Einde van Het Atrium in zicht maar Jan Ernst en Nel gaan door

Nieuws

Finissage bij iconische galerie


LEEK – Meer dan een kwarteeuw heeft het sprookje van Jan Ernst en Nel Douma mogen duren. Galerie Het Atrium werd een plek die perfect naar de hand van het kunstzinnige echtpaar werd gebouwd. De vele tentoonstellingen, bijzondere gebeurtenissen en invloedrijke mensen die langskwamen vormen binnenkort slechts een herinnering. Maar eerst volgt er nog een vrolijke finissage, met een afsluiter op zondag 6 september. Siepie de Jong, die als oud-burgemeester van de gemeente Leek de galerie kwam openen, zal ook de afsluiting verzorgen.


‘Zo’n verhuizing gaat altijd pijn doen’, geeft Nel maar direct toe. Het Atrium was voor haar en Jan Ernst hét plekje. Ze ontwierpen het gebouw, waar voorin de galerie kwam en achterin het woongedeelte, volledig zelf. ‘Naar het idee van een Romeinse villa’, legt Jan Ernst uit. ‘De tekeningen voor het huis maakten we zelf. Het bleek zelfs bouwtechnisch allemaal te kloppen. Dat was best bijzonder.’ Nel: ‘Het gebouw heeft meer dan aan de verwachtingen voldaan. Het is echt geworden zoals wij het wouden.’


In zijn galerie liggen ruim driehonderd portretten van modellen. Wie model is geweest, kan een portret komen ophalen. ‘Laatst heb ik de portretten allemaal uitgestald. Dan zie je hoeveel het er zijn’, zegt Jan Ernst.


Dat Nel en Jan Ernst afscheid nemen van Het Atrium betekent overigens niet dat zij stoppen met hun passie. ‘Wij blaken nog van de energie’, zegt Jan Ernst. ‘We ontwikkelen nog steeds nieuwe initiatieven.’ Eigenlijk komt de verhuizing naar het nieuw te bouwen appartementencomplex ‘De Musketiers’ wat aan de vroege kant. ‘Maar dit was een mooie kans. We willen niet dat we straks, als we bejaard zijn, nog geen mooie woning hebben gevonden.’


Als het aan Nel lag was emigreren naar Zwitserland overigens ook geen probleem geweest. ‘We komen daar jaarlijks’, zegt Nel. ‘Het voelt als mijn plek. In Zwitserland voel ik mij op mijn plek.’ Jan Ernst mag er ook graag zijn, maar heeft ook een bijzondere band met Leek opgebouwd. ‘Ik hoef hier niet weg. Je hebt in Leek het voordeel dat het een kruispunt van drie provincies is. Je hebt het vlakke Groningse land, de Friese meren en het mooie Drentse land dichtbij. Verder kun je zo naar de stad en is ook het Wad dichtbij. Ik vind het in dat opzicht een prachtig gebied.’


Naast Nienoord vormde Het Atrium eigenlijk de enige andere plek waar men van kunst kon komen genieten. Het fanatisme van Nel en Jan Ernst maakte dat er vaak wat te doen was. De gemeente Leek zag de waarde van Het Atrium en haar eigenaren, en onderscheidde het echtpaar met de Leekster Tak voor hun bijdrage aan Kunst, Cultuur & Onderwijs. ‘Dat is niet voor niets geweest’, zegt Nel. ‘Het was een blijk van waardering vanuit de gemeente Leek.’ Ondertussen steekt het dat er maar weinig culturele instellingen over blijven in Leek. ‘Dat is toch wel zorgelijk’, vindt Nel. ‘Behalve Nienoord heb je straks geen plek meer waar je kunst kan kijken.’


Zelf hielden Nel en Jan Ernst Het Atrium altijd vanuit liefde voor de kunst draaiende. ‘Men dacht vaak dat we op een bepaalde manier gesubsidieerd werden’, zegt Nel. ‘Maar wij hebben ons altijd zelf moeten bedruipen. Dat hebben we ook nooit een probleem gevonden. Wij vonden het juist altijd heel leuk om te doen.’


Terugkijkend op al die jaren, wijst Nel de boekpresentatie van Jan Ernst over Wenen aan als één van de hoogtepunten. ‘Maar er zijn zoveel hoogtepunten’, vervolgt zij. ‘Ook de Zwitserse expositie was prachtig. En ik vind het mooi dat Edo Jan Meijer hier als één van de laatsten een exposite heeft kunnen houden.’


Jan Ernst ziet nog steeds de bouw van Het Atrium als het hoogtepunt. ‘Het bedenken hiervan, dat heeft zoveel plezier gebracht. Iedere keer als ik hier in het begin kwam, kneep ik mezelf in mijn arm.’


In het nieuwe appartement in hartje Leek, nabij museum Nienoord, gaat het echtpaar ‘gewoon door’. Jan Ernst blijft zich met de kunst bezig houden, terwijl Nel les blijft geven. Wat nu nog volgt is de finissage van tien dagen, afgesloten op zondag 6 september. ‘We gaan met een bescheiden groep afscheid nemen’, zegt Jan Ernst. ‘Daarin kijken we terug op de afgelopen jaren en gaan we er bovendien een leuke dag van maken.’


De verhuizing is dus een feit, maar aan pensionering moet Jan Ernst niet denken. ‘Een kunstenaar gaat nooit met pensioen, dat zeggen ze tenminste altijd. Net zo min als een musicus en een schrijver met pensioen gaan.’

UIT DE KRANT