Huisartsen luiden de noodklok, te veel patiënten en te veel administratie

Afbeelding
actueel

‘Ik ben de hele dag wachtwoorden aan het invoeren’

LEEK - Duizenden huisartsen protesteerden vorige week op het malieveld in Den Haag. De artsen klagen over de taken die ze de afgelopen jaren extra moeten uitvoeren. De tijd die wordt opgeslokt door deze taken, gaat ten koste van tijd voor de patiënten. De werkdruk neem dusdanig toe, dat de situatie onhoudbaar wordt. Joke Jellema, huisarts in Leek, erkent de problemen. Alleen al het inloggen in verschillende systemen kosten haar al zeeën van tijd.



Staken zat er voor haar echter niet in. ‘Daar heb ik geen tijd voor. Bovendien wil ik de patiënten niet in de steek laten. Ik werk tussen de 50 en 60 uur per week. En dan heb ik er ook nog iemand bij genomen, die nu 20 uur voor zijn rekening neemt. We werken in het gebouw met vier huisartsen, die er inmiddels allermaal iemand bij hebben.’
Waar de huisartsen last van hebben is vooral de automatisering. ‘Natuurlijk is dat soms handig, maar aan de andere kant moeten we met veel systemen werken. Dat betekent in de praktijk dat je de hele dag aan het inloggen bent. Want je wordt automatisch steeds uitgelogd. De wachtwoorden moeten natuurlijk steeds ingewikkelder voor de veiligheid. Dat kost veel tijd en energie. Er zijn allemaal regels die nageleefd moeten worden, ik heb het gevoel dat ik met blokken aan mijn been moet werken. Daarnaast zijn er gewoon te weinig huisartsen, er worden er te weinig opgeleid.’



Het zorgstelsel met marktwerking helpt ook niet mee. ‘Toen we nog een ziekenfonds hadden hoefde je niet bij elke patiënt te rekenen. Dat werkte met vaste premies. Daar komt nog bij dat mensen ouder worden en meer chronische aandoeningen krijgen. In de ziekenhuizen zijn minder bedden beschikbaar, waardoor je soms lang bezig bent om iemand opgenomen te krijgen. En als dat niet lukt, komt die zorg neer op de schouders van de huisartsen.’
Joke is 27 jaar huisarts en is van 2600 patiënten, naar rond de 2200 patiënten gegaan. ‘Toen ik er nog 2600 had, was ik elke dag om 6 uur klaar. Nu ik minder patiënten heb werk ik regelmatig tot 10 uur ’s avonds.’
In een ideale wereld zijn de praktijken klein en zijn er meer vaste huisartsen. ‘Veel artsen willen niet meer vast in een praktijk werken. Maar ik vind dat juist de essentie van het werk, daarvoor word je huisarts. Je leert de mensen en de families kennen. Door langdurig mensen aan je te binden, zie je meteen dat er iets is met iemand. Dat maakt het werk aan de ene kant zwaarder door emotionele betrokkenheid, aan de andere kant is dat precies waarom je huisarts wordt. De romantiek is er voor mij nog niet af, maar als ik dit van te voren had geweten, zou ik er misschien toch voor teruggedeinsd hebben.’

UIT DE KRANT