Regelmatig praat ik met mensen die zich bezig houden met de inrichting van het landschap. Slimme mensen die van alles weten over water(huishouding), bodemlagen, bosbouw, landbouw, historie en biodiversiteit. Er wordt veel gepraat en gediscussieerd over hoe we de natuur en het landschap het beste kunnen (her)inrichten om de natuur en biodiversiteit te behouden en waar mogelijk te vergroten.
Het resultaat is een stapel plannen, onderzoeken en rapporten met adviezen voor uitvoeringsprojecten. We proberen de natuur en het landschap te maken zoals wij denken dat het goed is. Soms staan de partijen lijnrecht tegenover elkaar en blijft alles (voorlopig) bij het oude. Soms komen we er samen uit en wordt een gedragen plan uitgevoerd. Dan (her)richten we het landschap en maken daarbij soms nieuwe natuur.
Onlangs hoorde ik natuurfilosoof Matthijs Schouten vertellen dat er grote verschillen bestaan in de basishouding ten aanzien van de mens-natuur relatie. De (Westerse) houding is die van eigenaar en heerser. De Natuur is van ons en mag je gebruiken. Andere culturen zien zichzelf meer als beheerder. De natuur behoort niet aan de mens maar aan de schepper en mag je goed beheren. Weer andere culturen zien de mens als partner of deelnemer. Zij zien de mens als onderdeel van de natuur.
Is de natuur bedoeld om door de mens te gebruiken? Laat de natuur zich sturen? Misschien deels of tijdelijk. Maar op termijn leggen we het af tegen de natuurkrachten. Als heerser blijven we maaien, kappen, afschieten, (her)inrichten om het landschap naar onze hand te zetten. Of we natuurbeheerder zijn of boer, als we niets doen wordt alles bos volgens de kenners.
En dan verschijnen er ‘ineens’ bevers en wolven in ‘onze’ natuur en landschap. Ze zorgen voor blijde maar ook zorgelijke gezichten. Deze dieren houden zich niet aan onze natuurregels. Ze blijven niet binnen de door de mens afgesproken grenzen en volgen hun eigen instinct. Ze gaan daar naar toe waar ze denken dat het goed voor hen is. Daar komen ze de mens tegen.
Een mooi voorbeeld van ‘eigenwijze natuur’ is de onlangs opgeworpen beverdam in het Drentsche Aa gebied. De waterstand was afgelopen periode laag in de Drentsche Aa beken. Diverse partijen denken nu na over water vasthouden in het gebied. Hoe doen we dat? De bever greep zelf in, had geen zin om hierop te wachten. Hij maakte zijn eigen dam met stuwmeer. De ingang van zijn beverburcht ligt nu weer veilig onder water.
En nu? De bever heeft een flink deel van het Drentsche Aa beekdal onder water gezet. Niet volgens onze plannen. Wellicht komen geplande planten, dieren of biotopen zelfs in gevaar. De natuur houdt zich niet aan onze regels. Wilde zwijnen en damherten die in Drenthe willen leven worden afgeschoten. Het ene edelhert dat in Drenthe rondloopt mag dankzij een petitie blijven leven. Wolven brengen de bevolking en overheden in rep en roer. Ze zorgen voor onveilige situaties en eten ‘onze’ dieren op. Moeten we de bever hier zijn gang laten gaan of de dam doorbreken? Nieuw overleg volgt met nieuwe regels want ruimte voor vrije natuurontwikkeling is er niet veel meer in Nederland. Laatst hoorde ik een mooie ‘omdenker’. Het zijn niet de reeën die voor gevaarlijke verkeerssituaties zorgen. Nee, wij mensen hebben wegen door hun territorium gelegd en zo gevaarlijke situaties gecreëerd.
Ondertussen zwemt de bever door de Drentse beken en bouwt burchten en dammen waar hij denkt dat het goed is. Krijgt de wolf jongen in de Drents Friese grensstreek en loopt het ene edelhert nog moederziel door Drenthe te zoeken naar een partner. Omdat zij vinden dat de Drentse natuur wel geschikt voor hen is.
Andre Brasse november 2022 – Puur Natuur nr. 85