‘Het dorpse, het ons kent ons, dat maakt werken hier zo leuk’

Afbeelding
actueel

 Ageeth Beuving-Poutsma al 48 jaar het vertrouwde gezicht bij bakkerij Ons Belang



PEIZE – “Ze heeft mensenkennis, is sociaal en altijd behulpzaam.” Zo typeren Carla en Marijan hun collega Ageeth Beuving-Poutsma, al 48 jaar het vertrouwde gezicht bij bakkerij Ons Belang in Peize. Eigenschappen die horen bij een beroep waar contact met klanten voorop staat.


Ageeth is nog maar 12 jaar als bakker Egbert Emmens haar vraagt om eens te komen helpen. Zo begint ze met oppassen op de kinderen van Egbert en Jantje, die samen de bakkerij bestieren en springt ze zo en dan bij in de winkel. “Ik was hier al gauw altijd te vinden. Kwam ik van school dan stak ik de straat over en vroeg ik of ze nog wat voor mij te doen hadden.” Hebben we het over Ageeth in jonge jaren dan zat ze óf in het jeugdhonk of was ze bij de bakker. “Ik vond het hier geweldig, kreeg 5 gulden op een zaterdag en voelde me zo rijk.” Ze bewaarde haar verdiende geld in een oud sigarenkistje.


Na de huishoudschool ging ze naar de INAS, maar ze merkte al snel dat de zorg niets voor haar was. Toen er een collega met zwangerschapsverlof ging, zag Ageeth haar kans schoon. En toen Egbert haar vroeg om bij de bakker hele dagen aan het werk te gaan, hoefde ze hier niet over na te denken. Even stopte ze, toen haar meiden werden geboren, maar inmiddels is Ageeth 48 jaar het vertrouwde gezicht in Peize bij het kopen van brood.


Wat ze zo bijzonder vond aan die begintijd? “Dat er zoveel broodventers waren.” De winkel was maar klein en dus gingen de jongens op pad, in de auto maar ook op de bakfiets, om de buitengebieden te bedienen. “Niet alleen met brood, maar ook met ranja, worst en eieren.” Ze herinnert zich ook Jannes de Weerd die met een karretje over de Es en door het Kortland liep en dat je voor een brood begin jaren ‘70 nog maar 1 gulden en 20 cent hoefde neer te tellen. Ze weet ook nog goed wie haar eerste klant was. “Rieks Talens kwam elke zaterdag om een tarwebrood en een ongesneden roggebrood.”


Dierbare herinneringen heeft Ageeth aan de tijd in haar jeugd dat ze samenwerkte met Fenny, dochter van Mans Ensing van het naastgelegen café. Als de venters aan het einde van de zaterdag terugkwamen was het een dolle boel. Zaten de jongens op de werkbank met een flesje bier en werd er veel plezier gemaakt totdat ze elkaar ’s avonds weer zagen als ze op stap gingen bij Boonstra. Een van de venters was Nico, die later haar man werd. “Buurjongen Reinder roept nog altijd dat wij elkaar hebben gevonden tussen de San Francisco’s in het koekjeshok”, lacht Ageeth.


Als ze nu met haar man door het dorp loopt, groet ze bijna iedereen. Als Nico haar vraagt wie het is, weet ze dat vaak, maar niet altijd. Wel weet ze dat het diegene is die bij wijze van spreken altijd twee volkoren koopt.


“Wat het werken hier zo leuk maakt? Het dorpse, het ons kent ons.” Ze vertelt over een mevrouw die nog niet lang in Peize woonde en niet wist dat de winkels tijdens Peizermarkt gesloten waren. Toen de dame bij Ageeth aan de kraam verscheen en ze liet weten dat ze nu geen koffiemelk had, loste zij het op. “Wij hebben hier wel, breng volgende week maar terug.” Voor die vriendelijkheid krijg je ook iets terug. Ze is nu een klant en vergeet dit nooit weer. Ageeth vindt het fijn dat je soms iets opbouwt met klanten en dat ze hun hart komen luchten. Huwelijken, geboortes en overlijdens, het wordt allemaal gemeld. “Als de kerkklokken vroeger om kwart over negen gingen dat wisten wij wie er was overleden.”


Op 1 maart 2018 is Ons Belang overgenomen door Van Esch uit Zevenhuizen. Hoewel ze erg blij is dat de bakkerij kon blijven bestaan, voor het personeel, maar ook voor de bevolking, moest ze wel wennen dat de vertrouwde geur van versgebakken brood ’s ochtends vroeg in het dorp verdween. Op de bio-producten na wordt nu alles gemaakt in Zevenhuizen. Dat hoort ze ook van de klanten terug. “Op tijd naar de bakker voor een nog warm brood, dat is niet meer.” Ook mist ze het sociale praatje tijdens het gezamenlijke koffiemoment met de bakkers. “We waren een hecht clubje met hen.”


Maar Ageeth voelt zich hier fijn en vertrouwd. “Ik hoor hier”, lacht ze. “Zelfs als ik vrij ben moet ik de winkel altijd vol hebben. Dan zie ik dat de gevulde koeken moeten bijgevuld. Dan moet ik mij beheersen om mij er niet mee te bemoeien.” Dat is Ageeth, vol passie, maar het besluit om geen teamleider meer te zijn was een goede keuze. “Geen roosters meer, geen vergaderingen meer, maar contact met de klanten. Dat is voor mij het allerbelangrijkste.” Zo geniet ze optimaal als ze op zaterdagochtend binnenkomt in een volle winkel en ze de bakkerij ’s middags leeg verlaat. “Zo ga ik ’s morgens fluitend heen en weer fluitend naar huis.”

UIT DE KRANT