‘Die klik met klanten vond ik het allermooist. Het zal mijn Twentse achtergrond wel zijn, je drinkt eerst een biertje met elkaar’

|
| Foto: |
actueel

Notaris Herman Holland zwaait af


RODEN – Nog één keer spreken we af ten kantore van notaris Herman Holland. De allerlaatste. Want  de excentrieke notaris uit Roden gaat met pensioen. Zijne Majesteit de Koning heeft hem per 1 juni 2020 ontslag verleend. Op zijn kantoor aan de Meidoornlaan nemen we in een paar uur 37 jaar geschiedenis in het notariaat door. “Als notaris ben je bijna maatschappelijk werker. Het gedoe rondom de akte is veel mooier dan de akte zelf.”


Met een grote glimlach zwaait Herman Holland de deur van zijn kantoor open voor de redacteur van de Krant. De stropdas is verruild voor een witte casual blouse waarvan de bovenste knoopjes los zijn. De rode bretels zitten vastgeklipt aan een makkelijke jeans. De bronskleurige glimmende schoenen eronder verraden een rebel. Het staat de 61-jarige (straks) oud-notaris overigens uitstekend. Zijn werkzaamheden heeft hij al per 1 april neergelegd, hij is enkel als juridisch adviseur aan het kantoor verbonden, zo vertelt Herman aan de ronde spreektafel in zijn werkkamer. Dat laatste doet –ie ook voor zichzelf, hetzij in beperkte mate. “Het moet niet zo zijn dat ik het nog drukker krijg dan hiervoor het geval was.”


Herman is geboren en getogen in de Achterhoek. Een Tukker. Een gezelschapsman. Een man die de klik met mensen het mooist van zijn vak vindt. “Hoe vaak ik hier iemand onder stoom op kantoor heb gehad, niet te tellen. In mijn vak zie je mensen op een mooie manier, maar ook op hun allerslechtst. Van temperamentvol tot zwak. Als notaris moet je daar een goede weg in zien te vinden. Ik heb veel gesprekken gevoerd zonder dat daar een akte uit voortvloeide. De mens zelf heb ik altijd in het oog gehouden. Dan zei ik: ‘is dit wel verstandig? Praat er nog eens over met je vrouw’. Als notaris ben je bijna maatschappelijk werker. Het gedoe rondom de akte is veel mooier dan de akte zelf. Ik ben een notaris die adviezen koesterde.”


Uitdagend


Een praktijk die altijd uitdagend is geweest, zegt Herman over het notariskantoor waar hij in 1983 inrolde, gevraagd door notaris Gert Jan Wilts. Drieëndertig was hij, net benoemd tot notaris door koningin Beatrix. Toen een van de jongste notarissen van de wereld. “Geen simpel kantoortje. Roden had veel forenzen destijds. Professoren die werkten op de RUG en in het ziekenhuis. Allemaal hoogopgeleid. Die druk je niet zo even in een modelletje. Ze verwachten meer diepgang. We deden zaken op hoog niveau en dat gebeurt nog steeds. Veel klanten van het eerste moment zijn nog steeds klant. Een bouwbedrijf uit Oost-Groningen bijvoorbeeld. Een klant van notaris Wilts. Toen ik hier in ’83 kwam kreeg ik met ze te maken en ze zijn er nog steeds, de derde generatie staat inmiddels aan het roer. Die klik met klanten vond ik het allermooist. Het zal mijn Twentse achtergrond wel zijn, je drinkt eerst een biertje met elkaar.” Ook Cordis Europa was klant bij het kantoor van Wilts & Holland. “Cordis had vestigingen in onder andere Zweden en Italië. De fiscalist van het hoofdkantoor kwam hier naar toe. Elke akte kneden we naar geval. De ene keer duurt het een half uur, de andere keer een week.”


Stress


Notaris zijn is ook een stressvol bestaan, zegt Herman. Want –zeker als je de baas bent- word je voortdurend gestoord. “Als je middenin een ingewikkelde akte zit kan dat stress opleveren. Zo’n akte grijpt in elkaar als een puzzel. Een notaris heeft een resultaatsverbintenis. Hij mag geen fouten maken. Geen enkele. Anders is hij voor 100 procent aansprakelijk. Daar moet je tegen kunnen. Één ontbrekend woord kan desastreuze gevolgen hebben. Toch zei ik altijd: ‘verbind maar door’. Negen van de tien keer moet je de vraag zelf beantwoorden.” Maar dat is het niet alleen. Als notaris zit je altijd ergens tussenin. “Je hebt met de klant te maken, maar ook met het kadaster, de bank, het bevolkingsregister. Vooral het contact met banken wordt steeds lastiger. Vroeger belde ik de directeur van de Rabobank en vroeg waarom mijn klant geen lening kon krijgen. Mijns inziens moest dat geen probleem zijn. Dan zei Prins: ‘laat hem nog maar eens langs komen.’ Die tijd is voorbij. Alle vinkjes moeten goed staan. Je kunt je creatieve geest steeds minder benutten.” De onbenullige regels nemen steeds meer toe, vindt de notaris. “Wilde iemand een huis kopen en hij had de financiering rond, was dat zo geregeld. Nu moeten we vragen: ‘hoe kom je aan dat geld?’ De termijnen worden steeds langer. Wat vroeger in een dag kon bij de bank, daar doen ze nu een maand over. Dat heeft voor mij zeker meegespeeld om te stoppen, de lol gaat eraf.” Dan luchtig: “Ik ben ook wel eens bedreigd met de dood. Collega’s ook. Bij de verdeling van een boedel. Boedels zijn altijd lastig. Jij bent degene die het gedaan heeft. De boodschapper wordt vaak neergesabeld. Zei iemand: ‘ik kom eraan, ik hang je op aan de hoogste boom. Meestal nam ik op. ‘Kom maar op jongens’, zei ik. Bang ben ik nooit geweest.”


De meeste stress ervaart Herman Holland in zijn eigen agenda. Die wordt tjokvol gepland. “Als ik een vrije dag wil, moet ik dat een maand van tevoren aangeven. Je kunt je eigen tijd niet indelen. Weet je, als je ouder wordt kunt je steeds slechter tegen geneuzel. Ik ben 61, ik wil nog wat. Mijn vader is 70 geworden, mijn schoonvader ook. Ik wil graag iets met onroerend goed doen. Zag regelmatig iets leuks voorbij komen. Maar als je notaris bent mag je geen geld lenen. Nu kan dat wel.”


Echte hoogtepunten en dieptepunten kent Herman niet. En als hij dan toch iets moet noemen is het zijn benoeming in 1983 door Hare Majesteit de Koningin die vanaf haar vakantieadres in Tavarnelle in Italië haar handtekening onder het document zette. “En de geboorte van mijn kinderen. Dat zijn voor mij wel de mooiste dingen. Werken was voor mij als ademhalen. Ging nooit met tegenzin naar kantoor. En natuurlijk zijn er weleens zaakjes die niet lopen, waar je wakker van ligt. Dieptepunten horen erbij. Dat zorgt voor adrenaline”, zegt de notaris terwijl hij in de lach schiet. Wie met Herman in gesprek is weet het: hij is gek op anekdotes. “Zo belde er een vrouw naar kantoor. Ze wilde weten waar het geld bleef, dat Prins Claus had gestort en bij ons gestald zou hebben. Ik zocht het uit. Het bleek compleet verzonnen. Ze was niet goed snik, kwamen we achter. Ze zat ergens vast en elke keer als ze vrij was belde ze ons, of liet de bank bellen. Had ze een huis gekocht en wilde aanspraak maken op het geld. Iedere keer trapten we er weer in.”


Ook was er eens een mevrouw die Herman zaterdagavond rond half twaalf ’s avonds wakker belde. “We waren net terug uit Twente. Vriendenbezoekje. Ik had een paar biertjes op en was op de bank in slaap gevallen. Mevrouw wilde onmiddellijk haar testament aanpassen. ‘Morgen ben ik dood, dat voel ik aan alles’, zei ze. Ik ben naar kantoor gereden. Heb het testament erbij gepakt. Een lap van tien kantjes. De auto is voor die, het antieke kastje voor die, dat. Ik ben toch maar naar haar toegegaan, wat moet je? Iets van half een was het. Ze gaf aan wat ze allemaal wilde wijzigen. Terug naar kantoor en de hele boel aangepast. Daarna weer naar mevrouw. Om twee uur ’s nachts hebben we de akte gepasseerd. Toen zei ze: ‘ik hoop wel dat ik morgen dood ben, anders heb je alles voor niks gedaan.’ ‘Nou’, zei ik, ‘maakt u zich niet druk. Er komt nog een beste nota achteraan.’


Veel mensen die hem kennen weten het: Herman is fervent motorrijder. Tot voor kort reed –ie een Suzuki Hayabusa, een snelheidsmonster. “De snelste die je maar kon kopen. Haalde 300 kilometer per uur. Die heb ik onlangs verkocht. Wat dat betreft ben ik ook qua snelheid met pensioen gegaan. Nu heb ik een Suzuki Intruder 1800 VZ R Big Boss. 300 haalt –ie niet, maar hij trekt wel snel op. Het zit er een beetje tussenin, het lijkt op een opgevoerde shopper”, zegt hij terwijl –ie op z’n mobiel een foto zoekt. “Moet je die achterband zien. 280 breed! Powerspul, daar kick ik op. Als ik ergens een pandje zie jakker ik er op de motor naar toe. Lekker man.”


Tot slot willen we weten of de bijna oud-notaris nog ergens van droomt nu hij met pensioen is. “Mijn droom? 90! Ik wil nog zoveel doen. Reisplannen heb ik niet. Mijn vrouw Joke werkt nog. Twee dagen per week als kleuterleidster. Dat doet ze vol overgave. Op de ouderwetse manier. Spelend leren. Niemand die haar dat afpakt. Verder zal ik betrokken blijven bij de kinderboerderij, waar ik voorzitter van ben. Ik heb al eens geopperd dat ze misschien eens iemand anders moeten zoeken. Willen ze niet. Ook niet erg want ik doe het met veel plezier.” Of er nog een afscheidsfeestje zal komen weet Herman niet. “In coronatijd vertrekken betekent stilletjes vertrekken. Of er nog een receptie komt valt nu nog niet zeggen. Ik vind wel dat we niet door moeten slaan. Ik denk dat het eerder is opgelost dan we denken.”


De honneurs van Herman Holland worden waargenomen door kandidaat-notaris Arjan Bos, die al enige jaren werkzaam is op het kantoor. Hij is destijds aangetrokken met het oog op eventuele opvolging. Samen met notaris Jan Willem van der Woude zal hij het kantoor bestieren. De naam blijft zoals het was: Holland en Van der Woude notarissen en adviseurs.


|

UIT DE KRANT