‘Ik ben blij dat ik ermee begonnen ben, en niet heb geluisterd naar critici’

Afbeelding
actueel

De lange weg naar werelderfgoed



VEENHUIZEN – Afgelopen week kwam eindelijk het verlossende bericht dat Veenhuizen samen met de andere Koloniën van Weldadigheid een plekje heeft veroverd op de prestigieuze UNESCO-werelderfgoedlijst. Bijna twintig jaar geleden nam Hans van der Laan het initiatief om Veenhuizen op de kaart te zetten. De Krant blikt met hem terug.


‘Ik kwam zelf niet met het idee,’ geeft Hans van der Laan toe. ‘Het was provinciaal historicus Michiel Gerding die met het idee kwam om Veenhuizen op de werelderfgoedlijst te zetten. Ik weet het nog goed, het was op de stoep van het Drents Museum.’ Van der Laan vond het in eerste instantie een bijzonder idee, omdat hij bij werelderfgoed vooral dacht aan grote toeristische trekpleisters zoals de Taj Mahal, de Chinese Muur of het Great Barrier Reef. Gerding wees echter op de katoenspinnerij New Lanark in Schotland, waar net als in Veenhuizen verlichte idealen aan ten grondslag lagen. ‘Op basis daarvan leek het ineens niet zo’n gek idee meer,’ aldus Van der Laan. ‘Toen ben ik het idee gaan propageren. Dat deed ik niet om aandacht te vragen, maar het idee was zo bijzonder dat de media het automatisch oppikten.’


Dat was in 2003. In die periode werden veel projecten ontwikkeld om het dorp op te knappen. ‘Het dorp was er slecht aan toe,’ volgens Van der Laan. Er was sprake van verwaarlozing en leegstand en er was betere samenwerking nodig tussen de verschillende overheden die actief zijn in het gebied. In die tijd was Veenhuizen ook nog geen beschermd dorpsgezicht. Dat gebeurde pas in 2006. ‘Je zou kunnen zeggen dat het Rijk het dorp aan het lot heeft overgelaten toen het zich terugtrok achter de gevangenismuren. Voor de gemeente was dit teveel om allemaal zelf te doen.’ Het ontwikkelingsbureau voor Veenhuizen, waarin het Rijk, provincie en gemeente samenwerkten deed veel goeds voor het dorp op ambtelijk niveau, aldus Van der Laan. Daar kwam het verhaal van het erfgoed bij. Informatieavonden voor de projecten in het gebied eindigde Van der Laan steevast met de opmerking: ‘Overigens vind ik dat Veenhuizen op de werelderfgoedlijst moet komen te staan.’ Dat werkte volgens hem goed. De inwoners van het dorp voelden zich weer meer gewaardeerd en het hielp ook om fondsen te werven. ‘Jaren voordat we de status kregen, waren er al toeristen die voor het werelderfgoed kwamen,’ lacht Van der Laan.


In eerste instantie wilde Veenhuizen zelfstandig voor de werelderfgoedstatus gaan, zonder de andere Koloniën van Weldadigheid. ‘Dat was niet puur chauvinisme,’ geeft Van der Laan aan. ‘De Rijksadviseur Cultureel Erfgoed en de Tweede Kamercommissie adviseerde ons ook om de nominatie alleen in te dienen.’ Dat veranderde toen andere adviseurs met argumenten kwamen om toch samen met de andere Koloniën van Weldadigheid voor de nominatie te gaan. ‘Op deze manier konden we het hele verhaal vertellen. Veenhuizen was niet de eerste kolonie en ook ging het hier om een onvrije kolonie, terwijl er ook vrije koloniën waren waar het er heel anders aan toe ging.’ Door de krachten te bundelen stonden de Koloniën van Weldadigheid sterker, maar werd het proces ook moeilijker. Dat bleek wel in 2018, toen Willemsoord, Ommerschans en het Belgische Merksplas afvielen omdat er te weinig van de oorspronkelijke historie zichtbaar was overgebleven. ‘Toen had het hele proces ook kunnen stoppen, maar uiteindelijk heeft het gelukkig goed uitgepakt,’ aldus Van der Laan.


Na een zenuwslopende vergadering was het moment onlangs eindelijk daar dat de UNESCO de Koloniën van Weldadigheid toevoegden aan de werelderfgoedlijst. ‘Het had een haar gescheld of we hadden nog op dinsdag door gemoeten,’ lacht Van der Laan. Gelukkig was dat niet nodig. ‘Met de status is het erfgoed van Veenhuizen veilig gesteld. Het rijk heeft zich verplicht om de locaties te onderhouden.’ Weliswaar is er geen geld verbonden aan de werelderfgoedstatus, maar het rijk zal volgens Van der Laan wel zijn best doen: ‘Het zal wel uitkijken om geschrapt te worden van de lijst door slecht onderhoud.’ Daarnaast maakt de erfgoedstatus het gemakkelijker om subsidie aan te vragen. ‘Wanneer je twee gelijkwaardige objecten hebt, waarvan één werelderfgoed is, dan is dat een extra argument om subsidie te geven.’ Volgens Van der Laan ligt er nu een goede basis om op voort te bouwen. ‘Ik heb vertrouwen in de Nieuwe Rentmeesters.’ Of hij trots is dat het is gelukt om werelderfgoed te worden? ‘Ik ben blij dat ik ermee begonnen ben, en niet heb geluisterd naar critici. Je moet ergens beginnen.’

UIT DE KRANT

Lees ook