Gezellig, tuurlijk. Maar al die plas op de perenboom en de trilsensatie op het toilet, mwah…

|||
||| Foto: |||
actueel
Wonen aan de Brink, hoe is dat tijdens de Rodermarkt?
RODEN – Wonen aan de historische Brink in Roden. Zo lekker gemoedelijk rondom de oude Catherinakerk, terwijl Ot en Sien vanaf hun vaste plek onder de grote beuk je woonkamer binnen koekeloeren. Aan de voorkant midden in het leven, aan de achterkant privacy in een heerlijke dorpstuin. Als je zo woont heb je een goddelijk plekje, of niet dan? Maar hoe is dat tijdens de Rodermarktweek, willen we als redactie van de Krant wel eens weten. Is het dan allemaal nog zo gezellig met al die hoempapa en hysterisch geriedel van de kermis voor de deur? We maakten een rondje. Allereerst bellen we aan bij het royale huis naast de kerk, die van de 91-jarige Stien Meijer- Scheepstra.
Dochter Jantien, die de Portugese Algarve even ontvlucht is voor een bezoekje aan haar hoogbejaarde moeder, zwaait de deur open. ‘Kom verder. Zal ze leuk vinden. We zitten net even te vergaderen. Moeder is jarig vrijdag, we nemen even de laatste dingen door. Stien Scheepstra zit in een stoel achter haar laptop. Ze wil graag meewerken aan het item van de Krant. Niemand kent Rodermarkt immers beter dan zij. In 1925 is ze in de woning aan de Brink geboren, vertrok in 1957 voor 30 jaar naar Spijkenisse en keerde in 1987 terug op haar oude nest. De keukentafel ligt bezaaid met kranten, DvhN, NRC, de Krant. Hoewel 91, Stien pluist ze helemaal uit. Wil weten wat er in de wereld gebeurt. “Leuke krant trouwens, de Krant. Lees altijd eerst dat politieke verhaal van Geert Willems. Weet je, z’n hele familie ken ik. Ze kwamen hier vroeger altijd in de winkel. Mevrouw Scheepstra –familie van dé Hindericus Scheepstra van de gelijknamige school, nu kabinet- ratelt maar door. Koffie? Zullen we buiten zitten? Eerst laat ik je mijn museum nog even zien. We hadden hier vroeger een kruideniers- en een cafébedrijf”, vertelt ze terwijl ze achter haar rollator haar ‘museum’ in het midden van de woning binnenschuifelt. De ouderwetse toonbank, dito weegschaal en de kast met talloze laatjes waar ooit losse koffie en suiker in hebben gezeten staan er nog alsof ze gisteren gebuikt zijn. “Hier maakte opa vroeger de boodschappen klaar om ze met paard en wagen te bezorgen”, weet Jantien zich nog feilloos te herinneren. Eenmaal op de houten tuinbank achter het huis heb je met het zicht op de langgerekte fruitgaard geen idee meer dat je je midden op de Brink bevindt. Nadat Stien nog een kandidaat voor de Krant’s Powervrouwen heeft aangedragen -“Vroukje Hartlief, (oud-wethouder en mede-Brinkbewoonster, red.) die moet je vragen! Ze doet alles vanuit kalmte. En ondanks dat ze al op leeftijd is, zit ze nog overal in”-, willen we toch echt even naar de essentie van het verhaal: wonen aan de Brink tijdens de Rodermarkt. “We waren met het café afhankelijk van de Rodermarkt! Een bron van inkomsten was het. We reden de biertappen naar buiten, de smartlappen gingen aan. Ik ben de laatste die daar tegen gaat ageren”, roept mevrouw verzekerd. “Natuurlijk is er ook wel eens ergernis. Dan zitten hiervoor een paar jongens die heel harde muziek draaien. Dan ga ik er heen. Dan zeg ik: je zal wel denken, dat oude wijf. Jongens, iedereen wil hier graag genieten. Even met elkaar kunnen praten. En dat lukt niet als jullie de muziek hier zó hard hebben. Dat  accepteren ze meteen. Hadden ze m’n man niet moeten hebben trouwens. ‘Als jullie die bassen niet zachter doen, knip ik de boel door met de heggenschaar’, zou hij gezegd hebben. Wij vonden als meisjes de kermis gewéldig”, weet mevrouw Scheepstra zich te herinneren. De variététent van de familie Andries,  die stond waar nu de Italiaan zit. Daar waren we vaak te vinden. Er waren Arabieren die acrobatische toeren uithaalden. En die dochter kon koorddansen, de schoondochter danste op spitzen. Prachtig. Met vriendinnen gingen we in de cakewals van de familie Riddering. En als het dan woensdagavond was, de kermis over was , zeiden we tegen elkaar: wat is er nou nog aan het leven?”
Ook de overburen van mevrouw Scheepstra, Didi en Geert Weistra weten niet beter. Zij hebben het reuzenrad of de bank (dat verschilt per jaar) bijkans in de woonkamer staan. Rodermarkt betekent voor hen ruim anderhalve week ingesloten zitten. De eerste vrachtwagens strijken zondagmiddag al op de Brink neer om pas de week erop op woensdagavond of donderdagochtend te vertrekken. Met een sleutel moeten de Weistra’s de paaltjes van het slot draaien, anders kunnen ze het erf van hun monumentale boerderij tegenover de kerk niet af. “Het is leuk, maar ook afzien, moet ik eerlijk zeggen”, begint Didi die ook koster van de kerk is. “We vinden het geen feestje, maar doen er ook niet moeilijk over. Nee, weggaan doen we ook niet. Samen willen we de optocht even zien en ik ga graag even met vriendinnen op stap. En bovendien als je weggaat, weet je niet wat er om je huis loopt. We laten het lekker over ons heenkomen. Als je je er aan ergert, heb je er het meeste last van. Tuurlijk zeggen mensen wel eens tegen ons: slaap je wel? Daar wen je aan. We deinen mee op de muziek en vallen zo in slaap. En trouwens, de muziek van de kermis is nog het ergste niet. Dat is meestal om één uur wel afgelopen. De muziek in de feesttent gaat door tot een uurtje of vier. Weet je wat wel een puntje is? Dat er hier nergens geplast kan worden. Hoe doen die kermisexploitanten dat, vragen we ons wel eens af. We hebben de mevrouw van de bank al eens de sleutel van De Deel gegeven. Omdat ze bijna moest bevallen moest ze heel vaak plassen.” Achter de kerk is een geliefde plasplek, weten de Weistra’s. Net als de perenboom in hun tuin. “We hopen altijd op een beste bui regen na Rodermarkt. Het stinkt namelijk verschrikkelijk. En weet je wel hoe slecht die urine is voor de muren van de kerk?” Wellicht een puntje voor op de raadsagenda, een toiletunit op de kermis. Kost misschien een paar honderd, de muren van de kerk schoonspuiten is duurder. Bovendien is lof van vele ouders verzekerd: want waar moeten ze zo snel naar toe als hun kroost van pure opwinding in het broekje dreigt te plassen? ‘Nieuwkomer’ Marleen Rademaker –vrouw van Gerry Poster van Bruna- vindt het allemaal prima. Voor het derde jaar nu, bewoont de familie het huis met de karakteristieke rood-witte luiken. Marleen geniet van al die gezelligheid. “We fietsen ’s ochtends over de kermis naar school. Kunnen overal lopend naar toe. Dat is fantastisch toch, voor kinderen? En voor onszelf trouwens ook.” Op niemand is ‘kruipend naar huis’ meer van toepassing dan de bewoners aan de Brink, lijkt ons. Je loopt in ieder geval geen risico dat je dronken van je fiets valt.
Van de Weistra’s naar de overkant van de straat. We willen wel even weten hoe het Vroukje Hartlief bevalt in haar fraai gerestaureerde woning aan de Brink. Haar statige koningsblauwe A6 staat te glimmen op de oprit, dus ze is thuis zou je denken. Helaas, niets is minder waar. Vast op het Ronostrand van dochter Gieneke, waar het met de aanhoudende hitte heerlijk toeven is onder de bomen op het riante terras. We wandelen naar Frank Been, die een paar huizen verderop woont. Die is niet thuis maar zijn zoon, die wel thuis is,  loopt gewillig mee naar de achterdeur van de gelijknamige zaak aan de Schoolstraat. Daar is Frank te vinden, weet hij. Op de vraag hoe hij de Rodermarkt beleeft te midden van het episch centrum, slaat Frank z’n handen voor de ogen. “Tja…. Wat moet ik zeggen? Als je het mij vraagt moet die hele Rodermarktkermis eens op de schop. Ik weet niet beter dan dat het er staat zoals het er altijd staat. Een beetje vernieuwing kan geen kwaad”, begint de ondernemer die grossiert in woninginrichting nog tamelijk kalm. Frank stelt attracties voor uit de jaren vijftig of zestig. “Van die hele oude. En zet helemaal vooraan, op de plek van de patatboer een dj, dan heb je een heel andere kermis, daar ben ik van overtuigd,” oppert Frank, die even later ter plekke nog een veel briljantere optie te binnenschiet. Want kermis op de Brink is verre van ideaal, vindt hij als hij heel eerlijk is. “Alles is afgesloten. Hoe zit het met de hulpdiensten als hier iets gebeurt? Wanneer iemand omvalt? Of de kerk in de fik staat? Hier kan helemaal niemand langs. Levensgevaarlijk. Ik vraag me echt af hoe het zit de verordening voor hulpdiensten. Een mierennest is het. Verplaats de kermis maar naar de Albertsbaan. Zet al die attracties mooi in een cirkel met in het midden een biertap. Moet jij eens opletten hoe druk dat wordt. En het is voor ons als bewoners aan de Brink ook echt niet zo prettig. De horeca mag hele nacht door lawaaien, en slaap je eindelijk , zit je om half zeven rechtop in bed door het geluid van de bladblazers. En wij moeten alles maar normaal vinden. Was er voorheen nog een verordening voor het maximale decibellen, nadat Geert wolters is opgestapt zijn de normen weer omhoog gekrikt. Het is heel gewoon dat de ramen staan te resoneren in de sponning. En die trilsensatie op het toilet, ook zo gewoon. Tuurlijk, het is een happening. Ik ga zeker niet zeggen dat ze het moeten verbieden. Maar de kermis een keer op een andere manier bekijken is niet verkeerd”, aldus Been.

 
 
 
|||
|||
|||

UIT DE KRANT