‘Het is nog nieuw, maar wij vinden het wel leuk dat iedereen het kan zien’

Afbeelding
actueel

Festival Worteldagen gaat dit jaar digitaal door



NORG – Net als vorig jaar blijft het stil in de straten van Norg tijdens de pinksterdagen. Geen theater in bos, tuin of schuur. Geen groepjes wandelaars of fietsers die van locatie naar locatie gaan om voorstellingen te ontdekken. Toch gaat de organisatie van de Worteldagen niet bij de pakken neerzitten. ‘Vorig jaar werden we verrast,’ zegt Ina Reijnders. ‘Nu hebben we gekeken naar wat wel kan.’ Daarom gaat het festival dit jaar digitaal. Van 21 tot en met 24 mei zijn alle voorstellingen te bekijken via de website www.worteldagen.nl. De voorbereidingen daarvoor zijn al in volle gang.


Vorig jaar werd de organisatie van de Worteldagen verrast door de coronapandemie, waardoor de 15e editie van het festival niet door kon gaan. Het idee was toen dat de pandemie aan het einde van het jaar wel over zou zijn en dat de editie van 2021 gewoon door zou kunnen gaan zoals altijd. Tot 1 juni zijn echter geen grote evenementen toegestaan in Drenthe. ‘Dat betekent dat we geen vergunning krijgen,’ zegt Reijnders. ‘Van de opleidingen wisten we dat ze heel graag wilden komen. Omdat de theaterstudenten praktijklessen krijgen is er meer ruimte. Zij mogen namelijk wel presenteren, als ze zich maar aan het coronabeleid houden.’


Navraag bij opleidingen leerde dat zij het netwerken, experimenteren, toneelspelen en het festivalgevoel belangrijk vonden. ‘Studenten vinden het heel bijzonder om voor echt publiek te spelen, dat er mensen op af komen. Dat maakt het ook wel spannender.’ Wat festival Worteldagen bovendien zo bijzonder maakt, is dat de studenten echt locatietheater maken, geïnspireerd door de plek waar de voorstelling plaatsvindt. ‘Op de opleiding maken ze ook wel theater, maar dat is vrijwel altijd in een schouwburg met een podium. Dit is echt uniek,’ aldus Reijnders.


Ook het proces voorafgaand aan de voorstelling is belangrijk. ‘De studenten moeten bijvoorbeeld tijdens een oefening al hun zintuigen gebruiken en zich tien minuten focussen op één ding,’ geeft Reijnders aan. ‘Dan vallen andere dingen op. Dat kunnen ze weer gebruiken in een performance, om de locatie zo optimaal mogelijk te benutten.’


Waar voorheen wel twee of drie legertenten op het terrein van Rob en Ina Reijnders in Norg stonden, staat nu maar één tent. ‘Normaal kwamen de studenten hier zeventien dagen om hun voorstellingen voor te bereiden,’ vertelt Ina. ‘Nu hebben ze daar maar drie dagen voor.’ In negen groepjes van drie of vier komen de studenten van onder andere de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht, Artez en Minerva langs om hun voorstelling te maken. De studenten logeren, ontbijten, lunchen en eten hier en gaan tussendoor naar de locaties. Op het moment van het interview heeft de eerste groep van drie studenten de voorbereidingstijd er bijna op zitten. Drie dagen lang hebben ze bij barre temperaturen gelogeerd in de legertent, terwijl zij overdag op locatie hun voorstelling verfijnden. ‘Dat brengt weer nieuwe uitdagingen met zich mee,’ aldus Reijnders. ‘Het voorwerk vond dit keer thuis plaats. Hier is het alleen nog finetunen, maar ik ben blij dat we toch een manier hebben gecreëerd waarop het kan, met inachtneming van de coronaregels.’


Een verschil met voorgaande jaren is ook dat er dit jaar minder verschillende locaties zijn. ‘Normaal hadden we wel veertig locaties in Norg, waartussen de bezoekers heen en weer pendelden,’ vertelt Reijnders. Daar werden korte voorstellingen gespeeld van zeven tot tien minuten. ‘Het idee was dat toeschouwers vier voorstellingen konden bezoeken in ongeveer één uur, inclusief reistijd.’


Nu maken de studenten met hun groep de voorstellingen op één locatie, waarbinnen zij hun eigen plek kunnen vinden en een digitale route maken van voorstelling naar voorstelling.


Na afloop van de drie dagen kunnen de studenten hun voorstelling laten zien aan de volgende groep. Reijnders: ‘Zo hebben ze toch nog wat publiek.’ Omdat het festival dit jaar digitaal gaat is de rest van het publiek voor de theatermakers in opleiding niet te zien. De voorstellingen worden opgenomen en geëdit. ‘Studenten kunnen zelf bepalen wat ze er van willen maken. Het biedt ook nieuwe mogelijkheden,’ aldus Reijnders. ‘Ze kunnen bijvoorbeeld extra technische snufjes eraan toevoegen.’


Hoe de organisatie het digitale festival precies laat verlopen is nog niet helemaal bekend, volgens Reijnders. Normaal vond op vrijdagavond altijd een officiële opening plaats en maakten basisschoolleerlingen een groot kunstwerk voor het festivalterrein. Dat is nu niet mogelijk, omdat er geen publiek voor is. ‘We hebben nog gedacht: moeten we iets streamen,’ geeft Reijnders aan. ‘Het festival is zo toch wel uitgekleed. Het blijft gewoon lastig voor de organisatie. Voor de studenten is er beter iets dan niets. Zij hebben er nu net zoveel aan en hebben er evenveel lol aan,’ aldus Reijnders. Als er weer een harde windvlaag aan het houten gebouw rammelt voegt zij er lachend aan toe: ‘Hoewel, met dit weer misschien niet echt.’


Op 21 mei vindt de première plaats via livestream. Daarna zijn de voorstellingen gratis online te bekijken op de website van de Worteldagen. Er is keuze uit negen ‘routes’ van elk dertig minuten. ‘Kunnen mensen het festival bingen,’ lacht Reijnders. ‘Het is nog nieuw, dus het is wel spannend, maar wij vinden het wel leuk dat iedereen het kan zien.’ Zij hoopt dat mensen die de Worteldagen niet kenden, het festival leren kennen dankzij de digitale voorstellingen. ‘Hopelijk komen zij dan volgend jaar in het echt. Hoe meer, hoe leuker.’

UIT DE KRANT