‘Geen weidevogel die in de ruigte gaat zitten, ze kunnen geen kant opkijken’

|
| Foto: |
actueel

RODERWOLDE – Voor Bertus Jansma uit Foxwolde is het één grote ergernis. De Onlanden zijn veranderd in ruige, verwilderde vlaktes waar geen weidevogel meer wil zitten. De traditionele weilanden met slootjes ertussen zijn zo goed als verdwenen. In de tijd dat hij er als loonwerker veel aan het werk was, wemelde het van de Leeuweriken, Kieviten, Grutto’s, Kemphanen en Tureluurs, weet hij. ‘Tegenwoordig zijn mensen helemaal door het dolle als ze een otter zien. Of een bever.  Maar wat heb je eraan? Die zitten onder water, die zie je niet als je op de fiets zit.’

Bertus Jansma vindt dat ze het verprutst hebben in De Onlanden




Het is allemaal begonnen zo rond het begin van de jaren tachtig. Kleinere boeren werden weggesaneerd. Hun landerijen werden opgekocht door natuurorganisaties als Staatsbosbeheer. ‘Voor boeren was het interessant, het land leverde veel meer op dan wanneer ze het particulier zouden verkopen. Het was niet het beste land, vrij nat. Kleinere boeren gingen er met een regeling uit, de woonbestemming ging eraf en Staatsbosbeheer kreeg steeds meer grond. Ze kochten ook grond aan van kerken.’ Bertus Jansma woont al zijn leven lang in de boerderij in Foxwolde tegenover het Kleibosch. Hij zag het natuurgebied drastisch veranderen in de afgelopen jaren. ‘Laatst stond hier een politieagent op het pad. Hij had een mevrouw beboet omdat haar hond losliep. Loslopende honden zouden het wild opjagen, zei hij. Daar hoeft hij niet bang voor te zijn. Sinds Drents Landschap de baas is lopen hier geen hazen, fazanten en konijnen meer.’


Als voormalig loonwerker kende Bertus Jansma het hele gebied. Bijna alle perceeltjes kende hij bij naam en wist de oppervlakte. Met zijn broer gingen ze er voor een tientje per uur landrollen.  Het wemelde er in die tijd van de weidevogels, weet Jansma. ‘De kemphaantjes achter bij Matsloot zullen me altijd bijblijven. Je hoorde de vogels boven de machines uit. Weidevogels in alle soorten en maten waren er. Hoeveel jonge vogeltjes wij wel even met de hand weg pakten en na het maaien teruggezet hebben. En de koppeltjes koeien die er liepen. Er is helemaal niets meer van over. Deskundigen kwamen met waterberging op de proppen. Vanaf het Leekstermeer tot aan Eelderwolde is waterbergingsgebied. Het is één grote woeste vlakte geworden. Als ik zie wat er hier in Roderwolde is ontstaan en achter Peize met die waterberging, dan krijg je tranen in je ogen. Er is geen weidevogel die in de ruigte gaat zitten, ze kunnen geen kant opkijken. Wat er wel zijn, zijn bevers. Nou, daar word je vrolijk van. Die zitten onder water. Ik zie het vaak: rijen auto’s bij het bruggetje bij Matsloot. Staan ze met telelenzen omdat ze een roerdomp gehoord hebben. Daar komt het hele spul op af. En dan die hysterische reacties van mensen als ze een otter gespot hebben. Of een keutel van een bever. Onvoorstelbaar is het. Ik vind het jammer en met mij een heleboel mensen. Het had heel anders gekund. Ze hadden een kanaal langs de Matsloot kunnen graven, daar had je alle slootjes op uit kunnen laten komen. Dan was het water ook weggeweest. Dat fietspad had er anders ook wel kunnen liggen. Ik vind dat ze het verprutst hebben. In het verleden was het mooier en interessanter dan nu. Als je er nu langsfietst zie je niks. Een grauwe, grijze toestand. Ik zie het nut er niet van in. Het enige voordeel is dat Groningen niet dichterbij komt.’



Reactie Herman Sips, voorzitter Stichting Natuurbelang De Onlanden:


Volgens Herman Sips, voorzitter Stichting Natuurbelang De Onlanden, ligt de situatie toch iets anders dan geschetst door Jansma. ‘Tussen het Matslootgebied en de Roderwolder molen zag je 25 jaar geleden nog weidevogels. Daarna nam de populatie snel af. Dat heeft alles te maken met de intensieve landbouw. Boeren zijn begonnen met mest injecteren en het grondwaterpeil werd verlaagd zodat de landbouwmachines al vroeg in het jaar het land op konden. Jonge Grutto’s en andere weidevogels hebben bloemrijke weilanden nodig. Ze eten insecten die op de bloemen afkomen en tussen de kruiden vinden de kuikens beschutting tegen roofdieren. De combinatie van natuur en landbouw is bij het huidige intensieve weilandbeheer niet langer mogelijk. Dat is geen verwijt aan de boer. Het heeft alles met de tijd te maken. Als wij bereid zouden zijn om de dubbele melkprijs te betalen, heeft de boer minder koeien nodig en wordt er minder mest verspreid. Dan kan het wel. Omdat De Onlanden een drassig gebied is, is een combinatie van natuur en waterberging wel mogelijk. Dankzij die waterberging houdt de stad Groningen droge voeten. De Onlanden biedt 3000 hectare waar het water vrijelijk mag overstromen . Als die ruimte er niet zou zijn, krijg je last van overstromingen op plaatsen waar je dat niet wil’, weet Sips die zegt dat er veel bereikt is op het gebied van biodiversiteit en natuurontwikkeling. ‘Afgelopen jaar zijn door onze vrijwillige vogeltellers maar liefst 110 verschillende soorten broedvogels waargenomen. De Onlanden heeft zich ontwikkeld tot één van de belangrijkste vogelgebieden van Nederland. Ook komen er veel zeldzame en bijzondere vogels voor. Vogelliefhebbers komen van heinde en verre om vogels te spotten. De Roerdomp, de Karekiet, de bruine Kiekendief en de Visarend leven allemaal in het gebied. Het meest bijzondere is de terugkomst van de otter. De Onlanden is een kerngebied geworden voor de verspreiding van otters. De Onlanden ligt op het kruispunt van zuid-noord het Drentse beeksysteem van brongebied tot aan het Wad, en oost-west de natte laagveengordel tussen de Groninger klei en het Drentse zand. Daardoor vormt De Onlanden een belangrijk knooppunt in het leefgebied van de otter.’ Niet iedereen is even gelukkig met de otter. Onlangs is een avontuurlijke otter een woonwijk ingetrokken om daar een met vis gevulde vijver leeg te eten. ‘Dat zegt veel over het reukvermogen van de otter. Op een kilometer afstand ruikt hij vis, otters beschikken over een extreem goed reukvermogen. Mensen met vijvers, grenzend aan het Onlandengebied moeten de vijver goed afschermen.’


Ook is de bever nuttig, weet Sips. ‘Sinds vorig jaar is de bever gezien in De Onlanden. Hij zorgt er met zijn geknaag voor dat stukken natuur open blijven. De bever zorgt voor structuur, anders zou alles dichtgroeien. Zo wordt het landschap aantrekkelijker en komt er plaats voor meer soorten dieren.’ Men hoeft overigens niet bang te zijn voor schades, stelt Sips. ‘Bij de inrichting van De Onlanden zijn de dijken expres zo breed gemaakt, dat geen bever daar doorheen komt. En jazeker, je had De Onlanden ook als landbouwgrond, van overigens slechte kwaliteit, kunnen behouden. In noodgevallen had je dan het water in kunnen laten stromen over het boerenland. Dan had je wel steeds opnieuw de ontstane schades moeten betalen. Wat ik wil benadrukken is dat geen enkel grondeigenaar gedwongen is geweest om het gebied van De Onlanden te ontruimen. Dat is allemaal op vrijwillige basis gebeurd. Eigenlijk hoor ik vrijwel uitsluitend enthousiaste verhalen over De Onlanden. Het is een ongekend succesverhaal. Wie nieuwsgierig is naar de waarnemingen in het natuurgebied, kan deze vinden op www.deonlanden.nl. 

|

UIT DE KRANT