Diederik Wierenga zag door de coronapandemie zijn sociale leven instorten

Afbeelding
actueel

NORG – Diederik Wierenga kreeg in 2009 op 35-jarige leeftijd een herseninfarct, waardoor hij grotendeels arbeidsongeschikt raakte en zijn werk als vrachtwagenchauffeur niet langer kon uitoefenen. Om bezig te blijven deed hij veel vrijwilligerswerk, maar dit zag hij wegvallen door de coronapandemie. ‘Door niet te werken mis je wel sociale contacten,’ aldus Diederik.

‘Je bent pas beperkt als je niet kunt denken in mogelijkheden’



Hij is geboren en getogen in Ezinge, maar daar had hij na zijn herseninfarct niet veel meer, behalve een mooi uitzicht en zijn vrijwilligerswerk in Museum Wierdenland. In 2012 verhuisde Diederik daarom naar een seniorenwoning in Norg, waar meer winkels zijn en hij gemakkelijk eens naar Assen of Roden kan. Hier hielp hij vooral ’s zomers bij hardloopevenementen, de streetrace in Norg, de samenloop voor hoop en de culturele raad. Ook is hij lid van Toegankelijk Noordenveld en de fietsersbond. Daarnaast sport hij graag. ‘Mijn vriendin en ik deden ook wel mee aan wandelevenementen,’ zegt Diederik. ‘Wat ik daaraan vooral mis is de gezelligheid, dat je na afloop in de kantine een drankje met elkaar drinkt en een praatje maakt.’ Het ergst vindt hij dat mensen nu in zijn ogen overdreven afstand houden. ‘Het sociale aspect wordt volledig vergeten.’


Hoewel Diederik nog wel buiten kan sporten zijn de sociale contacten veel minder geworden door het wegvallen van vrijwilligerswerk en gemeenschappelijke sportactiviteiten. ‘Ik zie mijn vriendin vrijwel ieder weekend,’ geeft hij aan. ‘Maar voor de rest zie ik vooral de buren en af en toe een kennis.’ Soms wordt er dan een kop koffie gedronken, maar meestal blijft het beperkt tot een gesprekje in de buitenlucht. Een voordeel is wel dat de meesten van zijn buren ouder zijn: ‘Die zijn allemaal al gevaccineerd.’ Daardoor is inmiddels iets meer mogelijk.


Zijn dag bestaat vooral uit sporten, computeren en televisie kijken. ‘Ik probeer zo een beetje de dag door te komen,’ zegt hij. ’s Ochtends start hij rustig op met een kop koffie en het lezen van het nieuws. Bij mooi weer gaat hij naar buiten om te wandelen of te hardlopen, maar het grootste deel van de dag brengt hij thuis door. Toch voelt hij zich niet opgesloten. ‘Ik kan goed alleen zijn, maar vind het wel jammer dat ik weinig mensen zie. Je kunt ook nergens naartoe, omdat alles gesloten is.’


Boodschappen doen is een uitje voor Diederik geworden. ‘Ik heb zelf corona gehad. Toen moest ik 7 dagen in quarantaine en heb ik voor het eerst en voor het laatst boodschappen laten bezorgen.’ Hoewel zijn vriendin liever zou zien dat hij maar één keer per week boodschappen doet, gaat Diederik een paar keer per week naar de supermarkt. ‘Dat vind ik wel gezellig. Dan kom ik nog eens bekenden tegen, ook al is het met mondkapje.’ Zelfs naar het ophalen van medicijnen bij de apotheek, één keer in de twee weken, kijkt Diederik tegenwoordig uit.


Toch weigert hij bij de pakken neer te gaan zitten. ‘Het is niet leuk, maar je moet er zelf iets van maken,’ zegt hij. ‘Je bent pas beperkt als je niet kunt denken in mogelijkheden.’ Een voordeel van de coronapandemie is volgens hem dat nu veel online gebeurt, waardoor hij veel minder tijd kwijt is aan reizen. Ook over de koffie-to-go die nu op veel plekken verkrijgbaar is hij positief: ‘Ik hoop dat dat na de pandemie blijft.’ Natuurlijk is ook Diederik wel eens gefrustreerd en moet hij zich afreageren, ‘maar dat heeft iedereen denk ik wel.’


Veel moeite met de maatregelen heeft Diederik niet, maar hij zou wel graag meer uitleg willen over waarom bepaalde dingen wel en andere dingen niet kunnen. Diederik denkt dat veel dingen wel door kunnen gaan in aangepaste vorm, maar dat snel wordt gezegd dat iets niet door kan gaan omdat het niet kan zoals het altijd ging. Dat geldt bijvoorbeeld voor de dagen van de fietsersbond waarop mensen driewielfietsen kunnen uitproberen. ‘Omdat ik al met een beperking leef is het voor mij makkelijker om mij aan te passen,’ aldus Diederik. ‘Mensen willen dat alles weer normaal wordt. Iedereen wil alsmaar vooruit, maar soms leidt een stap opzij of zelfs een stap achteruit uiteindelijk tot een beter resultaat.’


Hij hoopt dat mensen snel weer normaal bijeen kunnen komen zonder afstand, maar heeft daar niet al te hoge verwachtingen van. ‘Nu wordt gezegd dat het tot de zomervakantie duurt, maar voor hetzelfde duurt het straks weer langer.’ Ondertussen blijft Diederik veel sporten, om zowel fysiek als mentaal gezond te blijven. ‘Bij het hardlopen denk ik altijd bij de eerste kilometer: waar ben ik aan begonnen? Maar uiteindelijk ben ik wel blij dat ik het heb gedaan. Zo is het met corona ook: je moet er even doorheen.’

UIT DE KRANT