‘Hier is nog zoveel mogelijk’

Afbeelding
actueel

Ate Visser, horecamanager Winsinghhof

RODEN – Ate Visser. Dan denk je in eerste instantie aan de Pompstee. Toch is Visser sinds enige tijd, vanaf maart, horecamanager van de Winsinghhof en in die functie verantwoordelijk voor de afdeling horeca van het theater, de brasserie en een deel van de Landskeuken. Visser geniet van zijn nieuwe job. ‘Hier is heel veel mogelijk. De ideeën borrelen bijna dagelijks op’, zegt hij.
Het is vrijdagmorgen en Visser zit op ‘zijn’ terras voor de Winsinghhof. ‘Weet je wat leuk is? Dat mensen van buitenaf dit terras als het mooiste terras van Roden beschouwen. Je ziet ze een rondje door Roden fietsen om vervolgens hier terug te keren. Dat is leuk om te zien’, zegt Visser, die een buitengewoon montere indruk maakt. ‘Ik bén ook monter’, gaat Visser verder. ‘Dit is een geweldig leuke baan. Ik kan me helemaal focussen op wat ik leuk vind. Natuurlijk, ook hier draait het uiteindelijk om de cijfers, maar toch. Ik denk ook dat hier nog heel veel winst te boeken is. Zeker buiten Roden. De voordeur hier is eigenlijk de achterdeur. Mensen weten soms nog steeds niet hoe mooi het hier is. Wat we allemaal te bieden hebben. Daarom ook moeten we heel actief zijn en blijven. Veel acquisitie plegen. Buiten het theaterseizoen om zeker. Misschien moeten we ook wel ‘groter’ denken.’
Visser heeft aan horeca-ervaring geen gebrek. Die ervaring gebruikte hij ook om een horeacateam samen e stellen. ‘Mensen moeten bij de Winsinghhof passen. Communicatief moeten ze goed zijn. Dat is hier wellicht belangrijker dan bij andere horecazaken. Lucy Huizinga, Ilse Swiersema en ik vormen het hart van het team, bijgestaan door flexibele krachten. Hoe we het café zien? Nou ja, als een brasserie. Dit zal nooit een nachtcafé worden, je kunt hier wél gewoon een borrel drinken en heel leuke feestjes organiseren. En lekker eten uiteraard. Ook voor het foyer liggen mooie plannen. We zijn op donderdag, vrijdag en zaterdag open voor a la carte en op zondag serveren we tapas. Op maandag, dinsdag en woensdag kunnen mensen hier ook terecht als ze even een afspraak maken.’ Het gaat goed met de Winsinghhof, al is er volgens Visser nog ontzettend veel meer mogelijk. ‘Ik vind wel dat Roden best wat trotser zou mogen zijn op het theater en de bioscoop bijvoorbeeld. Het is toch uniek dat wij dit in het dorp hebben. Laten we zorgen dat het allemaal in stand blijft. Onze horeca is ‘anders’ dan de horeca even verderop. Dat is gewoon zo. Toch zie ik tal van mogelijkheden waarop we zouden kunnen samenwerken. Neem het Toen & Nu festival hier, daar kan de andere horeca mooi op inhaken. Oh ja, mensen denken wel eens dat alles hier gesubsidieerd wordt. Dan heb je het echter alleen over het culturele gedeelte. Niet over de horeca. Dat zijn twee verschillende dingen die nogal eens door elkaar gehaald worden.’
Visser voelt zich als een vis in het water ondertussen. ‘Ik kan me focussen op de dingen die me liggen, die me boeien. Dat is prachtig. Verder weet ik me omringd door heel bijzondere mensen. Met Ids Dijkstra kan ik lezen en schrijven. Het klinkt misschien zwaar, maar het feit dat ik met dit soort mensen kan werken beschouw ik als een verrijking. Iedereen hier is enthousiast en wil altijd net even meer doen dan gevraagd wordt. Automatisch ga je daar in mee.
Ids is cultureel manager, maar ik ziehem ook gewoon met hekken sjouwen en het podium opbouwen. Dat is hier de sfeer. Samen aanpakken, samen ideeën uitwerken. Dat bevalt me goed. Maar: uiteindelijk moeten wij onze broek ook gewoon op kunnen houden. Uiteindelijk zou de horeca bijvoorbeeld moeten zorgen dat het wegvallen van de subsidies straks op te vangen zijn. En dus moeten we hard aan de bak. Met een goed team, met ontzettend veel kansen en heel veel ideeën. Hier zit een tevreden man. Maar wel iemand die beseft dat er nog heel veel werk te doen is.’

UIT DE KRANT