‘Gezelligheid, cadeaus en kalkoen? Van 75 euro per week?’

|
| Foto: |
actueel

Noordenveld verwijst niet langer door naar GKB, schulddienstverlening via de Noordenveldwerker

NOORDENVELD – Inwoners van de gemeente Noordenveld kunnen met vragen over financiën en schulden vanaf 1 januari 2016 terecht bij de Noordenveldwerker. De gemeente heeft ervoor gekozen om binnen de ‘Toegang Noordenveld’ schulddienstverlening te bieden. ‘ Wij denken dat we hiermee de drempel voor mensen verlagen om hulp te vragen bij hun financiële problemen en schulden. Schulden maken inwoners kwetsbaar. Kwetsbaar in het meedoen aan de samenleving, kwetsbaar in zelfredzaamheid en eigen kracht. Het welzijn en de gezondheid van mensen kan hierdoor bedreigd worden en dit willen wij verhelpen’, zegt wethouder Alex Wekema. Ondertussen blijft landelijk gezien het aantal mensen met schulden groeien. De lasten stijgen, het inkomen daalt of stijgt al jarenlang niet genoeg mee.

Leonie is 34 jaar. Ze woont in Roden. Leonie is een alleenstaande moeder met twee kinderen. Meisjes. Na jaren en jaren van ploeteren, nét rond kunnen komen en het ene gat met het andere gat vullen, zocht ze hulp. Sinds een klein jaar helpt het GKB haar. Aan de ene kant voelt dat goed, aan de andere kant is dat loodzwaar. Goed omdat er geen (of: minder) deurwaarders aanbellen en er niet dagelijks post op de mat valt, zwaar omdat van 75 euro per week rondkomen met opgroeiende kinderen allesbehalve meevalt. Behalve financieel, heeft ze het ook psychisch zwaar. ‘Ik heb steeds het gevoel dat ik m’n kinderen tekort doe. Lang niet alles kan. En dat terwijl je ze alles wilt geven. Dat maakt verdrietig. Helemaal omdat ik bijvoorbeeld geen schulden bij een postorderbedrijf heb of van een creditcard. Het is in mijn geval een toevallige samenloop van omstandigheden geweest. En ja, ik had eerder aan de bel moeten trekken. Ik wilde het echter te lang op eigen kracht doen. Het was mijn probleem en dus wilde ik het ook zelf oplossen. Tot het moment waarop je inziet dat het echt niet langer kan. En dan is het eigenlijk al te laat.’
Leonie belde het GKB. Er vond – na een week of zes pas- een intakegesprek plaats. Alles moest op tafel. Simpel gesteld neemt het GKB – Gemeentelijke Krediet Bank- vervolgens contact op met bedrijven en instellingen die nog geld van Leonie moesten zien. Er wordt door de GKB een voorstel gedaan en gaat iedereen akkoord, pas dan kan een schuldsaneringstraject ingezet worden. Liggen bedrijven dwars, dan kan sanering overigens alsnog via de rechter afgedwongen worden. ‘Ik heb een schuld van 15.000 euro. ‘Gelukkig’ ging in mijn geval iedereen akkoord en is er een regeling getroffen. Dat betekent wel dat ik me voortaan moet redden van 75 euro per week. De GKB krijgt m’n inkomen en betaalt de vaste lasten. Ik hoef zelfs niets te doen. Rondkomen lukt, maar ik kan niets extra’s. Ik zie op tegen de feestdagen. Tegen Sinterklaas. Tegen de verjaardagen van m’n kinderen. Zelf zou ik heel lang op een houtje kunnen bijten, maar m’n twee dochters verdienen alles. Ik wil niet dat ze ook maar iets tekort komen.’
Nachtenlang lag ze wakker. Tranen met tuiten. Gevoel van schaamte. Alsof aan haar gezicht af te lezen was dat ze schulden had. De straat durfde ze amper nog op. Ze moest uitkienen wat ze in de goedkoopste supermarkt kocht. ‘Je wilt graag schoon schip maken. Dat betekent wel dat je met de billen bloot moet. Tegen je vrienden, op school. De bijdrage voor de schoolreis bijvoorbeeld, dat kan ik er niet bij hebben. Ik heb aan 75 euro per week net voldoende om elke dag eten op tafel te kunnen zetten. Maar verder moet er niets gebeuren. Ik ben extreem zuinig met waspoeder. Want dat kost relatief gezien veel geld. Ik heb nog een autootje. Daar moeten straks echt andere banden om. De auto moet bovendien gekeurd worden. Ik heb een heel klein beetje reserveringsgeld bij het GKB, maar niet genoeg. Daar lig ik nu dus al wakker van. Ik ben bang dat de auto weg moet. De televisie zet ik in december liever niet aan. Het is allemaal eten, uit eten, gezelligheid en cadeaus. En nogmaals: ik heb het zelf gedaan. De schuld staat op mijn naam, maar dit is een beproeving hoor. Het gevoel dat je faalt. Elke dag maar weer. Nooit kun je spontaan iets leuks voor de kinderen meenemen. Kinderbijslag? Klopt, dat krijg ik wel gewoon. Maar dat geld ben ik echt nodig om kleding voor m’n kinderen te kopen. Dat is geen extraatje. Dat geld ben ik echt nodig. Voor m’n meiden is het ook sneu dat zoals als op vakantie gaan er niet bij is. zeker als ze weer naar school moeten en het merendeel van de klas enthousiast vertelt over de vakantie in het buitenland.’
Laat duidelijk zijn: Leonie wil geen medelijden. Ze ondergaat het en schetst een realistisch beeld van de werkelijkheid. Drie jaar lang. 156 weken met 75 euro per week. Net genoeg voor een tank benzine. ‘Het is zoals het is. Het is aftellen. Na drie jaar heb ik een schone lei. Dan gloort er licht aan het einde van de tunnel. Nu is het afzien. Echt afzien.’
Leonie is blij met het GKB, hoewel ook daar best nog wel het een en ander mis gaat. Krijgt ze haar geld ineens niet op de vaste dag, de maandag. ‘Voor mij is dat een ramp. Ik moet dan echt naar de winkel. Heb dan niets meer.’ Ook ergert ze zich aan bedrijven/deurwaarders die ondanks het feit dat ze op de hoogte zijn, toch proberen geld binnen te harken. ‘Je hebt deurwaarders die alle registers opentrekken. Die bij wijze van spreken beslag leggen op één euro. Ze blijven komen. Houden zich van de domme. Natuurlijk hebben ze recht op hun geld, heel menselijk is het allemaal niet. En telkens sturen ze iemand anders. Steeds maar weer proberen.’

In de drie jaar dat ze in de sanering zit, mag Leonie geen nieuwe schulden maken, hoe klein dan ook. Doet ze dat wel, dan gaat er een streep door de sanering. Frequent moet ze haar bankafschriften laten zien en haar ex-vriend weigert alimentatie te betalen. ‘Snap je dat ik niet bepaald zin in de feestdagen heb? Wrang is gewoon dat ik altijd gewerkt heb. Het maximale gedaan heb om het hoofd boven water te houden. Ik heb geen dure horloges gekocht of vakanties geboekt. Ik heb pech gehad en heb m’n problemen pas laat onder ogen willen zien. Aan het einde van de maand kwam ik telkens een week geld tekort. Dan ga je betalingen spreiden. Dan laat je die nota een keer liggen, dan weer een ander. En dan besluit je toch maar iets voor je kinderen te kopen. Die wil je ook graag zien lachen. In je achterhoofd weet je dan al dat dit je ooit op gaat breken, maar toch. Ben ik dan een slecht mens? Nee toch? Maar zo voel ik me op dit moment wel.’
Mensen die na 1 januari 2016 hulp zoeken, worden door Noordenveld dus niet meer standaard doorverwezen naar het GKB, hoewel de gemeente later wellicht wel een beroep doet op die instantie. ‘Binnen het team van de Noordenveldwerkers is er een expert op het gebied van financiën en schuldproblematiek’, legt Wekema uit. ‘Hij denkt met de inwoner mee over hoe de schuldproblemen het beste aangepakt kunnen worden. Hij kan bijvoorbeeld een advies geven over hoe de inkomsten en uitgaven in balans gebracht kunnen worden, of hij regelt een verwijzing voor een schuldregeling of budgetbeheer. Daar waar nodig kan hij ook andere hulpverlening erbij halen om tot oplossingen te komen die passen bij de inwoner in zijn of haar situatie. We hopen op deze manier sneller en beter van dienst te kunnen zijn,’ zegt wethouder Wekema. ‘Mensen die doorgestuurd werden naar het GKB moesten vaak (te) lang wachten. De intake via de Noordenveldwerker kan meer voordelen bieden. Er kunnen meer partijen bij aanwezig zijn, meer instanties. Want nogmaals: schulden maken inwoners kwetsbaar’, laat Wekema weten. ‘ Het is overigens echt dienstverlening’, vervolgt de wethouder. ‘Mensen blijven verantwoordelijk voor hun eigen situatie. Ze moeten het zelf doen, maar kunnen daarbij wel een beroep doen op de kennis en kunde van de Noordenveldwerker.’
Leonie is dus aardig op weg. Nog twee jaar. Nog iets meer dan honderd weken. Met verbazing bekijkt ze soms wel eens haar persoonlijke pagina op de site van de GKB. Ze kan inschatten met welk bedrag een schuldenaar genoegen neemt, terwijl ze voor ze hulp bij de GKB zocht, bereid was meer af te betalen. ‘Met de GKB wil men wel zaken doen. Als zij contact opnemen, dan legt dat meer gewicht in de schaal. Het blijft soms bizar hoor. Hoe bedrijven zich opstellen. Hoe star ze zijn. Uiteraard hebben ze recht op hun geld. Dat staat als een paal boven water. Nu krijgen ze echter maar een schijntje. Snap jij dat?’
Over schulden gesproken. In 2015 bleken meer 45-plussers in de problemen te komen, ook in Drenthe en dus ook in Noordenveld. Ook de gemiddelde schuld steeg: van 33.500 euro naar 37.700 euro. In veel gevallen is de reden van de schuld helder en logisch: het besteedbaar inkomen is te laag om nog aan de financiële verplichtingen te kunnen voldoen. Landelijk gezien heeft zelfs één op de vijf huishoudens risicovolle schulden. De drempel om hulp te zoeken blijft echter hoog. Pas als huisuitzetting dreigt, er geen stroom en stromend water meer is, pas dan wordt hulp gezocht. Instanties blijven aandringen om eerder aan de bel te trekken, aan de andere kant kan slechts iets meer dan de helft van de mensen ook daadwerkelijk geholpen worden. Kortom: van schulden ben je niet zomaar af. Integendeel.
Leonie viert Eerste kerstdag bij familie, die elders in het land woont. Zelfs die weten niet van haar schulden. ‘Ik heb leren acteren. Speel toneel. Met mij gaat alles prima. Zogenaamd dan, hè. Maar wat ben ik blij dat ik nog net genoeg benzine heb om die kant op te gaan. Weet ik zeker dat de kinderen een leuke dag hebben en eindelijk eens weer iets bijzonders op hun bord krijgen. Dat is de realiteit. Zo is het. De toekomst? Die begint voor mij eind 2017. Met een schone lei. En hopelijk met ietsje meer dan 75 euro per week.’
Hoewel de nabije omgeving van Leonie van haar problemen weet, wilde ze liever niet op de foto en met haar achternaam in de Krant.

KADER:
Groningen investeert in armoedebestrijding
De provincie Groningen trekt de komende jaren opnieuw geld uit voor de bestrijding van armoede. Het gaat om een bedrag van 90.000 euro per jaar van 2016 tot en met 2019. Daarnaast gaat naar Humanitas, de Stichting Leergeld en het Jeugdsportfonds jaarlijks een subsidie van in totaal 160.000 euro.

UIT DE KRANT

Lees ook