De Enter, Haulerwijk

||||
|||| Foto: ||||
(On)genode gast

Datum: 24 oktober
Tijd: 13.00 uur

HAULERWIJK – Haulerwijk, vrijdagmiddag. Terwijl de motregen je net nat genoeg maakt voor droge kleding, tsjilpen binnen in dorpshuis De Enter vogels. Heel veel vogels. Logisch, want daar binnen is de unieke vogelshow en tentoonstelling van vogelvereniging Ons Genoegen, de club die een kwart eeuw bestaat.

Nou is het niet zo dat vlak voor het moment waarop het dorpshuis haar deuren opent het publiek in drommen voor de deur staat, daar in Haulerwijk. Integendeel. Rond het openingsmoment is alleen voorzitter Hans Timmer aanwezig en zit er een mevrouw bij de kassa. Zij moet proberen programma’s te verkopen. Hans Timmer wijst ons de twee zalen en wandelt zelf weg. Hij heeft het druk. In de eerste zaal (eerste deur rechts) zie je een vogeltentoonstelling zoals je die overal ziet. Vogels in kleine hokjes vooral. Een oorverdovend lawaai. Slechts de zebravinken van Hans Hofsteé (per koppel verkrijgbaar voor zes euro) zitten wat ruimer. En dat is te merken ook, want de vinkjes fluiten nóg harder dan de andere vogels die lijken te balen van de kleine kooitjes. Zaal twee is een heel ander verhaal. Een uniek verhaal zelfs. Daar zitten – voor de leek- de wat grotere vogels. Formaat papegaai zeg maar. Deze vogels hebben het goed. Ze zitten in prachtige volières. De witte kaketoes zijn vervelend. Hun papier op de kooi hebben ze zelf al vernield. Met de snavel doen ze James Bond na. Mooi om te zien.

Intussen is ook voorzitter Timmer weer boven water. Hij is via zaal 1 en 2, de keuken en het telefoonhok opnieuw in zaal 2 te vinden. Timmer glundert van oor tot oor. ‘Het gaat best. Heel best’, zegt hij. En dan is ie weer weg. De telefoon gaat. Twee minuten later keert Timmer terug. ‘Ik was al eerder voorzitter van deze mooie vereniging’, vertelt hij. Hij stopte, kreeg opvolging maar staat nu dus weer aan het roer. ‘Lang verhaal hoor. Laat ik het zo zeggen. Ik en nog wat oudgedienden zijn er weer ingestapt om de boel weer op de rit te zetten. Dat is gelukt, want we zijn heel trots dat we ons 25-jarig jubileum mogen vieren.’

De witte kaketoe kijkt Timmer aan. De vogel lijkt te lachen. Het deert de preses niet. ‘Weet je wel dat deze tentoonstelling/show echt uniek is. Waarom? Om de volières vooral. Aanvankelijk wilden we in 1991 voor het eerst een show organiseren. Kregen we ineens te maken met de vogelpest. Hadden wij weer. Een jaar later was het wel raak. We hebben al meteen voor de eerste editie volières gehuurd. Uit Twente. Een aantal jaren later hebben we zelf volières gemaakt. Ik denk niet dat er een tentoonstelling is waar ze zulke mooie volières hebben. In heel Nederland niet. Kun je nagaan. Hier in Haulerwijk heb je dat wel. Bijzonder hè.’

Vogelliefhebbers zijn doorgaans vooral serieus. Het fenomeen derde helft kent men minder dan in bijvoorbeeld de voetballerij, waar mannen juist voor de sport kiezen vanwege de aanwezigheid van Heineken in de kantine. ‘Wij zijn heel serieus, maar genieten ook wel hoor. Deze dagen natuurlijk helemaal, omdat we ook nog eens ons jubileum vieren. Als we zaterdag rond de middag klaar zijn en de boel is afgebroken en afgevoerd, is er voor leden die zich aangemeld hebben een warm en koud buffet. Bovendien gaan we dan ook nog eens tien mensen in het zonnetje zetten, mensen die al een kwart eeuw, vanaf het begin dus, lid zijn. Geweldig mooi allemaal. Ook de opkomst was best. Heel best. Bij de opening bijvoorbeeld, was het echt bomvol. Deze show/tentoonstelling betekent gewoon wat.’ Timmer loopt weg. Terug naar zaal 1. ‘Hallo Jongens’, roept hij tegen de vogels. Een antwoord krijgt hij niet.

||||
||||
||||
||||

UIT DE KRANT