Dankbare en aangedane Danny Buijs is weer thuis

Afbeelding
actueel

‘Het was me een eer’


GRONINGEN - Danny is weer thuis. De laatste vier jaren was de Euroborg een soort thuisbasis voor de trainer van FC Groningen maar voorbije maandag sloeg hij de deur van het Topsport Centrum voor het laatst achter zich dicht en heeft hij zich weer gevoegd bij zijn gezin in het westen van het land. Inmiddels lijkt dit ook maar een kort verblijf te worden, want KV Mechelen vormt zeer waarschijnlijk de nieuwe thuishaven voor de oud voetballer en - trainer van FC Groningen.


Op het parkeerterrein bij het Topsport Centrum, achter de rood-witte slagbomen speelt zich een tafereel af dat misschien wel metaforisch is voor het laatste seizoen Buijs bij FC Groningen. De scheidende trainer staat en dag na nederlaag druk gebarend te spreken met iemand. En die iemand is niet zomaar iemand, het is  Mark-Jan Fledderus. De twee hebben er hun laatste gesprek. Ze komen elkaar toevallig tegen. Het is ongetwijfeld ook het laatste wat de twee nog met elkaar delen. ‘Er was gewoon geen chemie tussen ons’, blikt Buijs terug op zijn moeizame verhouding met de man die aanstuurde op zijn vertrek. ‘Dat kan gewoon. Dat is moeilijk werken. We hebben het beide geprobeerd, maar uiteindelijk werd vooral in het laatste jaar duidelijk dat de chemie onvoldoende was om met elkaar door te gaan. Ik had het gevoel al tijdens de gesprekken tijdens de zomerstop en misschien had ik toen moeten stoppen. Dat is achteraf. Zo gaan dingen nu eenmaal soms.’


Het is voor het eerst dat hij geen FC Groningen-kleding meer draagt. Een gek gezicht. We kunnen het hebben over zijn vier jaren als trainer/coach van FC Groningen waarin hij gemiddeld over die jaren als zevende eindigde op de ranglijst en zich tweemaal wist te plaatsen voor de play-offs.  Over alle spelerswisselingen. Over het verkopen van sterkhouders. Het vertrek van Padt, Zeefuik, Memisevic, Itakura, de Koning van het middenveld, Matusiwa. En wat er voor terug is gekomen. Dat het allemaal wat minder was of in ieder geval dat de vervangende spelers op dat moment niet konden brengen wat er eerder wel gebracht was door de vertrekkende spelers.  We kunnen het hebben over de start van zijn eerste seizoen toen Groningen lange tijd op de laatste plaats op de ranglijst bungelde. Over zijn zoektocht naar de juiste opstelling. Over spelers die voor veel geld verkocht zijn en dus de club veel hebben opgeleverd. Over de kritiek die er was omdat de spelopvatting verdedigend zou zijn. De vele wisselingen in de opstelling. Het gebrek aan scorend vermogen. Over zijn luidruchtige aanwezigheid tijdens de wedstrijden. Er is zoveel om over te spreken maar na zijn vertrek uit de Euroborg kan het eigenlijk nog maar over één ding gaan. Valt al het andere in het niet. Zeven wedstrijden verliezen en als een held het stadion verlaten. Zelfs Ron Jans die toch behoorlijk populair was bij de achterban kreeg niet zo’n afscheid. De trainer is er nog een beetje beduusd van. Neemt een watertje, maakt nog een grapje met Adri Poldervaart en noemt zijn voormalig assistent. ‘Een wereldvent. Ik ben nog aan het bijkomen en kan eigenlijk niet goed beseffen wat er is gebeurd. Of ik tegen de laatste wedstrijd aanzag? Meer tegen het afscheid daarna. Ik heb nog best lekker geslapen. Vooral tijdens de wedstrijd kreeg ik een rotgevoel. Toen we de 1-2 maakten voelde ik opluchting en had ik echt het idee dat we nu nog langszij zouden kunnen komen en misschien zouden kunnen winnen. Daar was me echt alles aangelegen.’


Het idee duurde 20 tellen. Meijer liet zijn man lopen en Cambuur counterde direct na de aftrap naar 1-3 middels een strafschop. ‘Toen heb ik echt lopen vloeken. Hoe is het mogelijk. Maar dan nog. We maken 2-3. Krijgen kansen op 3-3 en ik ben er echt van overtuigd dat wanneer we gelijkmaker er in schieten, waar we kansen voor kregen, de wedstrijd nog kunnen winnen. Maar ok, we verliezen. Ja, toen zag ik heel erg op tegen het afscheid. Ik vroeg me af hoe de supporters zouden reageren. Ik kan alleen maar zeggen dat wat er gebeurde voor mij onvergetelijk is. De warmte, het applaus, het scanderen van je naam, de cadeaus. Ik heb vier jaar lang alles voor deze club gegeven. Alles gedaan om het deze mensen naar de zin te maken. Met al mijn kracht en beperkingen. Die nederlagen doen zeer en dat zal nog wel even blijven. Wat de supporters me na de wedstrijd hebben gegeven, zoveel waardering. Dan besef je in eens waar je het die vier jaren voor hebt gedaan. Voor deze mensen. Dat heeft me diep geraakt en ben ik vooral super dankbaar dat ik deze club vier jaren heb mogen dienen. Het was me een eer!’

UIT DE KRANT

Lees ook