‘Gemeentebestuur Roden in Oorlogstijd’

Gemeente Noordenveld

Op 13 april 1945 reden de geallieerde voertuigen de oude gemeente Roden binnen. Volgende week maandag op de kop af 70 jaar geleden...Tekenen van bevrijding... Voor het grootste deel der bevolking een dag van grote vreugde. Een minderheid vreesde het ergste. Het foute deel der bevolking hield zijn hart vast. Wat stond hun te wachten? Ze hadden hun zaakjes alvast goed geregeld. Kort voor de bevrijding had er koortsachtig overleg plaatsgevonden tussen het foute gemeentebestuur en een paar vertegenwoordigers uit de bevolking verenigd in een soort commissie. De onvermijdelijke wethouder in oorlogstijd, Roelof Deodatus Pzn, en de gereformeerden, onder aanvoering van meester Troelstra. Zij kwamen met het onzalige idee om met de foute burgemeester Spijkerman om de tafel te zitten en met de kopstukken van de plaatselijke NSB... Allen daar aanwezig vreesden een soort bijltjesdag richting foute Roners. .. Geen wonder, want de bezetters waren als beesten te keer gegaan met overtuiging geholpen door foute Roners... Er werden twee plakkaten op een lantaarn aangeplakt met vrijwel dezelfde tekst. Die luidde: blijft rustig, doe geen onverantwoorde dingen... kortom, neem geen wraak... Dat werd ook wel uitgevoerd, want op enkele incidenten na bleef wraak achterwege. Een wonder eigenlijk want veel waardevolle ingezetenen waren omgebracht of weggevoerd met onbekende bestemming. De meesten zouden ook niet meer terugkeren. Vermoord in de beruchte kampen... Waarom was het lantaarnpaalplakkaat dan zo’n onzalig idee? Wel simpel vanwege de gevolgen. Inderdaad, de NSBers en hun familie werden redelijk behandeld. Zonder meer. Maar verder was het de aanzet tot een ordinaire machtsgreep.  Socialisten en communisten, voor zover ze de oorlog overleefden werden bij het besturen der gemeente Roden buiten de deur gehouden. Deodatus en Marius Vroom namens de AR maakten een klein halfjaar de dienst uit. Totdat het toenmalig militair bestuur van Nederland ingreep en in Roden een Noodgemeenteraad instelde. Daarin was Deodatus geweerd. Ook de gereformeerden bleven hier buiten dit gemeentebestuur... Uit protest, zoals ze verklaarden over de gang van zaken... Deze misplaatste solidariteit met de weggezuiverde Deodatus kwam ze duur te staan... .Na de eerste vrije gemeenteraad verkiezingen in 1946 vielen zowel de AR als Deodatus, die door de liberalen aan de kant was gezet, maar door Gemeentebelangen liefdevol in de armen gesloten, af... Als eerste in Nederland kreeg Roden een links gemeentebestuur. Het bestond uit de wethouders Hendrik Hagenauw, de gebochelde uit de Kanaalstraat van de PvdA, en de sterk vermagerde uit de kampen teruggekeerde verzetsstrijder Jan Piek namens de CPN. Tot groot afgrijzen van zwiene Roelof Deodatus.  In niet mis te verstane bewoordingen kregen Hagenauw en vooral Jan Piek ervan langs. Jan Piek was volgens Deodatus nog fout “in de concentratiekampen”... Bij Deodatus was dat opmerkelijk. Was hij niet degene, die toen Wolter Aalders,  Hendrik Otter en dezelfde Jan Piek allang afgevoerd waren naar de kampen op 19 november 1941, optrad als een soort ceremoniemeester ten gemeentehuize voor de installatie van de vorige NSBburgemeester Bruininga... de ook toen al bekende dokter JAA Pieters had per pamflet nog wel zo opgeroepen tot een boycot van de installatie... Deodatus “presideerde” deze installatie, staat letterlijk in de weinige in oorlogstijd net niet verbrande en bewaard gebleven notulen. De rest is door de tweede NSBburgemeester Spijkerman zelf verbrand onder toeziend oog van ceremoniemeester Deodatus. Wolter Aalders en Hendrik Otter overleefden Neuengamme niet. Ook veel op eerste kerstdag 1944 opgepakte verzetsstrijder in hetzelfde kamp Neuengamme evenmin. Alleen dokter Pieters en zijn buurman Mans Kok overleefden dit kamp in deerlijk toegetakelde staat. Dokter Pieters werd nog gevraagd net teruggekeerd zitting te nemen in de beruchte commissie. Toen hij hoorde, dat Deodatus er achter zat bedankte hij voor de eer. Met Jan Piek overleefde boer Jacob Dijk van de Zulte het kamp Buchenwald.  In tegenstelling tot zijn buurman Deodatus was hij vol lof jegens Jan Piek. Die schonk hij een geslacht zwijntje als dank... Het was ongeveer het enige wat Jan Piek kreeg. Deze opmerkelijke man werd in eigen omgeving nauwelijks geëerd. .. Oorzaak was weer die Deodatus. Die had na de oorlog een fikse smerige campagne opgezet tegen Jan Piek. Dat hielp. De door Buchenwald verzwakte Jan Piek kwam niet aan een tweede termijn toe. Dezelfde Deodatus volgde hem op, samen met de AR. Als Deodatus later zijn vele jubilea vierde en met geschenken overladen werd... was het halve jaar, dat hij buiten de raad wegens collaboratie werd gehouden buiten beschouwing gelaten. Er is een plantsoen naar hem genoemd... Naar Jan Piek de kleine man, wiens daden in de oorlog, ook ervoor en erna groot waren... nog geen simpel steegje. Roden in en na de oorlog. Het blijft een sinister verhaal. Met al die hele of halve foute dorpsgemeenschap,  die het niet aandurfden aanmerkingen te maken jegens de grote Deodatus. Wiens geslacht dik tweehonderd jaar de dienst uitmaakte in dat armzalige dorpje Roden. Ben ik te onverzoenlijk jegens Deodatus en te vriendelijk jegens Piek? De zaken die ik beschrijf zijn te vinden in het gemeentearchief van Noordenveld. Ook bij het NIOD ben ik te rade gegaan. Talloze goede en foute mensen heb ik geïnterviewd.  Eentje wil ik nog vermelden. Daar heb ik heel wat teksten aan te danken. Oud gemeentebode Jurrie de Vries. Ik mis hem...

UIT DE KRANT