaan en lopen we uiteindelijk nog een 25 minuten door de wijken. Na de vorige dag en de start van deze etappe vooral groen te hebben gezien, is dit wel een leuke afwisseling. De zesjarige heeft daar geen oog meer voor en moet ik wel wat blijven motiveren om door te lopen. Om heel eerlijk te zijn, mag voor mij het tempo ook een tandje terug, maar ons gezelschap blijft stevig doorstappen. Het is 19.05 uur als we het sportcentrum dan echt zien opdoemen. Zoals de pijltjes aangeven, snijden wij niet af rechtdoor de hal in, maar lopen we er keurig eerst om heen om dan ook die laatste stempel in ontvangst te nemen. De zesjarige doet nog geen uitspraken of ze een dag later weer wil lopen. We halen weer een ijsje en besluiten eensgezind dat we thuis de bank opzoeken en ons eens lekker gaan laten bedienen door manlief.

UIT DE KRANT