Erik weet alles van me

Afbeelding
actueel

Astrid Stijger: de paardenfluisteraar van Nieuw Roden

NIEUW RODEN – De meeste mensen kennen haar als tandarts, of beter; als eigenaresse van Dentolive in Leek. Sinds kort coacht ze ook mensen met behulp van paarden. Zelf was ze vanaf het begin dolenthousiast. Anderen- waaronder ik- waren nogal sceptisch. Wat kan een paard je over jezelf vertellen dan? Alsof je meer zelfvertrouwen krijgt door een half uur lang een paard aan te kijken. Om dat wantrouwen, dat vooroordeel weg te nemen, nodigde Astrid me uit op haar boerderij in Nieuw Roden. Daar ontmoette ik ruin Erik. En die weet nu alles van me.

Normaliter heeft Astrid het vooral druk met het vullen van gaten in gebitten en het managen van de mooie praktijk in Leek. Een hele klus. Zonder nou specifiek angstpraktijk te zijn, gaan tóch veel mensen met angst voor de tandarts juist naar Dentolive. En altijd met hetzelfde resultaat: de angst verdwijnt als sneeuw voor de zon. Dat verdovende prikje blijkt toch wel mee te vallen en mensen gaan de rest van hun leven naar de tandarts als naar de supermarkt. Op hun dooie gemakje. Even tussendoor. Dat mensen angst voor de tandarts hebben, was één van de aanleidingen waarom Astrid een opleiding aan het Europees Opleidingscentrum Paardencoach begon. En omdat ze zelf al paarden had. Ook voor Astrid is één en één twee, en sinds vorige maand is ze gediplomeerd. Zelf was ze meteen verkocht. Voor anderen gold dat wat minder.
Het is woensdagmiddag, 16.00 uur. Ik word verwacht aan de Zevenhuisterweg. Naar de paardenfluisteraar die ook mij van de angst voor de tandarts afhielp. Die ik in wit tandartsentenue gewend ben maar nu gewoon casual bij het hek van de boerderij verschijnt. Dat ze bij het hek staat, heeft niets met mij te maken maar vooral met de handvol honden die nogal blaffen. En daar ook niet meer mee ophouden. De grootste is ogenschijnlijk de minst leuke. ‘Dat is inderdaad de waakhond’, zegt Astrid. ‘Het is hier aan de Zevenhuisterweg nogal donker in de avonduren en dan loopt hij hier om het huis. Is wel zo prettig’, verontschuldigt ze zich bijna. Gelukkig zit de hond nu in een kooi. Wie bij de paardenfluisteraar zweverigheid verwacht, komt bedrogen uit. Partner Remco bereidt het eten voor, de drie blonde kinderen zijn thuis. En doen wat alle kinderen van die leeftijd doen. Speciaal gekleed is ze niet. Ze heeft geen artiestennaam, maar is eigenlijk gewoon die tandarts die ik ken. Gelukkig maar.
Astrid zet koffie. Vertelt over de boerderij, adviseert me laarzen aan te doen, doet zelf een pet op en vraagt of ik er klaar voor ben. Dat ben ik. Gelaarsd en wel.
Buiten staan vijf paarden. Elders zie ik nog een ezel en bij de buurman staat een imposante hond nogal agressief te blaffen. Dit belooft wat. ‘Zo’, zegt Astrid, ‘ we gaan eens kijken welk paard het wordt.’ Het kiezen van een paard voor de sessie kost geen enkele moeite. Integendeel. Je stapt gewoon naar ze toe en kijkt wat er gebeurt. In mijn geval lopen vier van de vijf paarden hard weg. Eén blijft staan en besluit me vanaf dat moment strak aan de te kijken. Het is ruin Erik. ‘Dat wordt ‘m dus’, zegt Astrid. En dat klink best wel logisch.
Hè. Dat is best gek. Remco voorspelde juist voordat we naar buiten liepen dat het wel eens Erik zou kunnen worden. Hij heeft een vooruitziende blik.
Astrid heeft een soort van piste gemaakt. Daar mag ik in met Erik. Zelf blijft ze buiten die ruimte. Ze geeft me een zeil mee. Ik moet zorgen dat ik Erik, die op een meter of vijftien van me af staat, met vier benen op dat zeil krijg. En dat blijkt nogal lastig. Ik schreeuw, roep, fluit, maak woeste armgebaren en ben zelfs voornemens hem een duw in de goede richting te geven. Het helpt allemaal niets. Stokstijf blijft Erik staan. Hij kijkt me meewarig aan. ‘Hoe lang moet ik doorgaan’, vraag ik Astrid. ‘Tot ie op het zeil staat’, zegt ze. Ben je lekker mee dan. ‘Ik voel me machteloos’, zeg ik tegen Astrid. En vijf tellen later staat het paard met vier benen op het zeil. Missie geslaagd.

Ik ben perplex. Wat heb ik nou eigenlijk gedaan om Erik op het zeil te krijgen? Was het een beweging? Deed ik iets gek.? Gaf Astrid een signaal? ‘Dat komt omdat je je gevoel uitte’, zegt Astrid. ‘Je vertelde me dat je je machteloos voelde. Toen kwam Erik.’ Aha. Zo werkt dat dus.
En dus sta ik te even later dicht bij Erik. Te dicht, want van nature ben ik angstig voor paarden. Ze zijn me te groot. Te imposant. Bovendien kieperde ik ooit in Ponypark Slagharen van de rug van een paard. Het zou mijn wat houterige bewegen kunnen verklaren. ‘Paarden’, zo had Astrid me eerder uitgelegd, ’ spiegelen als geen ander het gedrag en de innerlijke toestand van degene die met hem of haar in contact wordt gebracht. Dit doet een paard van nature. Het paard ziet en voelt onmiddellijk wat hij aan de ander heeft en neemt een positie in die er voor zorgt dat in geval van gevaar beiden zo veilig mogelijk zijn.’

Erik hecht aan veiligheid en aan mij kennelijk, want nadat Astrid en ik een gesprek zijn begonnen, komt Erik wel heel dicht tegen me aan staan. Erik kon me wel eens heel leuk vinden. Maar het wordt nóg gekker. Erik – enorm groot- buigt wat voorover en plant zijn hoofd op de positie waar ik vermoed mijn hart te hebben. Daar laat hij zijn hoofd rusten. Soms gaat ie iets met zijn hoofd omhoog. Hij lijkt me te willen kussen. Hij likt me. Ik ben bang.
Astrid begint een normaal gesprek. Over koetjes, kalfjes, het leven. Over alledaagse zaken. Dan word ze persoonlijker. Niet echter voordat ze gezegd heeft dat ze geheimhoudingsplicht heeft. Overbodig, want wie Astrid kent weet dat je veel tegen haar kunt zeggen zonder dat je het de volgende dag ergens op straat hoort. De vragen worden lastiger. Gaan over gevoel. Over emoties en worden soms erg persoonlijk. Hier, op een weiland in Nieuw Roden, voel ik me niet meteen geroepen op alle vragen antwoorden te geven. En dus praat ik op een bepaald moment met een bochtje. Politici kunnen dat heel goed. Je lepelt veel woorden op, praat dus veel, maar zegt eigenlijk niets. Ik doe dat nu ook en Erik neemt meteen de benen. Weg is ie. Hij staat in no-time aan de andere kant van de ring. Hij kijkt me ook niet meer aan. De liefde lijkt nu al over. Hij gaat met zijn voeten over het zand. Alsof ie elk moment van plan is me aan te vallen. Ik heb niet vanuit mijn gevoel gesproken. En dat waardeert Erik dus niet. Dan gaat ie weg. Erik weet dus of ik de waarheid spreek of niet. Zonder me te verstaan. Zonder me aan te kijken. Zijn hoofd rustte immers op mijn hart.
Ik ben hooglijk verbaasd. Dit kan toch niet? ‘Omdat ik je het principe wil laten zien, doen we het straks nog een keer’, lacht Astrid. En dus begin ik weer een goed gesprek met m’n tandarts. En weer geef ik – onbewust zelfs- op een bepaald moment niet het gevoelsantwoord dat gewenst wordt. En dus staat Erik weer heel snel aan de andere kant. En zo herhaalt dit tafereel zich een aantal keren. Bijzonder. Heel bijzonder. Erik loopt bovendien zo nu en dan naar het zeil op de grond. Alsof ie daar iets zoekt. ‘Jij zoekt dus iets. Of bent op zoek naar een bepaald doel’, zegt Astrid. ‘Snap je nu hoe het ongeveer werkt? Ik zie aan de gedragingen van het paard veel. Ik zie hoe hij reageert, wat hij doet. Ik kan dat vertalen, zodat we uiteindelijk bij de kern van iemands probleem komen om er vervolgens iets aan te gaan doen. Mooi voorbeeld is wel een sessie die ik had met een meneer die oververmoeid was. Toen hij eenmaal oog in oog met een paard stond, ging het paard op de grond liggen. Alsof hij de vermoeidheid overnam.’
Het coachen van mensen met paarden. Ik moet bekennen dat het dus kan. Met terugwerkende kracht denk ik dat Astrid iets heel moois kan betekenen voor heel veel mensen met kleine en wat grotere problemen. Bovendien is mijn respect voor het paard nogal gestegen. Vooral voor Erik dus. Erik kan me niet verstaan, kende me tot een half uur geleden niet maar voelt wat ik denk. Of zo. Echt heel apart.

Astrid brengt Erik terug naar het weiland en zet koffie. Het eten van Remco is bijna klaar. Maar eerst dus nog koffie. ‘Je hoeft geen verhaaltje te maken. Ik wilde je gewoon laten zien hoe het ongeveer werkt. En ik hoop dat je een beetje een indruk gekregen hebt’, zegt ze. Die indruk heb ik gekregen. Mijn conclusie? Simpel. Heeft u last van stress, weet u niet wat u wilt en kunt u geen keuzes maken? Ben je onzeker, vind je het lastig om leiding te geven en grenzen te stellen en ben je bang controle te verliezen? Of heb je een kindje dat nog steeds duimt? Of kampt u met lichamelijke klachten en de dokter zegt dat het tussen de oren zit? Bel dan Astrid. Maak een afspraak. Vraag naar Erik en alles komt goed. Als je eerlijk bent, en praat vanuit je gevoel tenminste.
Vincent Muskee

UIT DE KRANT

Lees ook