“Ik ben geen fijnschilder, geef mij maar grote doeken”

Cultuur

Een ‘creatieve roeping’ heeft Alie Idema niet, ze schildert louter voor haar plezier

Voor Alie Idema hoeft het niet, een stukje in De Krant, beklemtoont ze. Ze schildert ‘gewoon’ voor haar plezier en verder niks. Maar als de verslaggever wat aandringt, gaat ze toch overstag. “Kom dan maar langs, ik ben benieuwd wat je er van maakt. Want echt, ik heb weinig over mijn schilderhobby te melden. Welnee, een passie is het helemaal niet; dat zou je dan nog eerder van het kantklossen, wat ik ook doe, kunnen zeggen. Ik schilder in eerste instantie puur voor mijn eigen genoegen. Als anderen mijn werk mooi vinden, is dat meegenomen. Maar daar doe ik het niet voor.”

En zo zitten we in de M.L.Kingstraat in Roden dan toch tegenover de 68-jarige, in Lauwerszijl geboren en opgegroeide maar al 44 jaar in Roden woonachtige Alie Idema. We zagen een aantal van haar schilderijen hangen in de hal van het kerkelijk centrum Op de Helte aan de Touwslager in Roden. Daar, en ook in het kerkje van Roderwolde, vinden al een paar jaar wisselexposities van schilderijen plaats in het kader van het destijds door kunstminnaars Luut Edel en Greet Westenbrink opgezette expositieproject Kunst in de Kerk. Iwema’s schilderijen sieren tot en met september de wanden van Op de Helte.

Ze ging in Lauwerszijl op school waar ze, dat wel, ook toen al graag mocht tekenen. “Maar niks exceptioneels hoor,” relativeert ze. “Met mijn geboorteplaats van pakweg een paar honderd inwoners heb ik ook weinig meer. Mijn verdere leven speelde zich beroepshalve grotendeels af in Eindhoven en Zuidhorn tot ons gezin zich ruim veertig jaar geleden in Roden vestigde. Mijn man is – hij bouwt dat nu een beetje af – belasting consulent en ik ben pedicure, een pracht beroep dat ik thuis uitoefen en nu ook wat aan het minderen ben. We hebben drie kinderen, een dochter en twee zoons. Onze dochter heeft, als ik dan toch kunstzinnige genen heb, die van mij geërfd. Dat heb ik dan vermoedelijk weer van mijn vader; hij was boer maar tekende en schilderde in zijn vrije tijd graag zonder daar verder iets mee te doen. Zo was de tijd toen ook niet. Onze dochter is ontwerper, ze heeft de design academy gevolgd. Beide zoons gaan wat dat betreft meer mijn mans kant uit: ze zitten in de financiële wereld. In 1990, toen ik het als (ook) huisvrouw wat rustiger kreeg, ben ik lid van de Teken en Schildergroep Roden geworden. Ik geloof via een advertentie in de krant. Ik kwam bij de maandagochtendgroep. Daar schilder ik nog steeds. En Antje Sonnenschein is nog altijd mijn docent. Dat bevalt prima. Antje is echt niet alleen iemand die je de technieken goed leert, maar ze laat je ook en vooral als persoonlijk adviseur je gang gaan. Als er projecten zijn, kun je daaraan meedoen of niet. Vrijblijvendheid, daar houd ik van. Antje voelt dat goed aan en dat bewonder ik zéér in haar. Dat we een heel gezellige groep hebben, vind ik ook een groot pluspunt,”zegt ze die laatste zin lachend.

Alie Idema schildert vooral graag abstract. Groot werk heeft haar voorkeur. Ze noemt zichzelf beslist geen fijnschilder – ‘aan gepriegel doe ik niet’- en ze houdt van mooie kleuren. Acryl – ‘lekker makkelijk’ - is haar favoriete verfsoort en bij het maken van haar composities komt naast de kwast regelmatig ook een paletmes te pas. Ze heeft van te voren eigenlijk nooit een plan hoe ze een maagdelijk doek zal gaan beschilderen. “Dat gaat vanzelf als ik er voor zit.” Relativerend benadrukt ze, dat ze geen missie heeft, het schilderen als een aangename maandagochtend besteding ervaart en het niet-afgemaakte werk niet mee naar huis neemt om er daar verder aan te werken. Ze heeft thuis ook geen atelier, hoewel ze er plenty ruimte voor heeft. En haar doeken signeert ze vaak niet. Musea bezoekt Alie wel regelmatig en ze is, vertelt ze, een bewonderaar van het werk van Matisse.

Dat de Teken en Schildergroep sedert een jaar een pracht onderkomen in de voormalige basisschool aan het Schoollaantje in Roden heeft, ervaart ze als een enorm pluspunt. “Zelf had ik er nog weinig moeite mee (zegt ze lachend) maar veel leden zijn vanwege de steile trappen in de Jasmijnlaan, waar het vorige atelier was, afgehaakt. Dat kon zo niet langer. Dat onze club nu ook qua ledenaantal weer behoorlijk in de lift zit, doet me goed. Tsja, meer heb ik eigenlijk ook niet te melden.”

UIT DE KRANT