‘Het is goed dat de scholen straks dicht gaan, dan heb ik tijd om mijn mindset te veranderen’

Afbeelding
actueel

Juf Gea Akker neemt afscheid van haar Polestars


NIEUW-RODEN – Eindelijk is dan het moment daar. Het moment waar ze niet zozeer naar uit heeft gekeken. Want afscheid nemen van haar kleuters, hun ouders, het team én de school valt Gea Akker best zwaar. Maar liefst 41 jaar stond ze voor de klas. Een droom die, dankzij haar vader, uitkwam. Donderdag 14 juli is haar allerlaatste dag op de Poolster. Daarna mag ze genieten van alles dat mag maar niet langer moet. Bang voor het zwarte gat is ze in ieder geval niet. Nee zeg, de energieke Gea bruist van de plannen.


Een juf met een betuttelend vingertje is ze nooit geweest. Veel liever buigt ze even door de knieën en praat met haar kleuters als er een brandje geblust moet worden. Al op de lagere school wist Gea Akker dat ze juf wilde worden. ‘Waar andere kinderen het hadden over danseres of stewardess was ik vastberaden: juf en niets anders dan dat.’ Gea heeft zelf nooit gekleuterd. Ze stroomde meteen in in de eerste klas van de lagere school. ‘Ik ben opgegroeid bij het Leekstermeer. We woonden achteruit en hadden geen auto. Dus naar de kleuterschool, dat werd hem niet. Spelen was er niet echt bij voor mij. Er woonden geen kinderen bij ons in de buurt. Contacten maakte ik in de zomer, met de kinderen die op de camping verbleven. Toen ik zes werd kwam ik in de eerste klas van de Nietapper school, wat nu De Flint is. Best gek om over jezelf te zeggen, maar dat ging zó goed, dat ik na de kerst al over was naar de tweede. Na de zomer begon ik in de derde klas, had ik in één jaar twee klassen gedaan.’ In 1963 verhuisde het gezin naar Roden. Na de lagere school vervolgde Gea haar schoolcarrière op de Mulo, nog steeds met het doel om daarna, samen met twee vriendinnen naar de kleuterkweek te gaan. ‘Dat lukte. Alleen: mijn vriendinnen gingen niet mee, die kozen voor een baan. Zij hadden altijd geld om handen in het weekend als we op stap gingen, ik niet. Natuurlijk baalde ik daarvan. Ik bedacht een plan: als ik nou zou blijven zitten, mag ik vast van school van mijn ouders. Stiekem had ik al wat sollicitatiebrieven rondgestuurd. Maar het liep anders. De directeur van de kweekschool belde naar mijn vader met de mededeling dat het niet goed ging en ik zou blijven zitten. En dat ik er met de pet naar gooide. Ik heb mijn vader nog nooit zo kwaad gezien. Woest was hij. ‘Dit was je droom en die ga je afmaken’, zei hij. Hij had gelijk, werken was een bevlieging. En het is goed gekomen. Ik ben blijven zitten, maar heb het afgemaakt. Daar ben ik mijn vader nog altijd dankbaar voor. Mijn carrière heb ik aan hem te danken’


Op 1 september 1975 begon Gea Akker aan haar allereerste werkdag als kleuterjuf op Het Wilgenkatje in Roden. ‘Negentien was ik. Ze noemden me ‘een nieuwe kleuter bij de kleuters.’ Ik vond het geweldig. Toen in 1986 onze dochter geboren werd, stopte ik. Zoals het ging in die tijd; kreeg je een kind, stopte je met werken. In 1989 werd onze tweede dochter geboren. Toen zij drie maanden was, zat ik al in het invalcircuit. Ik wilde graag weer wat doen. Je wereld wordt klein als je thuiszit. Ik belandde op de Flint, de school waar ik zelf had op gezeten. Ik heb voor alle groepen gestaan. In 2003/2004 werd ik interim-directeur. Via OPON volgde ik de opleiding tot schoolleider.’


Het was 2006 toen Gea in Roderesch belandde. Ze werd directeur van obs Steenbergen. Een school met code rood, toen ze aan de klus begon. Het was er, zeg maar gerust, een puinhoop. ‘De school was door de inspectie aangemerkt als ‘rode school’. We hebben samen met het team twee jaar keihard gewerkt om de school om te buigen naar ‘groen’. Een geweldige tijd op een leuke dorpsschool met leuke kinderen en ouders. Het ging me ontzettend aan het hart dat de school moest sluiten in 2013. Ik begrijp het, er waren te weinig leerlingen, maar het deed wel even pijn.’ Gea ging, net als de leerlingen van obs Steenbergen, naar de Poolster in Nieuw-Roden. Van dorpsschooltje naar een nieuwe school met ruim vierhonderd leerlingen.’


‘Ik wist niet zo goed wat ik wilde. Van Albert Eissing, toen directeur van OPON, kreeg ik alle tijd. ‘Ga Jan Timmer (op dat moment directeur van de Poolster) maar ondersteunen’, zei hij. Toen er later een nieuwe kleuterklas bijkwam dacht ik: dit ga ik doen. En ik ben niet meer weggeweest.’ Gea glundert. Ze is dol op kleuters. ‘Ze komen blanco binnen, het is leuk om te zien hoe snel ze contacten maken en gaan spelen. Ze zijn open en onbevangen. Het is een uitdaging om met al die verschillende karakters dynamiek in de groep te krijgen. Ik lees kleuters, zie wat hun behoeftes zijn. Spelen is enorm belangrijk op deze leeftijd. Communicatie- en taalvaardigheden leren ze door te spelen. Je kunt ze van alles aanbieden, letters, woorden, maar als het kind er nog niet aan toe is, hou dan maar op, het  heeft het geen enkele zin. Vroeger moesten kinderen 18 letters kennen bij de overgang naar groep drie. Hier was een jongentje die maar twee letters kon. Hij was uitgekleuterd en moest naar groep drie. De eerste die kon lezen was hij.’


Nu het moment van afscheid nadert, voelt Gea de spanning toenemen. ‘Ik ben 66.7 nu, ik moet een keer stoppen. Maar ik ga het vreselijk missen. De kinderen, de school, de collega’s en de ouders. Degene die mijn baan overneemt heeft als kleuter bij mij in de klas gezeten. Die verschillende fases zijn zo leuk. Je begint als onervaren negentienjarige, daarna heb je zelf kinderen in dezelfde leeftijd en kun je goed levelen met ouders. En nu hadden de ouders mijn eigen kinderen kunnen zijn. Ze vertrouwen op je.’ Gea zal haar school missen, maar andersom zal dat ook zeker het geval zijn. Ze staat bekend als een lieve en consequente juf. Lachend: ‘Bij mij weten ze precies waar ze aan toe zijn. Ik ben geen juf die met een vingertje gaat wijzen. Ik ga bij ze zitten en praat met ze. Soms krijg ik tekeningen van kinderen uit andere kleutergroepen: ‘omdat je zo lief bent’.


Donderdag 14 juli neemt Gea afscheid. Een feestdag wordt het. Tussen kwart over twee en drie is het tijd voor handje schudden en de borrel. ‘Ik kijk met genoegen terug op een prachtige carrière. Nog nooit ben ik een dag met tegenzin naar school geweest. Het is goed dat de scholen straks dicht gaan en de zomervakantie begint. Dan heb ik tijd om mijn mindset te veranderen. Ik heb tegen collega’s van groep drie gezegd: als je mijn hulp nodig hebt, ben ik er. Ik wil best een keer helpen, met een leesgroepje zitten, maar zonder verplichtingen. En het is niet ondenkbaar dat ik een keer aanschuif bij de vrijdagmiddagborrel. Vervelen ga ik me zeker niet. We zijn bezig om een huis te bouwen en als dat klaar is, willen we reizen. Met de camper de wereld in. Ik heb al best veel gezien, Thailand, Sri Lanka, Zuid-Afrika. Wat er nog op de bucketlist staat? Noorwegen, Nieuw-Zeeland, Australië. Er zijn nog zoveel mooie plekjes. Daar heb ik straks tijd voor.’

UIT DE KRANT

Lees ook