‘Het beleid is er niet op ingericht om vluchtelingen in huis te nemen’

Afbeelding
actueel

Helmuth Sader vangt familie uit Oekraïne op


RODEN – Rodenaar Helmuth Sader trekt aan de bel. Samen met zijn Oekraïense vrouw Oksana vangt hij zijn schoonmoeder, de nicht van zijn vrouw, haar driejarige dochter en een achternicht op. Zo goed en zo kwaad als het kan proberen ze financieel de touwtjes aan elkaar te knopen. Gemakkelijk is dat niet, want vergoeding vanuit het Rijk is er niet. Hij wil mensen waarschuwen voordat ze besluiten om vluchtelingen privé op te vangen. Ook ervaart Sader gesteggel bij de inschrijving bij de gemeente en bij scholen.


Mensen moeten niet al teveel verwachten wanneer ze hun woning openstellen voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen. Dat is de duidelijke boodschap van oud-Leekster Courant-directeur Helmuth Sader uit Roden. ‘De overheid wil het liefst dat zoveel mogelijk vluchtelingen in groepen bij elkaar op centrale plekken worden opgevangen’, begint Sader. ‘In Roden is Fletcher hotel Langewold daarvoor gereed gemaakt. De reden is dat het op deze manier gemakkelijker is om onder andere onderwijs, en zorg te faciliteren. Als een kudde schapen worden ze bij elkaar gebracht om de boel beheersbaar te houden. Wij zijn er geweest. Keurige kamers verder, dat is het niet. Maar voor kinderen is er niets te doen. Ze hebben geen mogelijkheden om lekker te spelen. Schommels of andere speeltoestellen zijn er niet. De opvang wordt gefaciliteerd en betaald door de gemeente. Als gewone burgers mensen op willen vangen, lopen ze tegen allerlei regelgeving aan. Landelijk is vastgelegd dat iedere volwassen vluchteling 60 euro leefgeld per week krijgt, voor kinderen is dat 20 euro. Volwassenen die in bij een gastgezin verblijven ontvangen 75 euro per persoon per week extra. Die laatste regel is niet bekend bij de gemeente. De voorwaarden voor datgene wat het gastgezin toekomt moeten nog worden gedefinieerd. Dus dat de gemeente zegt blij te zijn met mensen die vluchtelingen willen opvangen, gaat er bij mij niet in. Van ruimhartigheid is geen enkele sprake. Het beleid is er niet op ingericht.’


In de praktijk betekent het dat Sader en zijn vrouw opdraaien voor alle extra kosten. En dat is gezien de hoge energieprijzen en de boodschappen die flink duurder zijn geworden op z’n zachts gezegd pittig. ‘We moeten op dit moment ons spaargeld gebruiken om de kosten te kunnen betalen. Gelukkig leven mensen in onze buurt mee en bieden spontaan spullen of soms geld aan. Onze schoonzoon die in Japan woont, heeft duizend euro overgemaakt. Hartverwarmend allemaal.’


Inschrijven ingewikkeld


De hoge kosten is niet het enige waar Sader tegenaan loopt. ‘Kinderen tussen de 5 en 16 jaar zonder verblijfsvergunning hebben recht op onderwijs. Ze kunnen worden aangemeld bij iedere school in de gemeente. De praktijk pakt anders uit. Basisscholen en voortgezet onderwijsscholen vragen een BSN-nummer bij inschrijving. Die is er niet en verwijzen daarom door naar de gemeente. De gemeente verwijst op haar beurt door naar de school.’ Inschrijving bij de gemeente van de vier familieleden verliep uiterst moeizaam, vertelt Sader. ‘Formulieren zijn in het Russisch, de taal die in een groot deel van Oekraïne niet gesproken wordt. De formulieren zijn bovendien vreselijk ingewikkeld. Ook de ambtenaren bij de gemeente heen geen idee. Zo moet vermeld worden of iemand getrouwd of gescheiden is, wanneer, van wie en hoe lang het huwelijk heeft geduurd. Idioterie. Maar wat ontbreekt is het beroep. Juist uiterst belangrijk, des te sneller ze hier aan het werk kunnen. Ze willen allemaal graag wat doen.’


Sader houdt rekening met opvang voor langere tijd. ‘Marioepol is voor 80 procent verwoest, Kiev voor veertig procent. Hoe moeten ze terug? Het duurt jaren voordat die steden weer opgebouwd zijn.’

UIT DE KRANT

Lees ook