De allerlaatste van Ludolf Velting (79)

Afbeelding
actueel
RODEN – Het was geweldig. Het was prachtig. Het was schitterend. Zelden was men zó positief over de onlangs gehouden Rodermarkt. Over het weer, over de Parade, de kortebaan eigenlijk over alles. En dus ook over de beurs. En dat laatste was vooraf toch wel wat spannend. Want: de organisatie had het dit jaar over een andere boeg gegooid. Er werd meer thematisch gewerkt en de indeling was anders. En hoewel het altijd beter kan, vond iedereen de nieuwe aanpak meer dan voortreffelijk. Voor Ludolf Velting was het de laatste Jaarbeurs van het Noorden als standwerver. En dat was even slikken, al nam Ludolf – die heel binnenkort tachtig lentes jong wordt- de beslissing met zijn verstand. ‘Ik word een dagje ouder en moet gewoon aan mijn gezondheid denken’, zegt de Roner, die de afgelopen twaalf jaar een onuitwisbare indruk maakte als de man die elk jaar weer zorgde voor een volle en gevarieerde beurs. ‘Kijk’, zegt Velting. ‘Geestelijk kan ik het allemaal nog wel doen. Maar het lichaam sputtert gewoon tegen. Sputtert steeds meer tegen zelfs. Ik moet stoppen. Zo simpel is het gewoon.’ Velting zegt het zelf, geestelijk kan hij het nog wel aan. Overbodig te melden, want nog steeds praat Velting een school vissen uit het water. Nog steeds is hij gevat en nog steeds is hij die verkoper in hart en nieren. De man die voelt wat in een gesprek gevraagd wordt en die man die nooit loslaat. De man ook die de lat voor zichzelf steeds hoger legde en de man die nooit tevreden is. Wat zullen ze hem missen. Via Geert Rijpma werd hij acquisiteur bij de Jaarbeurs van het Noorden. ‘ Er was niets. Helemaal niets. Uiteraard vroeg ik naar lijsten van voorgaande beurzen, om namen en telefoonnummers. Maar nee hoor: was er niet. En dus begon ik op het nulpunt, nu ruim twaalf jaar geleden. Jan Kemkers- ex-wethouder- waarschuwde me. ‘Ludolf, waar begin je aan. De beurs is een doodlopende zaak’, zei hij. Ook zo’n opmerking is voor mij altijd een drijfveer geweest om door te gaan. Het tegendeel te bewijzen.’ En dat deed hij, samen met zijn ‘baas’ Geert Rijpma. Ze deden het vooral met z’n tweeën. ‘Met Ludolf is het ook gewoon lastig samenwerken. Hij is een einzelgänger. Ludolf gaat zich ergeren aan andere mensen. Dan duurt het hem allemaal te lang bijvoorbeeld. Ik kan lezen en schrijven met hem. We belden vaak wel zes, zeven keer per dag met elkaar. Iedereen liet ons ook onze gang gaan’, zegt Geert Rijpma.
De kracht van Velting? ‘Ik sprak m’n talen’, lacht hij. ‘Weet je wat het is? Als je geen Fries spreekt, wordt het een lastig karwei een Fries bedrijf op de beurs te krijgen. Verder was ik vasthoudend. Ik beet me er echt in vast, ging soms wel vijf keer bij iemand langs. Bovendien was ik goed op de hoogte. Ik bezocht beurzen door het hele land om een netwerk op te bouwen. Ik ben van het principe ‘de aanhouder wint’.  Bovendien maakte ik waar wat ik beloofde.’ Doorgaans had Velting de beurs zo vol. Soms was het ook wat lastiger. Bijvoorbeeld toen de crisis uitbrak. ‘ Ik begon in de goede tijd. Toen was het allemaal relatief eenvoudig. In 2007 was dat anders. Toen hebben we echt met bloed, zweet en tranen een beurs kunnen organiseren. Ooit was in Utrecht rond dezelfde periode een beurs, kostte ons vijfhonderd vierkante meter. Ja, dan lig je ’s nachts wel even wakker hoor. Gemiddeld genomen besteedde ik wel dertig uur per week aan de organisatie, van januari tot september. Je gaat op pad, je mailt, je belt. Je wilt niet weten hoe hoog de telefoonrekeningen wel eens waren. Ach ja, ik ben een steenbok hè. Dat zijn strebers met een goede mentaliteit. En inderdaad, ik deed het voor anderen.’ Het werk hield niet op als de beurs was begonnen. Integendeel. Ondernemers kunnen lastig zijn. ‘Ik heb s‘ nachts wel eens plantenbakken versleept omdat een ondernemer het gangpad anders wilde hebben. En zo was er altijd wel wat. En bovendien was ik hard. Het gebeurde wel eens dat ondernemers een dag voor de beurs belden met de mededeling dat ze ziek waren. ‘Kom maar met een doktersverklaring dan’, riep ik. Want ik liet me nooit afschepen. Ik wilde wel het afgesproken geld wel. Dat zijn we altijd keihard nodig geweest.’
Velting kwam voor hij begon zelf nooit op de beurs. Hij had daar niets mee. Commercieel was hij wel, net als creatief. Zijn woordgrapjes zijn ongeëvenaard en nooit zit hij met de mond vol tanden. Hij schreef veel. ‘Ik had een rijke fantasie. Soms schreef ik een verslag over iets dat nog plaats moest vinden, haha. Ik was goed in de Nederlandse taal. Ik haalde negens en tienen. Misschien moet ik straks maar meer gaan schrijven.’
Natuurlijk hoopt Velting dat de beurs nog jaren blijft. Hij wil en zal de organisatie met raad en daad bij blijven staan, als hem dat gevraagd wordt. ‘Het zou mooi zijn als er meer plaatselijke bedrijven een stand zouden huren. En toch snap ik ook wel dat dit minder is geworden. Vergeet niet dat je hier met veel eenmanszaken te maken hebt. Dan moeten ze de zaak dus sluiten als ze op de beurs willen staan. En ook de financiën spelen natuurlijk een rol. Daar moet je gewoon begrip voor opbrengen. Wat goed voor de beurs geweest is, is het afschaffen van de entree. Daar hebben Geert en ik voor gezegd, anders waren we gestopt. Toen de beurs gratis werd, is het bezoekersaantal steeds toegenomen.’ Velting noemt de combinatie van feest, de markt en de activiteiten de doorslaggevende reden dat de beurs in Roden elk jaar weer succesvol verloopt. ‘Als je alleen een beurs organiseert, dan komen er echt niet zoveel mensen hoor. En andersom werkt dat ook zo, zonder beurs werd de rest ook minder. We zijn elkaar nodig en hebben gelukkig een steeds beter imago gekregen. Vroeger stond de beurs bekend als ‘zuipbeurs’, kwamen de mensen soms al dronken binnen. Ik kan je zeggen dat in mijn tijd niemand dronken op de beursvloer liep. En anders gooide ik ze er zelf wel uit. Nee, ik heb geen traan gelaten om mijn afscheid.  Ik wil gewoon mijn lichaam niet slopen, dat wil ik ook mijn vrouw niet aandoen. De beurs is en blijft mijn ding. Dat verandert niet. Onder leiding van André Brasse is een nieuwe weg ingeslagen en daar sta ik achter. Ze zijn prima bezig. Andre is minder commercieel, maar wel weer heel creatief. Dat gaat wel goed komen, ook zonder mij. En natuurlijk blijft mijn contact met Geert. Daar komt nooit iets tussen. Geert heeft wel eens gezegd dat als hij zijn eigen broer zou mogen kiezen, ik dan zijn broer zou zijn. Voor mij voelt dat precies zo.’ Gezocht: standwervers Het bestuur van de Jaarbeurs van het Noorden is op zoek naar standwervers; mensen met een commerciële achtergrond die het gat dat Velting achterlaat op willen vullen. Het bestuur wil graag een breder standwerversteam samenstellen en de standwerving nóg professioneler aanpakken door meer themagericht te werken. Geïnteresseerden kunnen een mail sturen naar info@jaarbeursvanhetnoorden.nl (ter attentie van Andre Brasse)
 

UIT DE KRANT

Lees ook