‘De toekomst van Oranje ziet er fantastisch uit’

Paul Raveneau genoot van het WK

RODEN – Paul Raveneau, als trainer werkzaam bij FC Groningen, genoot met volle teugen van het WK voetbal. Voor de Krant gaf hij wekelijks zijn kundige mening. Vandaag het laatste deel. ‘De toekomst van Oranje ziet er fantastisch uit’, zegt hij.

‘Het was een geweldig WK. Met leuk, snel spel en veel goals. Het toernooi bleef tot de laatste wedstrijd boeiend. Nederland heeft geen wedstrijd verloren. Een knappe prestatie. Tegen Duitsland had Nederland zeker weten kans gehad. Duitsland was in mijn ogen weliswaar de beste ploeg, ze bleken ook zondag echter kwetsbaar in de rug. Nederland had daar in mijn ogen beter van kunnen profiteren dan Argentinië zondag kon.’

Raveneau genoot van Oranje en van individuele spelers. ‘Men vulde elkaar bijzonder goed aan. Het werden maatjes. Neem Vlaar en De Vrij. Die zijn echt naar elkaar toe gegroeid. Uniek voor Nederland is dat een ploeg zich ondergeschikt maakte aan een topspeler, Robben in dit geval. Dat vond ik mooi om te zien. Neem Wesley Sneijder. Ook hij schikte zich in een ondergeschikte rol. Liep ontzettend veel en voetbalde daardoor wellicht zelf wat minder. Maar was zo wel belangrijk voor het team en voor Robben. Over De Vrij en Vlaar gesproken. Als je naar de voetbaltechnische handelingen kijkt, doen ze niets onder voor een David Luiz. Daar wordt echter zestig miljoen voor betaald, terwijl Vlaar een miljoen of acht waard schijnt te zijn. Spelers als Luiz worden nu eenmaal groot weggezet. Met reclamecampagnes bijvoorbeeld. Het gras is bij de buurman altijd groener. Maar we doen het in Nederland zo slecht nog niet hoor.’

Raveneau vond de opmerking van Van Persie dat Van Hooydonck beter kon gaan golfen niet gepast. ‘Van Persie is het gehele toernooi een prima aanvoerder en spreekbuis geweest. Nu liet ie zich even gaan. Hij zou ver boven de kritiek van Pierre moeten staan. Bovendien: hij speelde in mijn ogen ook gewoon een matig toernooi. Hij was belangrijk tegen Spanje, maar verder viel het tegen. Tegen Brazilië zag je wel z’n klasse. Toen speelde hij even wat verder van de goal en kon hij andere spelers wegsteken. Dan is hij top.’

Het feit dat Messi door de FIFA uitgeroepen werd tot speler van het toernooi, is volgens Paul dramatisch. ‘In mijn ogen had Arjen Robben recht op die prijs. Dit slaat echt nergens op. Messi was niet fit, dat zag je in de slotfase in de finale ook duidelijk. Robben was dé man. Dat hoorde je ook in andere landen. Hij verdient die prijs.’

Raveneau denkt dat Van Gaal spijt heeft van het opstellen van Nigel de Jong tegen Argentinië. ‘Dat denk ik echt ja. Ik denk dat vanuit de groep de wens is uitgesproken om hem toch op te stellen. En als je zo’n hecht team bent, dan moet je daar als coach ook naar luisteren. In zijn hart had hij hem denk ik liever niet opgesteld. Hij was gewoon niet fit en moest er na een uur af. Clasie speelde overigens prima. Zowel als invaller tegen Argentinië als tegen Brazilië. Verder zag je bij de strafschoppen tegen Argentinië dat de scherpte toch even minder was dan in de reeks tegen Costa Rica. Dat zag je aan de manier waarop de bal werd neergelegd en de aanloop. Nét even ietsje minder. Heel jammer, want tegen Duitsland hadden we echt kans gehad.’

De toekomst van Oranje ziet er volgens Paul goed uit. ‘ Behalve Kuyt, Van Persie en Robben zijn deze spelers nog onervaren en kunnen ze nog heel lang mee. Door die ervaring zullen ze beter worden. Er zit nog heel veel rek in. En er zit heel wat aan te komen. Nederland heeft talent voldoende. Er zijn altijd twijfels na een groot toernooi, maar Nederland pakt het altijd weer op. We plaatsen ons vaak gemakkelijk voor de grote toernooien en zaten nu voor de tweede keer op rij bij de laatste vier op een WK. Dat is gewoon top. Dat zegt ook iets over onze opleiding, want die is nog steeds vooruitstrevend. Ik heb zelf met de jeugd van FC Groningen tegen heel veel spelers gespeeld die nu deel uitmaakten van dit Oranje. Prachtig om die ontwikkeling te zien. Prachtig ook om een kleine bijdrage te kunnen leveren aan de voetbalontwikkeling in Nederland. Ja, ik heb echt een prachtig beroep.’