De Drenthe 200 gaat weer los en is populairder dan ooit

Afbeelding
actueel

‘We hopen op mooi weer, maar de modder kan ook tot in je oren zitten’

RODEN - ATB liefhebbers moesten er twee jaar op wachten, maar dit jaar is het weer zover: de Drenthe 200 gaat op 28 december los! Deze extreme marathon is 200 kilometer lang en gaat, volgens projectmanager Elske Dijkstra, over een spectaculair mooie route. Omdat de tocht in de winter wordt gereden, kunnen de weersomstandigheden erg pittig zijn. ‘Het motto is deze keer dan ook: Dare to go extreme. We hopen natuurlijk op mooi droog vriesweer, zodat de ondergrond niet te modderig wordt. Maar dat is afwachten, de modder kan ook tot in je oren zitten.’



De route is bepaald in samenspraak met diverse organisaties. ‘Omdat er kort van tevoren iets kan veranderen, wordt hij pas op het allerlaatst bekendgemaakt. We overleggen met Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten waar er gefietst kan en mag worden. Er kan zomaar een omleiding moeten worden gemaakt, dus de route nu al bekend maken heeft geen zin. Daarnaast willen we niet dat mensen hem alvast gaan fietsen, want we komen ook over privéterreinen van mensen. En het is toch ook veel leuker om verrast te worden?’
Diverse organisaties werken mee aan de tocht. ‘We werken samen met NOAD, ’t Kamrad, TFC Gieten, ATB Beilen, WSV Ooststellingwerf en WTC Roden. Deze verenigingen zijn allemaal in de regio gevestigd en zijn verantwoordelijk voor een deel van de route. Ze hebben de verzorgingsposten georganiseerd en er is een coördinator die de routes met elkaar verbindt. De routes zijn dan ook in overleg met de diverse verenigingen gemaakt en door de lokale coördinatoren uitgezet. In 2019 was de laatste Drenthe 200. Deze route is op die van 2019 gebaseerd, maar toch weer echt anders.’

De start is dit jaar voor het eerst bij Velodroom in Roden. ‘Er is geen wilde start, daarvoor hebben we te veel deelnemers. Er zijn vijf startwaves, waarvan de eerste om 06.00 ’s morgens start. Er zit steeds een periode van 10 minuten tussen voor de volgende groep start. In een wave zitten zo’n 400 deelnemers. De laatste wave is voor de estafette rijders. Die wisselen elkaar af in het midden, na 100 kilometer. Er zijn rond de 70 duo’s estafetterijders. Een mooi aantal. Die mensen vinden 100 kilometer wel genoeg en daar kan ik me best iets bij voorstellen.’
De eerste deelnemers worden rond 13.30 terug verwacht op het evenemententerrein achter Velodroom. De laatsten zullen rond middernacht aankomen. ‘We zorgen voor een feestelijke ontvangst, tot aan de laatste fietser. Ze fietsen een podium op, krijgen een medaille en er is gelegenheid om stamppot te eten. De ontvangst is dus echt een klein feestje. Ook is er gelegenheid je om te kleden en je fiets af te spuiten.’
Enige training is wel vereist voor deze tocht. ‘Hij is echt voor de gevorderde fietser. Hoewel we zeker een verschuiving zien. Lange afstanden worden steeds meer gewoontegoed. Mensen die al sportief bezig waren zoeken een andere uitdaging, de drive wordt steeds meer verlegd. De grootse groep heeft een leeftijd tussen de 40 en 50 jaar, maar er zijn 12 aanmeldingen van mensen tussen de 70 en de 80. Ze komen overal vandaan; uit heel Nederland, maar ook uit België, Duitsland en zelfs Oostenrijk.’
Aan de jongere die-hards is ook gedacht, vertelt Elske: ‘We hebben een mooie samenwerking met de Noordelijke ATB club. Zij organiseren de Kids Nite Ride, voor kinderen van 8 tot 15 jaar. Ze moeten wel een eigen fiets en een helm hebben. Deze tocht is een rondje van 20 kilometer en die start om 18.00.’

Om ervoor te zorgen dat zo veel mogelijk deelnemers de tocht uit kunnen rijden, is er goed nagedacht over de verzorging van de in- en uitwendige fietser. ‘Je komt onderweg regelmatig foodpoints tegen. Halverwege ook nog met warme soep. Ook rijden er twee kledingwagens, waar fietsers vooraf alvast een extra setje kleding af kunnen geven. Mocht het nat en slecht weer zijn, dan kunnen ze zich halverwege verkleden. De gedragen kleding wordt dan met busjes weer teruggebracht naar het eventterrein.’

Om alles in goede banen te leiden zijn er tal van verkeersregelaars, is er EHBO, rijden er bezemwagens rond en krijgen alle fietsers een noodnummer op hun stuurbordje. Ook zijn er diverse servicepunten onderweg. ‘Maar de veiligheid onderweg is wel voor de deelnemers zelf. Dus het is belangrijk dat ze goed zichtbaar zijn, een helm hebben en een goede fiets. En het is geen snelheidswedstrijd, dus het kan zomaar zijn dat je even moet wachten op het verkeer, in tegenstelling tot een wielerronde, waarbij het verkeer wordt stilgezet voor de fietsers.’

Hoewel het geen snelheidswedstrijd is, wordt er wel een snelheidsregistratie bijgehouden. ‘Dat gaat doormiddel van een chip op je stuurbordje. Die correspondeert met de persoon. Onderweg rijd je over tijdsregistratiematten, die liggen op meerdere plekken op de route. Wat ook leuk is, is dat we een app hebben waarop mensen deelnemers kunnen volgen. Op die manier kunnen ze kijken waar diegene is en de tocht een beetje meebeleven.’
De aanmeldingen gaan snel. ‘We kunnen maximaal 2000 mensen laten starten. Er zijn natuurlijk een aantal mensen doorgestroomd vanuit 2020 en 2021, maar er komen ook een hoop nieuwe aanmeldingen binnen. De kosten zijn 65 euro. Dat is niet heel gering, maar de hele dag is ontzorgd, al het eten en drinken onderweg zit erbij in. En natuurlijk de stamppot, de welverdiende medaille en het feestje na afloop. Het enige wat je zelf moet doen is de route fietsen.’

UIT DE KRANT