Column Maria Wijnands

Afbeelding
blog coronavirus

Deel 35 - Vrijdag 1 mei


We proberen deze vrijdag toch weer een soort van ritme te vinden door eerst ’s ochtends wat schoolwerk op te pakken. Het is wel vakantie, maar wij hebben nog genoeg opdrachtjes liggen om te doen en ik merk dat oudste dochterlief gretig aan de slag gaat. Ik vind voor deze beelddenker sommetjes die haar goed liggen: ze moet rekenen met geld in een portemonnee en fruit kopen. Ook draai ik iets met bouwwerken van blokken uit om aan de slag te gaan waar ze verrassend genoeg erg goed in blijkt. En dat is wel het leuke aan deze tijd: dat je op een hele andere manier met je kind bezig bent en ze telkens weer zoveel meer in zich hebben dan je wist. Ik merk hoe snel het gaat als ze eenmaal naar school gaan en dat het lastig is precies bij te houden waar ze mee bezig zijn.


Overdag mag ik naar kantoor om te werken en dat voelt gewoon onwennig na een weekje thuis. Deze hele week heb ik vanuit huis gewerkt en het is dan altijd weer omschakelen om opeens op kantoor te zitten. Hoewel dit ons eigen bedrijf is, voel je je bijna een buitenstaander als je zolang geen echt contact met de mensen hebt gehad. Om feeling te houden met de dingen die we doen, is het eigenlijk noodzakelijk elke dag op kantoor te zijn. Er gebeurt soms zoveel op een dag dat manlief me ’s avonds amper goed bij kan praten over wat er precies speelt. Bovendien merk ik dat het voor de beeldvorming beter is om veel op kantoor te zitten. Nu kom je nou eenmaal toch over als een soort van huisvrouw die de hele dag met haar kinderen om tut. Dat beeld komt het respect van de anderen voor mij en mijn mening niet per se ten goede. Juist deze weken merk ik weer hoe lastig het is een bedrijf met kleine kinderen te combineren.


Maar goed, ik ben weer even op kantoor en dat is wel heel erg fijn. Ik probeer op zoveel mogelijk plekken bij te praten en vooral mijn bureau waarop manlief de hele week allerlei papieren voor me klaar legt, weer eens leeg te werken. Al met al kom ik een heel eind, maar als ik tegen drieën weer vertrek om mijn moeder af te lossen thuis, ben ik nog niet klaar. Ook dat is iets waar je aan went als je om je kinderen heen werkt. Werk is er altijd genoeg en dus is het op een gegeven moment gewoon een knop omzetten en er mee ophouden. Morgen is er weer een dag; zo zeggen wij altijd en dan zien we wel weer.


Thuis loopt alles op rolletjes. De dames spelen lekker samen vadertje en moedertje en zijn in hun fantasiewereld op weg naar Italië om lekker vakantie te vieren. ‘Onderweg’ moet één van de dames plassen, maar de ander wil niet bij een tankstation stoppen om de corona. Zelfs mijn vierjarigen krijgen inmiddels genoeg mee van de toestand in de wereld om dit woord al eigen te hebben gemaakt. Ik laat de dames lekker omklooien en druk zelf de computer nog even aan.


Op dit soort momenten vraag ik me wel af of ik anders ook niet teveel wil vermaken normaal. Het valt me deze week steeds vaker op dat ze zich heel prima vermaken als ik me er niet teveel tegenaan bemoei, maar op de één of andere manier wil ik ze ook weer niet de hele dag aan hun lot overlaten. Het blijkt een confronterende periode, deze weken die achter ons liggen. Als ik terugkijk ben ik van alle fases van stress gegaan, heb ik geprobeerd ritme te bieden, bijna spartaans soms en juist ook weer de boel de boel gelaten. Het moederschap is altijd weer zoeken gebleken en we hebben met elkaar echt een nieuwe balans moeten vinden. Het is wellicht wat laat, maar ik geloof wel dat we inmiddels allemaal gelukkig en ontspannen zijn.

UIT DE KRANT