‘Het contact met mensen is het meest mooie van alles’

Afbeelding
actueel

Coördinator, VOR-chauffeur én schrijver Herman de Koning over het ouderenvervoer in Noordenveld


RODEN – Een duizendpoot, zo kun je Herman de Koning zeker noemen. Al elf jaar bestuurt hij de VOR-bus, sinds negen jaar is hij ook coördinator bij Vervoer voor Ouderen Noordenveld in Roden. Hij zit namens de coördinatoren in het bestuur, is voorzitter van de coördinatoren en heeft een boek geschreven met reisverhalen van zijn passagiers. En dat is nog lang niet alles. Herman is ook nog vrijwilliger bij de Jaarbeurs, de Havezate Mensinge, het Koetshuis en de Cinema van de Winsinghhof. Hoog tijd voor een gesprek met deze ambitieuze vrijwilliger met een groot sociaal hart.


Woensdagmiddag 12:00 uur, boekingskantoor VOR in Vasalis. Niet de werkplek van Herman, wel een prima plaats om af te spreken voor het interview. Het Centraal Boekingskantoor (CBK) waar onder anderen zijn partner Angela Vonk achter de desk zit sluit om 12:00 uur. Elf jaar geleden belandden Herman en Angela vanuit het Westen in Roden. Uitvoering van een belofte die ze zichzelf hadden gedaan: wanneer we met pensioen gaan, zoeken we de rust op, verkassen we naar het Noorden. “We woonden in Nootdorp en werkten in Rotterdam. Altijd hectiek en drukte in de Randstad. Ik werkte bij de Nederlandse Spoorwegen, in de techniek (energievoorziening). Toen mijn werkzame periode erop zat, zijn we naar het Noorden vertrokken. Onze dochter woonde er. Verder kenden we niemand. En wat doe je dan? Vrijwilligerswerk zoeken! Zo maak je snel nieuwe contacten. Angela kwam terecht bij het boekingskantoor van de VOR. Op dat moment waren er ook vacatures voor chauffeurs. Iets voor Herman? tipten collega’s mijn partner. Toen ben ik ingestapt. Inmiddels rijd ik al elf jaar op de bus. Sinds negen jaar ben ik dus ook coördinator als opvolger van Harry Poelstra die voorzitter werd en heb ik de taken van Harry overgenomen. We zijn met vier coördinatoren. Iedere bus heeft één coördinator en het CBK heeft er één.”


Elke coördinator voert onder andere gesprekken met kandidaat-chauffeurs. “Je moet echt iets met vervoer voor ouderen hebben, anders wordt het niets. Je moet een sociaal gevoel hebben, iets willen betekenen voor de samenleving en een beetje met ouderen en mensen met een beperking kunnen omgaan natuurlijk.” Lachend: “ Vinden we iemand geschikt, verzorgen we een opleidingstraject en laten we hem of haar twee dagen meerijden met een ervaren chauffeur en als laatste één dagdeel met de coördinator voor de laatste puntjes op de i. Bij de VOR hanteren we een leeftijdsgrens. Rijden op de bus kan tot 75 jaar. Dan stopt het. Nemen we officieel afscheid. Dat gebeurt ook als iemand om wat voor reden dan ook vroegtijdig moet stoppen. De coördinator bezoekt iemand thuis, met een bloemetje als dank voor de bewezen diensten. Ook bij een langere periode van ziekte gaan we op de koffie met een bloemetje.” Zelf hoopt Herman in april van dit jaar de leeftijd van 75 jaar te bereiken. Stoppen doet hij echter nog niet. Wegens een gebrek aan chauffeurs is er een jaar dispensatie verleend. “Een noodmaatregel. Daar heb ik gebruik van gemaakt. Als ik 76 word, is het klaar. Ook mijn werk als coördinator leg ik dan neer. Neem je afscheid, neem je afstand van alle werkzaamheden bij de VOR. Dat is zo afgesproken. Er is bewust een leeftijdsgrens getrokken. Als chauffeur heb je een hoop verantwoordelijkheid. De veiligheid mag nooit in het geding komen.”


Luisterend oor


Vergaderen, het onderhoud voor de bussen plannen, schadeherstel en zo nodig vervangend vervoer regelen, overzichten van het aantal vervoersbewegingen maken, inroosteren van de chauffeurs, nieuwsbrieven verzorgen, het beheren van de vacaturebank, chauffeuren én een luisterend zijn voor zijn passagiers. Herman is er bijna dagelijks mee bezig. Wat hem drijft, willen we weten. Een stilte volgt. Dan: “Het contact met mensen is het meest mooie van alles. De verhalen. Er zijn mensen die lief en leed delen met de chauffeur. Soms heftige verhalen over tragische gebeurtenissen. Bijna alle ouderen hebben een rugzak. Vaak is een luisterend oor genoeg. Wij zijn er niet voor de oplossing.” Herman wil er niet teveel op ingaan. Een aantal verhalen is ook te lezen in ‘We gaan op reis’, het boekje dat is uitgebracht ter gelegenheid van het 30-jarig jubileum van de VOR. “Gelukkig is er ook een hoop vrolijkheid. Mensen zijn blij dat ‘de bus’ ze komt halen. “Die dankbaarheid maakt mijn werk zo mooi”, zegt de vrijwilliger in hart en nieren. “Of ik de VOR straks ga missen? “Dat weet ik niet. Je stelt je ergens op in en bovendien: ik doe nog heel veel andere dingen. Bij de Jaarbeurs help ik bij de opbouw/inrichting, echt een feestje van drie weken met een geweldige groep mensen. Verder werk ik bij Museum Havezate Mensinge, het Koetshuis en bij Cinema de Winsinghhof. Ik heb twee jaar, met veel plezier, in het bestuur gezeten van de Kledingbank. Daar ben ik onlangs mee gestopt. Het werd me net een beetje te gek”, lacht Herman die ooit hoopt een boek te schrijven. “Dat is echt een wens, maar ik denk niet dat ik het kan. Ik kom er niet toe.” Wie zijn reisverhalen heeft gelezen weet wel beter. Schrijven kan Herman als de beste. We opperen voor NoordenveldPlus te gaan schrijven. Vier keer per jaar een mooi verhaal van Herman. Zeker weten dat we lezers daar een plezier mee doen. “Ik zal erover nadenken”, belooft hij.

UIT DE KRANT

Lees ook