Ebel Land nog steeds stapel op z’n gevleugelde vrienden

actueel

Vogelshow Onze Gevleugelde Vrienden en Het Noorden in Hoogkerk

HOOGKERK – Ebel Land en vogels. Dat is hetzelfde als Ot en Sien en Hans en Wilma. Het hoort bij elkaar. 76 jaar is hij inmiddels, maar nog zo scherp als een mes. Als voorzitter, secretaris en oprichter van vogelvereniging Onze Gevleugelde Vrienden is hij weer één van de drijvende krachten achter de vogelshow die zijn club samen met Het Noorden organiseert. En hoewel Ebel beseft dat vogelverenigingen langzaam maar zeker aan het uitsterven zijn, geeft hij de moed niet op. Waar hij ook komt, overal prijst hij zijn vogels en de zo geweldige hobby aan. ‘De jeugd wil niet. Doe je niks aan’, zegt hij realistisch.
Zelf denkt hij niet aan stoppen. Hij kijkt wel uit. Daarvoor beleeft hij nog veel te veel plezier aan de vereniging en aan de ongeveer veertig vogels thuis in Roden. Bovendien: Land richtte de club op. En dan stop je niet zomaar, want de kans is dan zomaar aanwezig dat er geen opvolging is. Daarom ook vervult hij al jaren een dubbelrol: die van voorzitter en secretaris. Eigenlijk te gek voor woorden, maar ontzettend veel verenigingen – en dus niet alleen vogelverenigingen- kampen met dit probleem. ‘En als ik dan eens aangeef dat ik denk aan stoppen, dan snappen de mensen dat niet. ‘Het gaat ja goed, mien jong’, zeggen ze dan. Tsja. Dan ben je uitgepraat natuurlijk.’
Zelf heeft Ebel vooral een innige band met Goof, zijn Grijze Roodstaart. Goof praat en Goof en Ebel begrijpen elkaar. ‘Hij praat en overleeft mij’, lacht Ebel. Als Goof en Ebel samen zijn, dan fluiten ze niet zelden verschillende marsen. En nog een mars. ‘Goed zo, nog een keer’, zegt Goof dan. Of Ebel. Net als het feit dat Goof Ebel begroet: hoi en doe. Goof is wel wat eenkennig overigens. Zo kan de ene zoon van Land wel met hem omgaan, de ander niet. En alsof Goof dat aanvoelt, zijn er van zijn kant ook bepaald geen liefelijke gevoelens. ‘Als ik Goof loslaat, dan vliegt hij mijn jongste zoon aan. Echt waar. Ze liggen elkaar op de een of andere manier niet. Als hij moet voeren als ik op vakantie ben, dan gebeurt dat ook van een afstandje. Heel voorzichtig. Zou hij een vinger in de kooi steken, dan gaat die vinger er af’, lacht Land, die zelf kan knuffelen met Goof.
Pratende vogels zijn toch al populair. ‘In dat geval kun je het bes een Beo nemen, al heb je nooit de garantie dat een vogel gaat praten. Of beter: nabootsen. Bij de Beo is die kans nog het grootst. Maar goed, ook aan het houden van een Beo kleven weer nadelen. Ik vergeet nooit het verhaal van een collega. Die waren in Amsterdam en zagen een Beo. Ze waren verkocht, maar reden toch zonder vogel naar huis. Een dag later haalden ze alsnog. De Beo at voornamelijk vruchten. En dus vlogen de uitwerpselen door de lucht, zo tegen het behang, haha. Toen was de lol er heel snel af.’
Dat is toch al vaak het punt. Vaak zien kinderen een vogel en zijn verkocht. Na een paar weken is het nieuwtje er af en zitten pa en moe met het werk. ‘Een vogel houden is iets anders dan een paar visjes in een kom. Besteed je geen aandacht aan je vogel, dan weet je zeker dat hij niet zal praten. En wat dacht je van verzorging? Goof heeft veel last van huidschilvers. Moet je echt elke dag mee aan de gang hoor, anders wordt het een puinhoop. Vogels houden is fantastisch, maar het kost wel tijd.’
Behalve de inmiddels roemruchte Goof, heeft Land onder meer Lutino’s, met een rood voorhoofd. Een Groenwang. En Rosella’s. ‘Je ziet tegenwoordig een enorme diversiteit aan kleuren bij vogels. Komt door al die mutaties. Er wordt zoveel doorgekweekt, dan je na verloop van tijd niet eens meer weet wat nou de echte kleuren van een vogel zijn. Ik geniet enorm van de vogels. Nog steeds. Zal ook niet meer anders worden, denk ik. Soms is het ook wel eens vervelend hoor. Dat gebabbel van Goof. Of dat ie fluit naar de buurvrouw, die veronderstelt dat het een bouwvakker is. Of dat je met mooi weer buiten zit en Goof continu ‘lekker hè’ zegt. Dan zet ik hem ook gewoon even weg hoor, haha.’
Land is het prototype van de vogelliefhebber. Of beter: zo zou de mens met vogels om moeten gaan. Jammer dat jongeren dit niet herkennen. Niet willen zien. Niet eens de moeite nemen zich in de materie te verdiepen. ‘Mijn club heeft nog 46 leden. Dat is niet veel, maar landelijk gezien toch nog best een aardig cijfer hoor. Jonger dan 45, 50 jaar zijn ze er niet of zelden. Die trend is jaren geleden al ingezet. Jeugd heeft kennelijk andere prioriteiten tegenwoordig.’

Goof was soms ook best handig. Zo had Land ook een hond die luisterde naar de naam Castor. Als die zich bij Land aan de voet moest melden, floot hij doorgaans gevolgd door het commando ‘kom hier’. ‘Op den duur hoefde ik alleen nog maar te fluiten. Goof viel meteen na het fluitsignaal in en zei ‘kom hier’. Echt teamwork, haha. Dat zijn zulke leuke dingen. Kan ik echt van genieten. Ach, ik kan zoveel prachtige verhalen vertellen. Ik kan er een boek over schrijven.’
Wat betreft de vogelclubs, steeds meer verenigingen gaan samen of organiseren samen activiteiten, zoals in dit geval de club van Land met Het Noorden. ‘Er komen nog zo’n 300 vogels. Is leuk. Is ook nog de moeite waard voor de mensen. Bovendien telt bij dergelijke shows ook het sociale aspect. In Nederland hebben we nu nog twee bonden, binnen afzienbare tijd zal dat er denk ik ook nog maar één zijn. Zo gaat dat. Krachten worden gebundeld om er toch nog iets van te maken.’
Land zucht. Hij snapt het niet. Hij wil het niet begrijpen. Hij zal er altijd zijn voor zijn vogels. Zo lang hij kan.
KADER
Vogelshow
De grote gezamenlijke vogelshow van Onze Gevleugelde Vrienden en van Het Noorden (met regio tentoonstelling en het Open Groninger Kampioenschap) wordt gehouden op donderdag 12, vrijdag 13 en zaterdag 14 november. Plaats van handeling is het dorpshuis aan de Zuiderweg 70 in Hoogkerk. Op donderdag kunnen liefhebbers terecht van 19.00 uur tot 22.00 uur, vrijdag van 10.00 uur tot 22.00 uur en zaterdag van 10.00 uur tot 15.30 uur. De entree is gratis en er is een verkoopklasse aanwezig.

UIT DE KRANT