‘Eerst mollen, nu een ooievaar en volgend jaar een olifant?

Afbeelding
actueel

Johan Baard lokt ooievaar naar Nietap

NIETAP – Johan Baard, de inmiddels tachtigjarige eierenzoeker uit Roden, moet haast wel over bepaalde gaven beschikken. Dat is de conclusie die Eppie Bok, woonachtig aan de J.P. Santeeweg in Nietap, trekt nadat zich plots een ooievaar heeft gemeld op de hooikiep achter Bok’s huis. Bok vindt het overigens prachtig dat de ooievaar zich achter zijn huis en in zijn werkelijk prachtige tuin zo thuis voelt. Maar hoe doet die dekselse Johan dat toch?
Johan Baard is dan wel tachtig, van inactiviteit is bij de gewezen ober geen sprake. Onlangs vond hij – uiteraard- het eerste kievitsei in de gemeente en behalve dat is en blijft hij actief. Vooral in de natuur. En, ook vaste prik, als de familie Bok op vakantie gaat, zorgt Baard in Nietap voor de dieren. Dieren die hij zelf overigens voor een deel naar de Bokjes bracht. ‘Kwam hij weer aan met eenden. Die vond hij onderweg en die waren ja wel zo zielig. En ganzen. Zelfde verhaal. Komt Johan aanlopen met twee ganzen. Ook – aldus Johan- van die zielige beestjes. Zeg dan maar eens nee. Maar goed, het past hier allemaal wel, dus heel erg vonden we het niet.’

Van die twee ganzen is trouwens één al gesneuveld. ‘Ze vermaakten zich doorgaans achter in de tuin, bij het slootje. Op een winterdag waren we één gans kwijt. Ik naar achteren, zag ik zeker vijftien vierkante meter rode sneeuw. Bloedsneeuw. Had een vos één van de ganzen gegrepen. De ander komt tegenwoordig nooit meer achter. Die is getraumatiseerd. Die zit dus nu bij ons in de tuin. En als het beestje honger heeft, tikt ze even met de snavel tegen het raam’, zegt Bok.
Vorig jaar zorgde Baard voor mollen. ‘Kwamen we thuis, zat de hele tuin vol mollen. Daar waren we hem wat minder dankbaar voor. Ook de mollen hebben het overigens prima naar de zin. Ze wonen hier nog steeds.’ Toen Bok onlangs in Gran Canaria verbleef, stuurde Baard- de dierenoppas- een foto. Op de hooikiep zat ineens een ooievaar. En dat terwijl Bok zelf al verschillende keren had geprobeerd een ooievaar te lokken, net als andere mensen in de buurt. ‘Eerst dacht ik nog dat het een grap was. Want ooit had Johan eens een opgestopte havik in een loods geplaatst. Bij terugkomst bleek het echter toch om een echte ooievaar te gaan. Bovenop de hooikiep. Een mooiere plaats kon ie niet uitzoeken.’ Bok vraagt zich af hoe Baard bet toch elke keer weer flikt. Eerst mollen, nu een ooievaar en straks? ‘Het zou me niet verbazen dat als we volgend jaar terugkeren van vakantie er een olifant in de tuin staat. Met Johan kun je alles verwachten.’ Of de komst van de ooievaar ook symbool staat voor nieuw leven weet Bok niet. ‘Ik zal Johan eens vragen wat hij in onze vakantie hier uitgespookt heeft.’

Kader
Voor Annie
Bij Baard weet je sowieso vrijwel nooit of je hem bij de kop of de kont hebt. Mooi verhaal. Ooit liep hij met wat mensen over de landerijen. Op zoek naar eieren. Baard had voor de tocht een aantal eieren in een sloot gelegd. Bij het passeren van die eieren wees hij Annie, die mee liep, op die eieren. ‘Pak ze maar’, zei Johan. Annie liep aarzelend richting eieren en zag dat op één ei ‘Voor Annie’ stond geschreven. Grapje van Johan. ‘Ze zijn voor jou, neem ze maar mee. Het staat er immers op’, zei Baard met dat bekende stalen gezicht.

UIT DE KRANT

Lees ook