‘Fleur was zo verdrietig dat ze niet langer wilde leven’

Afbeelding
actueel

OBS de Springplank staat op tegen pesten



MARUM – Pesten op scholen gebeurt helaas nog regelmatig. Kinderen die uit WhatsApp-groepen gegooid worden, filmpjes en foto’s die bewerkt en verspreid worden of kinderen die op een andere manier worden buitengesloten. Soms heeft dat pestgedrag desastreuze gevolgen. Fleur Bloemen was vijftien toen ze zelfmoord pleegde na aanhoudend gepest door klasgenoten. Haar moeder Anneke kwam afgelopen vrijdag naar OBS de Springplank in Marum om te vertellen over de afschuwelijke gevolgen die pesten teweeg kunnen brengen. Ze hoopt door haar verhaal te doen bewustwording te creëren bij leerlingen, docenten en bij ouders. Vrijdag kreeg de school het bord ‘Ik sta op tegen pesten’ van de Fleur Bloemen Stichting aangeboden.


In de kantine luisteren leerlingen uit de groepen 7 en 8 naar het verhaal van Anneke Bloemen die samen met twee andere leden van de Fleur Bloemen Stichting naar Marum kwam. Het bezoek viel samen met ‘De Week van de Mediawijsheid’, waaraan de school uitgebreid aandacht besteedt. Fleur Bloemen was een vrolijk meisje uit Meppel. Het pesten begon in groep 6 van de basisschool. Fleur deelde het thuis, met haar ouders. Moeder Anneke: ‘we hebben gesprekken op school gevoerd met de leerkrachten en ook met de ouders erbij. Ouders keken weg. Wat we te horen kregen was ‘ze moet maar wat weerbaarder worden’ en: ‘het is maar een grapje’. Daar kun je niks mee. Het ene kind is gevoeliger dan het andere en bovendien is pesten geen ‘grapje’.’ Het pesten bleef aanhouden. Anneke veranderde van baan om altijd thuis te kunnen zijn wanneer Fleur uit school kwam. ‘Negen van de tien keer waren haar banden lek gestoken. We zijn naar een andere school gaan kijken. Waar ze in de eerste instantie enthousiast reageerde, veranderde dat later. Ze moest overgeven en had enorme hoofdpijnen. Zelfs al dat gedoe op school was veiliger dan een nieuwe setting. Wij wilden haar niet dwingen.’


Pesten gebeurt veel in het geniep. Pesters weten meestal goed onder de radar te blijven. Dat maakt het ook zo ongrijpbaar, weet Anneke. Titia Bijma, directeur van de Springplank beaamt dat. ‘We zitten er hier bovenop maar ook bij ons wordt gepest. We besteden veel aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Soms wijken vakken ervoor als er iets speelt. We werken met Kwink, een methode op het gebied van sociaal-emotionele ontwikkeling. Dat is schoolbreed: groep 1 tot en met 8. We hebben het over omgangsnormen en gaan het gesprek aan met het kind. De driehoek kind, ouders, leerkracht is daarbij enorm belangrijk. Vermoeden we pesten, dan schakelen we direct de vertrouwenspersoon in, zij is ook pestcoach. We doen er alles aan om pesten boven water te krijgen en dan nog lukt het niet altijd.’  


‘We zijn ons meisje kwijt’


Na de basisschool ging Fleur naar het VMBO. Een lager niveau dan het advies dat ze eerder had gekregen. Havo zat er gemakkelijk in. Maar door alle stress had ze haar Cito’s verknald, vertelt Anneke. Het ging beter met Fleur. Maar in de derde klas ging het opnieuw mis. Degene die Fleur zo gepest had op de basisschool kwam weer bij haar in de klas. Het pesten begon opnieuw. Het was op een maandag dat Fleur huilde op school. De aanleiding was een conflict. Twee vriendinnen wachtten haar op om haar te troosten. De mentor had weinig tijd. Hij zou de volgende dag wel met haar praten. Zover kwam het niet. Toen Fleur uit school kwam en haar vriendinnen stonden te wachten, was haar fiets aan het hek vastgeknoopt. Samen hebben ze de fiets losgemaakt. ‘‘s avonds hebben we het nog gezellig gehad. We vierden de verjaardag van haar schoonzusje. Fleur was een knuffeldier. De volgende ochtend hebben we samen ontbeten en een kopje thee gedronken. Ik kreeg nog een dikke knuffel: tot vanavond mam. Ik was op mijn werk toen om kwart over acht de buurvrouw belde. Of ik wist wat er aan de hand was, het wemelde van de politie bij het spoor. Daarna had ik mijn man aan de lijn, helemaal in paniek: we zijn ons meisje kwijt, we zijn ons meisje kwijt. Het pesten was haar te veel geworden. Ze is voor de trein gaan staan. In haar rugtas zat een schrift waarin stond wat ze iedere dag meemaakte en wie haar pesters waren. Op haar kamer vonden we een brief. Het was niet onze schuld, had ze geschreven. Haar hele uitvaart had ze op papier gezet. De muziek had ze uitgezocht en ook stond erin wie er wel en niet mochten komen. Fleur was zo verdrietig dat ze niet langer wilde leven.’


De leerlingen luisteren ademloos naar het verhaal. Het komt binnen, weet leerkracht Mette die ook op lichaamshouding en gedrag let. Ze ziet kinderen friemelen met iets, onderuitgezakt zitten of wegkijken. Dat kunnen signalen zijn, weet ze. Vragen zijn er ook: Fleur had twee broers. Waarom hebben die de pesters niet een kopje kleiner gemaakt? En: wat knap dat u dit vertelt, het is zo heftig wat er is gebeurd. Hebben de pesters straf gekregen? Na het verhaal van Anneke was er voor de leerlingen gelegenheid om in de eigen klas met de leerkracht na te praten over het aangrijpende verhaal van Fleur, een jong meisje die geen andere uitweg meer zag dan de dood.


Fleur Bloemen Stichting


Leerkracht Paulien bracht haar school in contact met Anneke, haar ouders zijn bevriend met de ouders van Fleur. Zij doneerden het bord met de foto van Fleur en een prachtig gedicht aan de school. De Springplank is de eerste school in de provincie Groningen die het bord heeft gekregen. Anneke vormt samen met zus Petra Lueb en vriendinnen Caroline Saathof en Rolinda Westerbeek de Fleur Bloemen Stichting. Het doel is op zoveel mogelijk scholen een bord en het verhaal vertellen. De stichting is een petitie gestart om 40.000 handtekeningen te verzamelen, ze willen in gesprek met politiek Den Haag om het onderwerp aan te kaarten.  Want dat is nodig. Pesten houdt niet vanzelf op. Meer informatie is te vinden op fleurbloemenstichting.nl. Reageren? dekrant@media-totaal.nl

UIT DE KRANT

Lees ook