‘De grens van wat nog humaan is, is allang overschreden’

|||
||| Foto: |||
actueel

RODEN – Het was het laatste weekend van september, toen Lonneke van Laar, Annemarie Frazer en Sabine Burkunk met de hulporganisatie Because We Carry naar het Griekse eiland Lesbos vertrokken. Vluchtelingen een handje helpen was het nobele doel van de vriendinnen. Ze zouden er vrachtwagens uitpakken en helpen met het uitdelen van goederen op vluchtelingenkamp Moria. Wat ze daar zagen toen ze aankwamen was onbeschrijfelijk. In shock waren de meiden toen ze de krioelende mensenmassa zagen. Kinderen zonder schoenen, de wanhopige blikken en de geur van brandend vuilnis maakte indruk. Een ding stond vast: zélf een hulpactie op touw zetten als ze terug zijn in Nederland. Dat lukte. Volgende week gaan er 792 dozen met jassen, dekens en schoenen op transport naar Lesbos.

Lonneke, Annemarie en Sabine zamelden spullen in voor vluchtelingen in Lesbos



Met eigen ogen zagen Lonneke, Annemarie en Sabine dat de hulpgoederen direct werden ingezet en uitgedeeld. Druppels op een gloeiende plaat, jazeker, maar wel heel essentiële druppels, begint Lonneke. “We zagen hoe hoog de nood was. 14.000 vluchtelingen zijn er inmiddels op Lesbos. Op een plek die bedoeld is om 3.000 mensen op te vangen. Per dag komen er gemiddeld 400 mensen aan op de eilanden Samos, Lesbos en Chios. Lesbos heeft verreweg de meeste vluchtelingen. Dat komt omdat het eiland dichtbij Turkije ligt. Een overtocht is tussen de 7 en 14 kilometer. De meeste van hen zijn Afghanen. Ze zijn op de vlucht voor het geweld van de Taliban, die in Afghanistan nog erg actief is. Die afhankelijkheid is zó confronterend. We dachten: het Rode Kruis zal er zijn. En het leger. Niets was minder waar. De grote jongens waren er niet. Geen sanitair, geen eten, slechts een paar tenten, dat was het beeld. Het is de hel daar. Je weet niet wat je ziet. De geur van verbrand vuilnis, er was net een grote brand geweest. De brandblussers deden het niet. Mensen zaten als ratten in de val. Er was totale paniek. Overal lopen kinderen (zo’n 5.700 kinderen zitten op kamp Moria) op blote voeten. Mensen liggen op kartonnetjes langs de straat. De grens van wat nog humaan is, is allang overschreden. De Griekse overheid schreeuwt om hulp bij de EU, maar er gebeurt niets.”


Oorlogachtige taferelen


Wat ze in Lesbos hebben gezien laat de meiden niet los. Wanneer Sabine vertelt  over de dankbaarheid die ze ontvangen wanneer ze iets geven aan de vluchtelingen, springen de tranen in haar ogen. “Alles zijn ze kwijt. Behalve hun hoop. Daar blijven ze aan vast houden. Ze laten het gelaten over zich heenkomen. Staan uren met een bon in de rij voor een kledingstuk dat bij ons de kringloop nog niet haalt. En toch ze blijven vriendelijk, dankbaar als ze iets krijgen. Afghanen hebben al zoveel meegemaakt, hebben een lange route achter de rug. Ze komen met het hele gezin aan op gammele bootjes met alle risico’s van dien. En dan te bedenken dat alleen de ‘rijke’ mensen hier zitten. Ze hebben tussen de 10.000 en de 15.000 euro betaald voor de overtocht.” Annemarie: “Een groot deel van het kamp is gebouwd op een olijfgaard. Die grond absorbeert niet. Als het regent loopt het stront door de geulen. Tenten worden weg gespoeld door een kolkende massa water en modder. Er lopen ratten en kakkerlakken. Veel kinderen hebben huidschurft. Het is bij de beesten af. Je laat je hond er nog niet poepen. Je schaamt je dat je dit moet zien. Je ziet mensen in al hun kwetsbaarheid en wanhoop. Oorlogachtige taferelen.”


De meiden besloten hun verdriet en boosheid om te zetten in daadkracht. Op woensdag 9 oktober kwamen ze terug, op 11 oktober werd de actie gestart via social media.  Heel gericht. Ze riepen op om dekens, dekbedden, slaapzakken, winterjassen en schoenen te verzamelen. “Niet lullen, maar poetsen, was onze missie. Het ging meteen hard. We hebben alle drie een groot netwerk. Bedrijven boden spontaan hulp aan. Eentje leverde babydekentjes. Toen we een oproep deden voor 1.200 dozen kregen we meteen reactie. Mensen gaven massaal gehoor aan de actie om oude kleding en dekens te komen brengen. Daar zijn we enorm dankbaar voor. We hebben de actie kunnen realiseren dankzij Marco en José van De Vries XL. Zij boden ons spontaan hun ruimte aan. Bij tijden was het een enorme zooi. Dat maakte hen niets uit. Echt geweldig.”


Transport


Als het meezit gaan de 33 pallets met 792 dozen 14 of 15 november op transport. Een vrachtwagenchauffeur brengt de vracht naar Lesbos. “Daar doet hij 14 dagen over. Dat kost 6.000 euro. Dat geld hebben we kunnen betalen dankzij donaties.” Het liefst zouden Lonneke, Sabine en Annemarie nog een keer meegaan om de spullen uit te delen. Maar dat zit er om financiële reden niet in. “Of we moeten nog een spontane gift krijgen”, lachen de dames. Het verloop van de actie is te volgen via Instagram: ann lon sabien naar lesbos.


|||
|||
|||

UIT DE KRANT